Notulen  gemeenteraad

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikelen 40 e.v. decreet lokaal bestuur

Feiten en voorgeschiedenis

In het verleden moesten de raadsleden zich in de praktijk uitspreken over bijsturingen van de planning, in de vorm van een budgetwijziging en/of een aanpassing van het meerjarenplan. Die aanpassingen van de planningsdocumenten vormden enerzijds een zware administratieve last. De rapporten bevatten anderzijds vooral informatie over de uitvoering van de kredieten en de noodzaak tot aanpassing ervan (de autorisatie) in plaats van een echte stand van zaken van de uitvoering van het geplande beleid.

Daarom beperkt de regelgever voortaan de verplichte rapportering aan de raad omwille van kredietwijzigingen en autorisatie. Het budget als afzonderlijk beleidsrapport is afgeschaft. De vaststelling van de kredieten en de autorisatie zijn geïntegreerd in het meerjarenplan en de verplichte jaarlijkse aanpassingen daarvan. Daarnaast trekt het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 ook het niveau waarop de raad autorisatie geeft op.

Die ingrepen hebben tot gevolg dat de controlefunctie van raadsleden niet in eerste instantie gericht is op de kredietbewaking, maar wel op de opvolging van de uitvoering van de planning en de realisatie van de beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties (zie Parl.St. Vl. Parl. 2017-18, nr. 1353/1,114).

Deze opvolgingsrapportering is een onderdeel van de beleids- en beheerscyclus, maar is geen beleidsrapport.

De opvolgingsrapportering bevat minstens volgende elementen:
1° een stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan;
2° een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar;
3° in voorkomend geval, de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan;
4° in voorkomend geval, de wijzigingen in de financiële risico's.

Regelgeving

• Artikel 263 tweede lid van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
• Artikel 29 van het Besluit van de Vlaamse Regering 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van lokale en provinciale besturen.

Argumentatie

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door burgemeester Jos Sypré.

Verwijzingsdocumenten

Realisatiestatus acties - stand van zaken d.d. 30 juni 2025

Tussenkomsten

Er zijn tussenkomsten door raadsleden Jef Vansteenhuyse, Jan Vanassche & Gijs Degrande beantwoord door burgemeester Jos Sypré en schepenen Vicky Reynaert en Patricia Waerniers. 

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikel 41 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur

Feiten en voorgeschiedenis

In overleg tussen de politiezone Het Houtsche en de burgemeesters werd voorgesteld om extra ANPR camera’s te plaatsen ter uitbreiding van het cameraschild rondom de politiezone.

Voor de gemeente Beernem zouden op twee locaties extra ANPR camera’s komen:

• Wingene Steenweg: bestaande paal uitbreiden met 1 extra camera voor uitgaand verkeer richting E40 komende van centrum Beernem.
• Reigerlostraat: bestaande paal uitbreiden met 1 extra camera voor verkeer richting E40 en centrum Beernem komende van Bulskampveld, Wingene.

Regelgeving

• Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en latere wijzigingen.
• Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
• Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
• Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
• Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur m.b.t. de bevoegdheid van de gemeenteraad.
• Wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's van 21 maart 2007
• Wet tot wijziging van de wet op het politieambt om het gebruik van camera's door de politiediensten te regelen, en tot wijziging van de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's, van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid van 21 maart 2018
• Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
• Wet op het politieambt (WPA) van 5 augustus 1992:
  Artikel 25/3
  § 1. In het kader van hun opdrachten, kunnen de politiediensten camera's op zichtbare wijze gebruiken, onder de volgende voorwaarden :
  1° in de niet-besloten plaatsen en de besloten plaatsen waarvan zij de beheerder zijn : vaste, tijdelijk vaste of mobiele camera's, die in voorkomend geval intelligent zijn;
  2° in voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen, waarvan zij niet de beheerder zijn :
  a) mobiele camera's, die in voorkomend geval intelligent zijn, tijdens de duur van een interventie;
  b) vaste en tijdelijk vaste camera's, die in voorkomend geval intelligent zijn, mits het akkoord van de beheerder van de plaats, in de luchthavens, havenfaciliteiten zoals bedoeld in artikel 5, 6°, van de wet van 5 februari 2007 betreffende de maritieme beveiliging, stations van het openbaar vervoer, de groene ruimten onder het beheer van openbare overheden, en plaatsen die door hun aard aan een bijzonder veiligheidsrisico onderhevig zijn, aangeduid bij koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, waarvan het ontwerp voor advies wordt voorgelegd aan de bevoegde toezichthoudende autoriteit voor de verwerking van persoonsgegevens;
  c) tijdelijk vaste camera's, die in voorkomend geval intelligent zijn, in het kader van de uitvoering van gespecialiseerde opdrachten van bescherming van personen, tijdens de duur van de operatie;
  d) tijdelijk vaste camera's, die in voorkomend geval intelligent zijn, in het kader van de uitvoering van gespecialiseerde opdrachten van bescherming van goederen, voor zover de beheerder van de plaats zich hiertegen niet heeft verzet, tijdens de duur van de operatie;
  3° in niet voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen, waarvan zij niet de beheerders zijn :
  a) mobiele camera's, die in voorkomend geval intelligent zijn, tijdens de duur van een interventie;
  b) tijdelijk vaste camera's, die in voorkomend geval intelligent zijn, in het kader van de uitvoering van gespecialiseerde opdrachten van bescherming van personen, tijdens de duur van de operatie;
  c) tijdelijk vaste camera's, die in voorkomend geval intelligent zijn, in het kader van de uitvoering van gespecialiseerde opdrachten van bescherming van goederen, voor zover de beheerder van de plaats zich hiertegen niet heeft verzet, tijdens de duur van de operatie.
  § 1bis. In het raam van de uitoefening van hun opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie mogen de leden van het operationeel kader gebruikmaken van hun individuele camera tijdens de duur en op de plaats van hun interventie, in de volgende situaties:
  1° in geval van een incident van een zekere ernst, in het bijzonder in het geval van concrete aanwijzingen van risico's op het ontstaan van geweld, voor het gebruik van dwang, voor de schending van de integriteit van leden van de politiediensten of van de oproeper of nog van derden;
  2° wanneer er op basis van het gedrag van de personen, materiële aanwijzingen of omstandigheden van plaats en tijd redelijke gronden zijn om te denken dat er personen zijn die gezocht worden of die geprobeerd hebben een misdrijf te plegen of een misdrijf voorbereiden, of die een misdrijf hebben gepleegd of die de openbare orde zouden kunnen verstoren of hebben verstoord;
  3° in geval van noodzaak om materiële bewijzen van inbreuken te verzamelen en de betrokken personen te identificeren;
  4° bij de uitvoering van opdrachten tijdens dewelke de politiediensten bijstand verlenen wanneer ze daartoe wettelijk worden gevorderd;
  5° bij de uitvoering van opdrachten tijdens dewelke de politiediensten gevorderd worden om de gerechtelijke bevelen te betekenen en ten uitvoer te leggen.
  § 2. Het zichtbare gebruik van camera's voor het inwinnen van informatie van bestuurlijke politie bedoeld in artikel 44/5, § 1, is uitsluitend toegelaten in de gevallen bedoeld in artikel 44/5, § 1, eerste lid, 2° tot 6°. Wat artikel 44/5, § 1, eerste lid, 5°, betreft, kan dat gebruik bovendien alleen worden toegelaten ten aanzien van de categorieën van personen bedoeld in artikelen 18, 19 en 20.
  § 3. Camera's mogen noch beelden opleveren die de intimiteit van een persoon schenden, noch gericht zijn op het inwinnen van informatie over de raciale of etnische oorsprong van een persoon, zijn religieuze of levensbeschouwelijke overtuigingen, zijn politieke opvattingen, zijn vakbondslidmaatschap, zijn gezondheidstoestand, zijn seksleven of zijn seksuele geaardheid.
  § 4. Bij individuele camera's wordt gebruikgemaakt van de pre-opname, die de beelden en het geluid gedurende een periode van 30 seconden verzamelt en bewaart en die toevoegt aan het begin van de opname wanneer de individuele camera geactiveerd wordt.
  Art. 25/4. § 1.Een politiedienst kan camera's plaatsen en gebruiken overeenkomstig artikel 25/3, of op zichtbare wijze gebruik maken van camera's geplaatst door derden zoals bedoeld in artikel 25/1, § 2, op het grondgebied dat onder zijn bevoegdheid valt, na voorafgaande principiële toestemming van :
  1° de gemeenteraad, wanneer het gaat om een politiezone;
  2° de minister van Binnenlandse Zaken of zijn gemachtigde, voor de diensten van de federale politie.
  § 2. Om deze toestemming te bekomen wordt er een aanvraag ingediend bij de in paragraaf 1 aangewezen bevoegde overheid door :
  1° de korpschef, wanneer het gaat om een politiezone;
  2° de territoriaal bevoegde bestuurlijke directeur- coördinator, of de directeur van de aanvragende dienst, wanneer het gaat om een dienst die deel uitmaakt van de federale politie.
  De in het eerste lid bedoelde toestemmingsaanvraag preciseert het type camera, de doeleinden waarvoor de camera's zullen worden geïnstalleerd of gebruikt, evenals de gebruiksmodaliteiten ervan, en voor wat betreft de vaste camera's ook de plaats. Deze aanvraag houdt rekening met een impact- en risicoanalyse op het vlak van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en op operationeel niveau, met name wat de categorieën van verwerkte persoonsgegevens betreft, de proportionaliteit van de aangewende middelen, de te bereiken operationele doelstellingen en de bewaartermijn van de gegevens die nodig is om deze doelstellingen te bereiken.
  Bij wijziging van het type camera of van de gebruiksdoeleinden ervan, alsook wat de vaste camera's betreft, in geval van wijziging van de plaats, wordt een nieuwe toestemming aangevraagd.
  § 3. In geval van met redenen omklede hoogdringendheid, waarbij de in paragraaf 1 bedoelde toestemming nog niet werd bekomen, vraagt de korpschef dan wel de bestuurlijke directeur-coördinator of de directeur van de aanvragende dienst, afhankelijk van het geval, mondeling de toestemming aan de bevoegde overheid om gebruik te maken van camera's in het kader van de specifieke opdracht die de hoogdringendheid rechtvaardigt. Deze mondelinge toestemming wordt vervolgens zo spoedig mogelijk schriftelijk bevestigd door de bevoegde overheid.
  Wat betreft de politiezones, kan de bevoegde overheid vertegenwoordigd worden door de betrokken burgmeester om de mondelinge toestemming te geven in het geval van hoogdringendheid zoals bedoeld in het eerste lid.
  § 4. Elke beslissing tot toestemming bedoeld in paragraaf 1 wordt ter kennis gebracht van de procureur des Konings.
  In het geval bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°, wordt de beslissing tot toestemming ter kennis gebracht van de burgemeester en de korpschef.
  De in paragraaf 1 bedoelde toestemming wordt openbaar gemaakt wanneer zij betrekking heeft op opdrachten van bestuurlijke politie.
  § 5. De in paragraaf 1 bedoelde toestemming wordt niet gevraagd, als het gaat om het plaatsen en het gebruik van camera's in besloten plaatsen waarvan de politiediensten de beheerders zijn.
  § 6. De toestemming bedoeld in paragraaf 1 is evenmin van toepassing op de mobiele camera's, zodat het gebruik ervan geen enkele territoriale beperking inhoudt.

Argumentatie

Toestemmingsaanvraag

Een politiezone kan op haar grondgebied slechts camera's plaatsen en gebruiken na voorafgaande principiële toestemming van de gemeenteraad. Het is de korpschef die deze toestemmingsaanvraag indient bij de gemeenteraad.

De gemeenteraad keurde in zitting van 12 juni 2023 het gebruik van verschillende soorten camera's door de politiezone Het Houtsche goed. De gemeenteraad ontving van de korpschef de vraag tot het plaatsen van enkele nieuwe camera's. De korpschef van politiezone Het Houtsche richtte hiertoe een toestemmingsaanvraag aan de gemeenteraad voor de uitbreiding van het bestaande ANPR-netwerk van de politiezone Het Houtsche, gedateerd 10 juni 2025. Deze uitbreiding past binnen het kader van de operationele werking en heeft als doeleinde: "Opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie zoals voorzien in de wet op het politieambt en mits de beperkingen die de wet op het politieambt oplegt". In de aanvraag lezen we: "Er zijn voldoende elementen die erop wijzen dat er veiligheids- en overlastproblemen bestaan die de inzet van bovenvermelde camerasystemen verantwoorden. Het geweld tegen en door politiemensen neemt toe. De inzet van camera’s kan ter zake een ontradend effect hebben."

Concreet vraagt de korpschef de toestemming voor de uitbreiding van haar ANPR-cameranetwerk met vaste camera's op volgende locaties:

• Wingene Steenweg: uitbreiding met een extra ANPR-camera
• Reigerlostraat: uitbreiding met een extra ANPR-camera
• N368 ter hoogte van Kauter: nieuwe locatie met twee ANPR-camera’s

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de aankoop van de ANPR camera’s te laten verlopen via minicompetitie voor “Uitbreiding ANPR cameraschild” via de raamovereenkomst “VITO ICT Infra 2023”. Hiervoor werd een bestek opgemaakt door politiezone Het Houtsche. Dit bestek wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

Na grondig onderzoek door het ICT-team van politiezone Het Houtsche, gaat de voorkeur uit naar het VITO raamcontract voor de uitbreiding van het ANPR cameraschild.

VITO ICT Aankoopcentrale (Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek) beschikt over een raamovereenkomst voor aankoop, huur of leasing van hard- en software (en gerelateerde diensten) binnen het domein van ICT infrastructuur.

VITO treedt hierbij op als aankoopcentrale voor de lokale besturen, welke bij afname vrijgesteld zijn om zelf een gunningsprocedure te volgen.

Op 9 oktober 2023 werd per beslissing de raamovereenkomst “VITO ICT Infra 2023” per perceel gegund aan 3 inschrijvers:

• perceel 1 - Server & Storage (Axi, Cronos Public Services, Simac)
• perceel 2 - Backup & Archiving (Axi, Core ICT, Cronos Public Services)
• perceel 3 - Hypervisor & Cloud (Axi, Core ICT, Cronos Public Services)
• perceel 4 - Netwerk & Security (Orange Cyber Defense, Proximus, Savaco/TrueGEN)
• perceel 5 - Endpoints (AXI, Econocom, Trius)

De raamovereenkomst werd afgesloten voor een periode van 4 jaar (10 oktober 2023 t.e.m. 09 oktober 2027) en is driemaal verlengbaar met een jaar (maximaal dus 7 jaar).

Volgens de voorwaarden van het VITO raamcontract, dienen we ons te richten op perceel 4: Netwerk & Security. Dit impliceert een minicompetitie tussen de volgende bedrijven: Orange Cyberdefense, Proximus & Savaco NV

De weerhouden inschrijvers moeten door ons per dossier op basis van minicompetities in mededinging worden gesteld. Dit gebeurt via een door VITO ontwikkelde tool (VITO-portaal) die het proces faciliteert en (deels) automatiseert.

Deelname aan deze raamovereenkomst biedt een financieel voordeel door schaal- en volume-effecten en levert tijdswinst op voor de eigen diensten, ten opzichte van het voeren van een eigen procedure.

Er werd een bestek opgemaakt voor het leveren, plaatsen en in dienst stellen van extra bewakingscamera’s en onderhoud op 2 sites in de gemeente Beernem. Het bestek wordt voorgelegd ter goedkeuring. Na goedkeuring zal het bestek worden opgeladen op het VITO-portaal. De deelnemers van de minicompetitie zullen op basis van dit bestek een offerte opmaken.

Mondelinge toelichting wordt gegeven door Jos Sypré, bevoegd voor veiligheid en politie.

Verwijzingsdocumenten

• Bestek PZ Het Houtsche VITO dossieraanvraag – Gemeente Beernem
• Toestemmingsaanvraag korpschef politiezone Het Houtsche

Financiële impact

De aankoop van 4 ANPR camera's type Catchcam op drie locaties wordt geraamd op € 70.000,00 (incl. btw). 

Er is een krediet beschikbaar van € 59.366,51 binnen het artikelnummer 0490-00/2300000. 

Gezien het beschikbare krediet wordt er gekozen voor de aankoop van twee ANPR camera's type Catchcam op de twee locaties aan de E40 (geraamd op € 30.000,00 (incl. btw)).

Het plaatsen van de camera's op de derde locatie (Kauter) dient ook nog verder onderzocht te worden (exacte locatie, in combinatie met trajectcontrole, ...) 

Advies financiële dienst: Er is voldoende budget beschikbaar voor de aankoop van twee ANPR-camera's. 

Tussenkomsten

Er zijn tussenkomsten door raadslid Lode Vanneste die namens de N-VA fractie volgende amendementen voorstelt :

Amendement 1

Artikel 1: Een principiële toestemming wordt gegeven voor het gebruik van vaste ANPR-camera's op zichtbare wijze door de politiezone Het Houtsche op de volgende niet-besloten plaatsen:

• Wingene Steenweg: uitbreiding met een extra ANPR-camera
• Reigerlostraat: uitbreiding met een extra ANPR-camera

Volgende wordt hieraan toegevoegd:

• N368 ter hoogte van Kauter: twee nieuwe ANPR-camera’s.

Amendement 2

Artikel 6: Er is een krediet beschikbaar van € 59.366.51, binnen het artikelnummer 0490-00/2300000. De raming voor de aankoop van twee ANPR-camera's bedraagt € 30.000,00. 

Wordt vervangen door:

“Voor de aankoop en plaatsing van in totaal vier ANPR-camera’s wordt een krediet van € 70.000,00 voorzien. Het beschikbare krediet van € 59.366,51 binnen het artikelnummer 0490-00/2300000 wordt hiervoor aangewend. Voor het resterende bedrag worden bijkomende kredieten vrijgemaakt via budgetwijziging.”

Er is een tussenkomst door raadslid Jan Vanassche. De tussenkomsten worden beantwoord door burgemeester Jos Sypré.

De amendementen worden verworpen met 10 stemmen voor van de fracties van N-VA en Groen en 13 stemmen tegen van de fracties van CD & V en Vooruit en 0 onthoudingen.

Feiten en voorgeschiedenis

De Vlaamse Overheid lanceerde de oproep ‘Verlenging – Digibanken’ voor bijkomende ondersteuning van de bestaande digibankenprojecten in 2025 en 2026.

Regelgeving

Artikel 56 en 40 e.v. van het Decreet over het lokaal bestuur

Argumentatie

Oostkamp is de promotor voor de Digibank Brugge West, maar er kan ruis ontstaan over waar Oostkamp als promotor precies een mandaat voor heeft.

Voor de verdere uitwerking van de Digiwijzer wil men met de Digibanken uit West-Vlaanderen opnieuw een samenwerkingsovereenkomst sluiten met POM West-Vlaanderen. Deze samenwerkingsovereenkomst zou voorgelegd worden aan de Oostkampse gemeenteraad.

De huidige samenwerkingsovereenkomst tussen de 5 gemeenten van Brugge-West i.k.v. de Digibanken benoemt echter niet expliciet genoeg dat de Oostkampse gemeenteraad hiervoor een mandaat heeft. Daarom wordt een addendum aan de samenwerkingsovereenkomst voorgelegd aan de gemeenteraad. Hierin wordt verduidelijkt dat Oostkamp het mandaat heeft om nieuwe samenwerkingsovereenkomsten af te sluiten in het kader van het digibankentraject.

In de samenwerkingsovereenkomst staat volgende clausule:
De inbreng van de kernpartners omhelst:
De gemeente Oostkamp:
Oostkamp is promotor van de Digibank Brugge West. De promotor staat in voor:
• het indienen van het projectdossier
• de inhoudelijke coördinatie van het project, in overeenstemming met de kernpartners
• de besteding van de middelen in overeenstemming met de kernpartners
• de verantwoording van het dossier naar de hogere overheid en de verantwoording van de besteding van de middelen naar de kernpartners
• het bewaken van de uitvoering en de voortgang van het dossier, in overeenstemming met de kernpartners

Om het mandaat helder te stellen wordt een addendum toegevoegd aan de samenwerkingsovereenkomst.

Het addendum:

In de samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot het verlengingstraject digibank Brugge West 2025 - 2026, afgesloten op 20 juni 2024 tussen hiernavolgende kernpartners:
• Gemeente Oostkamp
• Gemeente Beernem
• Gemeente Jabbeke
• Stad Torhout
• Gemeente Zedelgem
wordt onder punt 4 (inhoudelijke opdracht per partner in het digibankproject, te behalen resultaten) het volgende gesteld:
Oostkamp is promotor van de Digibank Brugge West. De promotor staat in voor: o.a. "de besteding van de middelen in overeenstemming met de kernpartners".

Deze clausule dient te worden geïnterpreteerd in die zin dat de andere kernpartners aan Gemeente Oostkamp het mandaat geven om in hun naam - met oog op de uitvoering van betreffende samenwerkingsovereenkomst - de nodige overeenkomsten af te sluiten, alsook de nodige (beleids-)beslissingen te nemen in het kader van overheidsopdrachten, mits informele afstemming tussen de betrokken ambtenaren.

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door schepen Vicky Reynaert, bevoegd voor inclusie.

Verwijzingsdocumenten

Samenwerkingsovereenkomst

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Aquafin vraagt een addendum aan de bestaande dienstverleningsovereenkomst inzake rioolwaterinfrastructuurbeheer voor de gemeente Beernem van 31 juli 2008.

Feiten en voorgeschiedenis

Voor de afrekening van de door Aquafin geleverde prestaties vragen ze om af te stappen van de uurtarieven vermeld in de concessieovereenkomst en dit te vervangen door service-uurtarieven. Hierdoor wordt de kost bepaald per service die we krijgen in plaats van per persoon die deze uitvoert.

Argumentatie

Door de toepassing van servicekosten zal het tarief niet meer afhankelijk zijn van de loonklasse van de persoon die deze uitvoert maar van het type service dat gegeven wordt.

Hierdoor kunnen we ook zelf beter inschatten wat een gevraagde service zal kosten.

De basis wordt 1 januari 2025 aan volgende tarieven:

Onder andere volgende services vallen onder de onderstaande categorie. Volledige lijst in bijlage.

• Categorie 1: Accountmanagement en beleidsondersteuning, rapportage aan overheden
• Categorie 2: Opmaken hemelwaterplan, beheren hemelwaterplan, adviezen, nazicht private riolering i.k.v. omgevingsvergunning, werken ten laste van derden, ruimen riolen voor cameraonderzoek, assetmanagement, technische vragen
• Categorie 3: Juridisch en financieel advies, opmaken en beheer riooldatabank, opmaken en beheer hydraulisch model, opmaken grachtenbeheersplan, interventies op rioleringsstelsel, ...
• Categorie 4: Werftoezicht, afkoppelingsdeskundige, grondverwerving, keuring afkoppeling, ...
• Categorie 5: Beheer van IBA's en hydraulische structuren, contactcenter, keuring IBA's, ...

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door schepen Claudio Saelens, bevoegd voor rioleringen.

Verwijzingsdocumenten

Addendum aan de dienstverleningsovereenkomst inzake rioolwaterinfrastructuurbeheer voor de gemeente Beernem

Tussenkomsten

Er is een tussenkomst door raadslid Gijs Degrande beantwoord door schepen Claudio Saelens.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikel 40 e.v. DLB

Feiten en voorgeschiedenis

Het gemeentebestuur ontving in juni 2024 van het Agentschap Natuur en Bos een subsidie voor de aankoop van te bebossen gronden, meer bepaald de gronden van de oude steenbakkerij, Kleiputstraat in Oedelem. De percelen moeten aangekocht en bebost zijn uiterlijk 3 jaar na de toekenning van de subsidie.

In functie van de aankoop van de gronden van de oude steenbakkerij werd in de collegezitting van 5 april 2024 het akkoord gegeven tot opmaak van een wederzijdse aankoop-verkoopbelofte tussen de gemeente (koper) en de eigenaar (verkoper), zijnde Steenbakkerijen van Oedelem nv. Er is ondertussen een ontwerpovereenkomst koop-verkoop van de onroerende goederen gelegen site oude steenbakkerij opgemaakt. Aan de gemeenteraad wordt deze koop-verkoopovereenkomst voorgelegd.

Argumentatie

De overeenkomst wordt gesloten onder enkele ontbindende en opschortende voorwaarden (zie artikel 8), waarvan de belangrijkste opschortende voorwaarde is dat de Steenbakkerijen Van Oedelem/Verkoper ten laatste op 31 december 2026 een eindverklaring, afgeleverd door OVAM, moet kunnen voorleggen aan de gemeente Beernem/Koper waarin wordt bepaald dat het onroerend goed gesaneerd is overeenkomstig het door OVAM conform verklaarde bodemsaneringsproject dat werd opgesteld door de erkende bodemsaneringsdeskundige Group Van Vooren.

Dus voor alle duidelijkheid: enkel als de grond gesaneerd wordt verklaard, zijn we bereid om de grond aan te kopen. Waarom de timing van 31 december 2026? De partijen verbinden zich ertoe om de verkoop te laten verlijden in een authentieke akte, uiterlijk vier maanden nadat de opschortende voorwaarden uit artikel 8 van deze Overeenkomst zijn vervuld (artikel 7.1). Pas na het verlijden van die akte kunnen we starten met de aanplant van de bomen. De timing houdt rekening met een redelijke termijn om de eindverklaring te kunnen verkrijgen en waarbij de gemeente nog de tijd heeft om (in optimale omstandigheden) te bebossen (niet te laat in het voorjaar en uiteraard uiterlijk tegen juni 2027).

De verkoopprijs is voorzien op:

• € 7,70/m² voor 47.387 m² (perceel dat bebost wordt)

• € 4,00/m² voor 24.144 m² hectare (perceel met beschermd monument)

Dit komt momenteel neer op € 461.455,90. Het opmetingsplan is toegevoegd aan de koop-verkoopovereenkomst.

Er is een schattingsverslag opgemaakt op 13 september 2024 door landmeter DIOPTRA BV.

In het kader van de saneringswerken zal de aannemer (= opstalhouder) een opstalovereenkomst afsluiten met de (huidige) eigenaars (= opstalgever). Gezien wij vanaf 2027 eigenaar zouden worden van de gronden, treden we in de rechten van de opstalgever. Er is door de opstalhouder bij einde van de opstalovereenkomst (eind februari 2027) nog een opstalvergoeding van € 104.214,00 verschuldigd aan de opstalgever (artikel 3.2).

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door burgemeester Jos Sypré.

Verwijzingsdocumenten

• Koop-verkoopovereenkomst met opmetingsplan
• Schattingsverslag

Financiële impact

Advies financieel directeur: Akkoord met de voorgelegde koopovereenkomst voor de site oude steenbakkerij, budget is beschikbaar.
Visum financieel directeur wordt verleend met het nummer 2025/063.

Tussenkomsten

Er zijn tussenkomsten door voorzitter Kris Vincke en raadsleden Gijs Degrande en Jan Vanassche beantwoord door burgemeester Jos Sypré en schepen Ruben Strobbe.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikel 40 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur.

Feiten en voorgeschiedenis

De buurtweg nr. 8 - Heirweg werd bij gemeenteraadbesluit van 18 oktober 2018 gedeeltelijk verlegd. Het in onbruik geraakte deel van de Heirweg wordt toegevoegd aan het provinciedomein Bulskampveld.
Het plantrecht behoort toe aan de vzw organisatie Broeders van Liefde - PC Sint-Amandus.

Dit gedeelte van de Heirweg is kadastraal gekend onder Beernem, 1e afdeling, sectie G, gereserveerde perceelnummers 384 A en 467 A en zijn volgens het opmetingsplan van 11 oktober 2024 opgemaakt door Tom Hantson, landmeter-expert van de provincie West-Vlaanderen, loten 1 en 2 met een totale oppervlakte van 2.149 m². De verwerving door de provincie gebeurt om reden van openbaar nut, nl. in functie van de uitbreiding van het provinciedomein Bulskampveld en wordt kosteloos overgedragen door de gemeente.

Op basis van het opmetingsplan heeft de provincie een ontwerpakte voor kosteloze grondafstand opgemaakt.

Argumentatie

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door schepen Claudio Saelens, bevoegd voor grondbeleid.

Verwijzingsdocumenten

• Opmetingsplan van 11 oktober 2024 opgemaakt door Tom Hantson, landmeter-expert van de provincie
• Ontwerpakte kosteloze grondafstand opgemaakt door de provincie West-Vlaanderen

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikel 40 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur.

Feiten en voorgeschiedenis

Op 22 augustus 2016 werd een omgevingsvergunning verleend aan Vivendo cvba tot het verkavelen van gronden in 19 loten bestemd voor eengezinswoningen in halfopen en gesloten woningbouw voor het realiseren van 9 sociale huurwoningen en  10 individuele sociale bouwkavels met aanleg van nieuwe wegenis te Beernem, Biezemoerstraat.

Op 23 april 2015 heeft de gemeenteraad het stratentracé en de weg- en rioleringswerken goedgekeurd. De kosteloze afstand van de wegzate en de infrastructuur werd bedongen.

De af te stane grond is kadastraal gekend onder Beernem, 1e afdeling, sectie C, nummers 96 C, 130 X, 163 K-L-M,  en heeft volgens het opmetingsplan opgemaakt op 05 november 2024 door Koen Jonckheere, beëdigd landmeter, BV Studiebureau Jonckheere te Brugge, een totale oppervlakte van 595 m².

Op basis van het opmetingsplan heeft de commissaris van Vastgoedtransacties een ontwerpakte voor kosteloze grondafstand opgemaakt.

Argumentatie

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door schepen Claudio Saelens, bevoegd voor grondbeleid.

Verwijzingsdocumenten

• Opmetingsplan opgemaakt op 05 november 2024 door Koen Jonckheere, beëdigd landmeter, BV Studiebureau Jonckheere te Brugge
• Ontwerpakte kosteloze grondafstand opgemaakt door de commissaris Vastgoedtransacties

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

In de voorbije maanden heeft de Vlaamse Landmaatschappij gronden verworven voor de aanleg van het functioneel fietspad langs de Torenweg (Beernem) en Bruggesteenweg (Wingene) zoals voorzien in maatregel 5.1 Aanleg van een utilitair fietspad langsheen de Vagevuurstraat - Bruggesteenweg in het inrichtingsplan Wildenburg-Aanwijs.

Feiten en voorgeschiedenis

In de voorbije maanden heeft de Vlaamse Landmaatschappij gronden verworven voor de aanleg van het functioneel fietspad langs de Torenweg (Beernem) en Bruggesteenweg (Wingene) zoals voorzien in maatregel 5.1 Aanleg van een utilitair fietspad langsheen de Vagevuurstraat - Bruggesteenweg in het inrichtingsplan Wildenburg-Aanwijs.

Het inrichtingsplan werd goedgekeurd bij ministerieel besluit van 21 augustus 2014 en heeft als belangrijkste doelstelling om de onthaalpoorten Wildenburg en Aanwijs van het Landschapspark Bulskampveld in te richten, te zorgen dat de omgevingskwaliteit van deze onthaalpoorten verbeterd wordt en dat deze onthaalpoorten op een kwaliteitsvolle manier ingeschakeld kunnen worden in het recreatief netwerk van het landschapspark Bulskampveld. Voor de realisatie van het fietspad tussen het kruispunt Predikherenstraat-Vagevuurstraat (Wingene) en het kruispunt Aanwijs op grondgebied Beernem, omvat het inrichtingsplan maatregelen die sedert de initiële goedkeuring gewijzigd werden (laatste relevante wijziging voor deze maatregel bij ministerieel besluit van 10 december 2020) en nu opnieuw gewijzigd worden: de financiering en de uitvoeringstermijn voor de grondverwerving op het grondgebied Beernem wordt geactualiseerd: 5.1.1.a De grondverwerving in der minne of via onteigening in functie van de realisatie van een utilitair fietspad langs de Torenweg. 

In de voorbije maanden heeft de Vlaamse Landmaatschappij gronden verworven voor de aanleg van het functioneel fietspad langs de Torenweg (Beernem) en Bruggesteenweg (Wingene).

Voor de gronden van de federale overheid langs de Bruggesteenweg (Wingene) is er een juridisch probleem opgedoken en kan de grondverwerving via onteigening niet uitgevoerd worden door de VLM. Daarom dient het inrichtingsplan inhoudelijk gewijzigd te worden zodat de gemeente Wingene kan instaan voor de grondverwerving via onteigening en hiervoor ook een beroep kan doen op subsidies landinrichting. Tegelijkertijd wordt de financiering geactualiseerd voor de grondverwerving van het ganse traject op basis van de reeds gerealiseerde grondverwerving.

Deze wijziging brengt de realisatie van het fietspad niet in het gedrang. De omgevingsvergunning is goedgekeurd op 18 januari 2025 en momenteel bereidt de provincie als bouwheer de aanbesteding van de werken voor.

Financieel brengt dat een wijziging met zich mee:

De aanvullende verklaring tot instemming van de gemeente Beernem met de wijziging van het goedgekeurde inrichtingsplan Wildenburg-Aanwijs voor aan de gemeente toegewezen taken wordt voorgelegd aan de gemeenteraad.

Regelgeving

• Decreet lokaal bestuur

Argumentatie

De wijziging van deze maatregelen is noodzakelijk omdat tijdens de onderhandelingen over de gronden van de federale overheid langs de Bruggesteenweg (Wingene) een juridisch probleem opgedoken is.

De Regie der Gebouwen (die eigendomsrechten uitoefent namens de federale overheid) liet aan de Vlaamse Landmaatschappij weten dat er een voorlopig onteigeningsbesluit noodzakelijk is om de grondoverdracht mogelijk te maken. Hoewel de VLM volgens het goedgekeurde inrichtingsplan gemandateerd is om grondverwerving in der minne of via onteigening uit te voeren, is de juridische rechtsgrond hiervoor niet meer sluitend door interferentie met het gemeentewegendecreet.
De grondverwerving beoogt de aanleg van een fietspad, die beschouwd zal worden als een gemeenteweg en later aan de betrokken gemeente zal overgedragen worden.
Het Gemeentewegendecreet is op 1 september 2019 in werking getreden én bepaalt één juridisch statuut voor alle wegen in beheer van de gemeente, wat de procedures en handhaving vereenvoudigt. In artikel 27 stelt dit eveneens dat elke verwerving van onroerende goederen, vereist voor de aanleg, wijziging of verplaatsing van gemeentewegen en de realisatie van de rooilijnplannen, door onteigening kan tot stand worden gebracht door de gemeente. Dit vormt een belangrijk nieuw gegeven voor de maatregel 5.1.1b uit dit inrichtingsplan.
Omdat er voor de gronden in kwestie geen akkoord in der minne kan bekomen worden, én er bijgevolg een onteigeningsprocedure moet opgestart worden, treedt er interferentie op met het gemeentewegendecreet en wordt de juridische rechtsgrond voor onteigening door VLM in dat geval als onvoldoende solide beschouwd. Derhalve adviseert de juridische dienst een wijziging van het landinrichtingsplan waarbij de gemeente belast wordt met de grondverwerving. Om hier gevolg aan te geven én om de gemeente verder de mogelijkheid te geven van subsidies landinrichting voor de grondverwerving, wordt deze wijziging ingeleid. Ondertussen is de gemeente Ruiselede op 1 januari 2025 gefusioneerd met de gemeente Wingene, onder de naam gemeente Wingene. Deze verandering wordt ook meegenomen bij de wijziging van dit inrichtingsplan, samen met de straatnaamwijziging; de Bruggesteenweg wordt ook Vagevuurstraat. Om dezelfde reden zullen we de overkoepelende maatregel voortaan benoemen als “aanleg van een utilitair fietspad langsheen de Torenweg en Vagevuurstraat.
Tegelijkertijd worden de bedragen van de grondverwerving aangepast met de gekende en geactualiseerde bedragen, ook voor de gronden in Beernem.

Deze wijziging brengt de realisatie van het fietspad niet in het gedrang. De omgevingsvergunning is goedgekeurd op 18 januari 2025 en momenteel bereidt de provincie als bouwheer de aanbesteding van de werken voor.

Mondelinge toelichting wordt ter zitting gegeven door burgemeester Jos Sypré.

Verwijzingsdocumenten

• Wijziging inrichtingsplan Wildenburg-Aanwijs: utilitair fietspad Torenweg - Vagevuurstraat
• Ontwerp instemming Beernem aanpassing inrichtingsplan Wildenburg-Aanwijs

Financiële impact

Financieel advies

In 2025 is onder:

• artikelnr. 0200-02/2202000 'aankoop gronden fietspad' € 61.500,00 voorzien
• artikelnr. 0200-02/1500000 'subsidie' € 17.500,00 voorzien

Samengevat in 2025 is een nettokost van € 44.000,00 voorzien door de gemeente Beernem.

De wijziging voorziet een aandeel van 50% door VLM en 50% door gemeente Beernem. Er is geen prefinanciering door gemeente Beernem, dus een nettokost van € 48.800,00. Bijgevolg is een kleine € 5.000,00 niet voorzien in de begroting van 2025. Hiervoor is een wijziging van de meerjarenplanning in 2025 nodig.

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

De inwoners van het gehucht Steenoven zijn sterk georiënteerd naar Oostveld voor het verenigingsleven, school, kerk, … Er is bij hen reeds een jarenlange vraag naar een rechtstreekse verbinding tussen Steenoven en Oostveld. De bestaande route via de Steenoven / Knesselarestraat / Tinhoutstraat is niet fietsveilig. We willen voor de fietsers en voetgangers een veilige en aangename verbinding creëren tussen Steenoven en Oostveld door middel van een trage weg. Een dergelijke directe en veilige verbinding stimuleert bovendien verplaatsingen te voet en met de fiets.

Regelgeving

• Het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017
• Het decreet houdende gemeentewegen van 03 mei 2019
  
  Bij beslissingen over de aanleg van gemeentewegen wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes vermeld in artikel 3 en 4 van het gemeentewegendecreet.
  
  Artikel 3. Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
  Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
  1° de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
  2° de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.
  
  Artikel 4. Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
  1° wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
  2° een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
  3° de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
  4° wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
  5° bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.

Argumentatie

De gemeente Beernem wenst een veilige fiets- en wandelverbinding (trage weg) te voorzien die de verbinding maakt van Steenoven naar Oostveld gelegen op haar grondgebied. De gemeente heeft hiervoor een alternatievenonderzoek gedaan waar zij deze weg het beste kan realiseren.

Om de trage verbinding juridisch te bestendigen is het noodzakelijk om een rooilijnplan op te maken tot aanleg van een nieuwe gemeenteweg. Voor de vestiging van een nieuwe gemeenteweg werd een rooilijnplan opgemaakt door landmeter Vanden Bussche. Het opgemaakte rooilijnplan wordt voorgelegd aan de gemeenteraad ter voorlopige vaststelling.

Conform artikel 26 §2 van het decreet houdende de gemeentewegen wordt daarnaast voorzien in de verplichte verwerving van de bedding van de gemeenteweg. Daarom wordt aan dit rooilijnplan een onteigeningsplan gekoppeld ter realisatie van de gemeenteweg.

Het voornemen tot het aanleggen van de gemeenteweg geeft uitvoering aan artikel 3 (doelstellingen) en aan artikel 4 (principes) van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 en werd aan deze artikels getoetst.

Artikel 3 van het decreet houdende de gemeentewegen bepaalt het volgende:

‘Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.

Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:

1. de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;

2. de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.’

De toetsing aan artikel 3 houdt in dat de voorgestelde maatregel beoogt om een trage verbinding te creëren tussen Steenoven en Oostveld. Op deze manier kunnen trage weggebruikers een veiligere en recreatievere verbinding maken en wordt het netwerk van trage wegen in Beernem versterkt.

Artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen bepaalt het volgende:

‘Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:

1. wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;

2. een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;

3. de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;

4. wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;

5. bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.’

In het kader van artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen, werd rekening gehouden met de vooropgestelde principes, en kan de aanleg als volgt worden gemotiveerd:

1. Wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang:

De aanleg van de nieuwe gemeenteweg dient het algemeen belang en meer bepaald om een veilige fiets- en wandelverbinding te creëren tussen Steenoven en Oostveld.

De inwoners van het gehucht Steenoven zijn sterk georiënteerd naar Oostveld voor het verenigingsleven, school, kerk… De bestaande route via de Steenoven / Knesselarestraat / Tinhoutstraat is niet fietsveilig. Fietsers en voetgangers die vanuit Steenoven naar Oostveld willen, moeten eerst de Knesselarestraat (een eerste keer) dwarsen. Vervolgens vervolgen ze hun weg via het smalle dubbelrichtingsfietspad dat aanliggend (!) is langs de druk bereden Knesselarestraat. Om in de Tinhoutstraat te geraken, moeten fietsers en wandelaars een tweede keer de Knesselarestraat dwarsen, dit keer via een kruispunt met 4 drukke takken (kruispunt Knesselarestraat – Tinhoutstraat - Schipperstraat). Oversteken als fietser is er niet evident. Wil men naar de parochiezaal of de school, dan moet men dus ook nog eens de Tinhoutstraat dwarsen. 

In het kader van verkeersstromen, is het de veiligste oplossing om de zwakke weggebruikers, waar mogelijk, te scheiden van het drukke verkeer (autoverkeer, vrachtverkeer,…) en hen rustigere alternatieven te bieden.

2. Een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd:

Aangezien het een aanleg van een nieuwe gemeenteweg betreft, wordt dit niet aanzien als een uitzonderingsmaatregel.

Echter zal de aanleg van een nieuwe gemeenteweg gekaderd worden in de creatie van een goed ruimtelijk doordacht wegennet van de gemeente. Met de creatie van de nieuwe gemeenteweg wordt een verkeersveilige verbinding gecreëerd tussen Oostveld en Steenoven.

Er is geen enkele trage verbinding (meer) tussen Steenoven en Oostveld. Dus momenteel kunnen we geen rustiger alternatief aanbieden voor fietsers en wandelaars, terwijl de gemeente verplaatsingen te voet en met de fiets juist wenst te stimuleren. Dit komt tot uiting in zowel het mobiliteitsplan, goedgekeurd in de gemeenteraad van 22 februari 2018, als het meerjarenplan 2020 - 2025. Ook in het participatietraject in de aanloop naar dit meerjarenplan kwam naar voor dat fietsen aangenamer en veiliger moet en dat dit kan via het (her)openen van bestaande 'kerkwegels'.

Ooit was er een trage weg tussen Steenoven en Oostveld. Deze historische verbinding werd meer dan 60 jaar gebruikt tot die halfweg de jaren 80 voor een stuk werd ingenomen door de landbouwer-eigenaar waardoor die niet meer toegankelijk was.

Er kwam hierop onmiddellijk enorm veel protest van de inwoners en van belangengroepen om dit gedeelte van de weg opnieuw open te stellen. Naar aanleiding van de blijvende vraag werd beslist tot de opmaak van een Trage Wegen Plan Oostveld. Dit plan werd goedgekeurd in zitting van 15 september 2016 waarbij de trage weg tussen Steenoven en Oostveld een A-label kreeg, namelijk op te nemen als deel van het basisnetwerk trage wegen. In dit Trage Wegen Plan Oostveld is bovendien beslist om binnen het kader van de uitbouw van een fijnmazig veilig wegennet voor de zachte weggebruiker, in het binnengebied tussen de  Knesselarestraat, de Tinhoutstraat en Ruweschuurstraat niet enkel een NW-ZO verbinding te creëren, maar ook een NO-ZW-verbinding. Het zou dus een enorme meerwaarde zijn mocht de nieuwe trage weg aansluiten op de Tinhoutstraat, die dan op haar beurt aansluiting kan maken op het Grote Routepad Tijl Uilenspiegel, wat dan weer een recreatieve meerwaarde heeft.

Er zijn verschillende redenen waarom het gemeentebestuur een nieuwe trage weg wil realiseren tussen Steenoven en Oostveld (op vraag van de bewoners omwille van de veiligheid, uitbouw fijnmazig, veilig wegennet voor zachte weggebruikers, recreatief, cultuurhistorisch), waarvan de voornaamste reden de verkeersveiligheid is.

Aangezien er geen enkele bestaande trage verbinding is tussen Steenoven en Oostveld, is de werkgroep trage wegen nagegaan welke mogelijke verbindingen er kunnen gelegd worden tussen Steenoven en Oostveld. Tijdens het daaropvolgende alternatievenonderzoek werden alle mogelijke verbindingen tussen Steenoven en Oostveld in kaart gebracht. Het alternatievenonderzoek is gevoegd in bijlage en maakt integraal deel uit van deze beslissing.

3. De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen:

De verbindingen die een huiskavel dwarsen worden omwille van financiële redenen en omwille van de impact op de bewoners na het alternatievenonderzoek niet weerhouden. Via de mogelijke verbindingen vanuit de Ruweschuurstraat zou een omweg gecreëerd worden van bijna 1,5 km met bovendien het dwarsen van een kruispunt (Ruweschuurstraat / Tinhoutstraat / Bruinbergstraat). Voor fietsers, en zeker voetgangers, is dergelijke omweg te ver. Daarom worden ook deze verbindingen niet weerhouden als mogelijke veilige trage verbinding tussen Steenoven en Oostveld.

Na voornoemd alternatievenonderzoek blijkt de verbinding via de parochiezaal (optie A) de beste optie te zijn om volgende redenen:

• De verbinding eindigt (of start) via de toegangsweg naar de parochiezaal, dé ontmoetingsplaats bij uitstek in Oostveld. Wil men de parochiezaal bereiken via de verbinding die eindigt tussen huisnummers 49 - 51, dan moet men eerst nog 2 x de Tinhoutstraat dwarsen en een 500-tal meter extra afleggen met de fiets of te voet.
• Vanuit de verbinding via de parochiezaal kan gemakkelijk aansluiting gevonden worden met de Ruweschuurstraat in een latere fase. Voor de verbinding via huisnummers 49-51 vergt dit veel extra grondinname.
• Bij voorkeur nemen we zoveel mogelijk bestaande weg in om de inname van landbouwgrond beperkt te houden. De verbinding via de parochiezaal verloopt 475 m langs bestaande wegen ten opzichte van 100 m via de verbinding 49-51.
• Bij de verbinding via de parochiezaal moet 500 m² minder landbouwgrond aangekocht worden dan bij de verbinding 49-51. 

4. Wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief:

De verbinding tussen Oostveld en Steenoven zal een positieve invloed hebben op het ruimtelijk doordacht wegennet van de gemeente Beernem. Er is geen gemeentegrensoverschrijdende context gezien de verbinding twee delen binnen het grondgebied van de gemeente Beernem met elkaar verbindt.

5. Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen:

Het huidige project, is een duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Door deze aanleg van de nieuwe gemeenteweg zal er een verbinding gecreëerd worden welke dienstig is voor zowel de huidige generatie als de toekomstige generatie, en dit zonder de verdere ontwikkeling van het gebied in het gedrang te brengen.

Met andere woorden is de aanleg van de gemeenteweg, inclusief de geplande wegeniswerken, een toekomstgerichte handeling die het wegenbeleid van de gemeente Beernem ten goede komt en geen afbreuk doet aan toekomstige ontwikkelingen van het gebied. Er worden immers door de aanleg geen andere projecten (bouwprojecten of verbindingen) in het gedrang gebracht.

Volgens het decreet stelt de gemeenteraad het ontwerp van rooilijnplan voorlopig vast. Dit ontwerp van rooilijnplan bevat tevens een berekening van de waardevermindering in het kader van artikel 28 van het decreet houdende de gemeentewegen en de onteigeningsvergoeding. Aangezien artikel 26 §2 van het decreet houdende de gemeentewegen de gemeente Beernem verplicht om tot verwerving van de wegbedding over te gaan zal de minwaardevergoeding worden verrekend bij een uiteindelijke aankoop en/of bij een onteigening (dit gelet op de planneutraliteit).

De minwaardeberekening is door landmeter - expert Vanden Bussche als volgt gebeurd: De wijze van waardering is een berekening waarbij o.a. rekening wordt gehouden met de waardeverandering over het gehele getroffen perceel. Om deze waarde te bepalen, wordt ook gekeken naar de venale waarde die gesteund is op een combinatie van vergelijkende methode-analytische methode. Voor betrokken goederen worden relevante vergelijkingspunten aangebracht en onderzocht. De goederen worden hierbij afgewogen tegenover o.a. deze vergelijkingspunten. Naast de venale waarde wordt ook rekening gehouden met de gelijke behandeling van burgers voor de opgelegde openbare lasten in het kader van het algemeen belang en ermee rekening gehouden, de bestaande openbare en privatieve erfdienstbaarheden en de vigerende overheidsbesluiten over het grondgebruik. Ook wordt rekening gehouden met reeds bestaande doorgangen. Dit leidt er uiteindelijk toe om de waardeverandering te kennen voor en na de uitvoering van de vooropgestelde nieuwe rooilijn. Het volledige verslag van de berekening van de minwaarde is als bijlage toegevoegd.

De minwaardeberekening zal verrekend worden met de onteigeningsvergoeding.

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door burgemeester Jos Sypré, bevoegd voor mobiliteit.

Verwijzingsdocumenten

• Rooilijnplan
• Alternatievenonderzoek met bijlagen
• Minwaardeberekening 

Tussenkomsten

Er is een tussenkomst door raadslid Jef Vansteenhuyse beantwoord door burgemeester Jos Sypré.

Feiten en voorgeschiedenis

Er bestond vroeger een (private) verbinding tussen Steenoven en Oostveld door de landerijen en langs de parochiezaal. Deze doorgang werd frequent gebruikt door bewoners van Steenoven en Oostveld tot half de jaren 80. Toen werden delen van de verbinding door de landbouwers-eigenaars ingenomen/ingeploegd en werd doorgang onmogelijk. Nochtans zijn de inwoners van Steenoven nog altijd sterk georiënteerd naar Oostveld, namelijk voor het verenigingsleven dat zich voornamelijk afspeelt in de parochiezaal, de school, Chiro, sport (voetbal) en kerk. De parochiezaal is een druk bezochte locatie met gemiddeld 50 activiteiten of bestuursvergaderingen per jaar door alle verenigingen die zich daar gehuisvest hebben zoals de Chiro Oostveld, vzw ’t Zwarte Veld, de Landelijke gilde, KWB, Okra, Ferm en Oostveld Leeft, maar ook door privéverhuring voor feesten, recepties, etc.

Wie momenteel vanuit Steenoven naar Oostveld wenst te fietsen of te wandelen, bv. naar de parochiezaal, moet tweemaal de Knesselarestraat oversteken. Een eerste keer vanaf Steenoven naar de Knesselarestraat. Dan vervolgt men de weg langs het smalle dubbelrichtingsfietspad dat aanliggend is langs de Knesselarestraat (de N337, een druk bereden gewestweg). Het Vlaamse Gewest is bevoegd om veiligheidswijzigingen aan te brengen aan deze weg, niet de gemeente. Vervolgens moet men de Knesselarestraat een tweede keer dwarsen om in de Tinhoutstraat te raken via een kruispunt met 4 drukke takken (Kruispunt Knesselarestraat – Tinhoutstraat – Schipperstraat). Oversteken als fietser is hier niet evident. Langs de Tinhoutstraat is er al een afgescheiden dubbelrichtingfietspad aan de overkant van de parochiezaal en school, maar ook de Tinhoutstraat moet dus nog eens (een derde keer) gedwarst worden, wil men de parochiezaal of school bereiken.

Aan het feit dat men tweemaal de autobaan (N337 Knesselarestraat) moet dwarsen om vanuit Steenoven naar Oostveld te gaan, of zelfs 3 keer als men de school of parochiezaal wenst te bereiken, kan de gemeente zelf, bij gebrek aan bevoegdheid over een gewestweg, niets veranderen.

Wel wenst de gemeente een alternatief aan te bieden voor de zwakke weggebruiker door een trage weg te voorzien die Oostveld met Steenoven kan verbinden. Het is bovendien de veiligste oplossing om de zwakke weggebruiker waar mogelijk te scheiden van het drukke gemotoriseerd verkeer en hen een rustiger alternatief aan te bieden.

Het gemeentebestuur voert bovendien een beleid waarbij men verplaatsingen te voet en met de fiets wenst te stimuleren (cfr. Trage Wegen Plan Oostveld, mobiliteitsplan, meerjarenplan) door een fijnmazig en veilig weggennet uit te werken voor de zachte weggebruikers, enerzijds omwille van het aanbieden van een veiliger alternatief op de verbinding langs de drukke gewestweg (Knesselarestraat N337), anderzijds omwille van de recreatieve meerwaarde.

Doorheen de jaren bleef de vraag naar het opstellen van de historische verbinding tussen Oostveld en Steenoven bestaan. De gemeente krijgt regelmatig brieven met aandrang en vraag naar de verbinding door middel van een (veiligere en aangenamere) trage weg tussen Steenoven en Oostveld.

Het Trage Wegen Plan Oostveld werd opgemaakt, welke breed gedragen is door de gemeentelijke klankbordgroep (bestaande uit de adviesraden sport, landbouw, milieu, cultuur, jeugd, senioren, personen met een handicap, wandelclub, Heemkring Bos en Beverveld, de politieke fracties en alle Oostveldse verenigingen) en welke op 27 juni 2016 gunstig advies kreeg van de commissie Trage Wegen van de provincie West-Vlaanderen over deze beleidsvisie Trage Wegen Oostveld mede omwille van het brede draagvlak. Het Trage Wegen Plan Oostveld werd goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 15 september 2016.

In het mobiliteitsplan dat werd goedgekeurd door de gemeenteraad van 22 februari 2018 wordt een beleidskader voor trage wegen vastgelegd met als eerste prioriteit: 'de verbinding tussen de deelkernen onderling dienen behouden en indien mogelijk bijkomend geactiveerd of gecreëerd te worden omdat deze trage wegen het meest bijdragen tot het promoten van verplaatsingen te voet of met de fiets'.

In aanloop naar het meerjarenplan 2020-2025 werd een participatietraject georganiseerd, waarbij maar liefst 73,3% van de Beernemnaars vonden dat het voorstel “De fiets centraal” met nadruk op veiliger en aangenamer fietsen in Beernem moest worden opgenomen in het meerjarenplan.

In het meerjarenplan 2020-2025 blijkt meer bepaald onder het actieplan 6.6. “we werken verder aan het openstellen van trage wegen”, 6.6.2 opgenomen te zijn “realiseren trage weg Steenoven-Oostveld”.

Aangezien er geen enkele bestaande trage verbinding tussen Steenoven en Oostveld is, heeft de gemeente een alternatievenonderzoek opgestart om de meest ideale locatie te vinden om de verbinding te kunnen maken voor het aanbieden van een veiliger en aangenamer alternatief voor de zachte weggebruikers dan de drukke N337 Knesselarestraat met minstens 2 kruisingen om van Steenoven tot in Oostveld te geraken. In het alternatievenonderzoek werd rekening gehouden om geen huiskavels te dwarsen, de inname van landbouwgrond zoveel mogelijk te beperken, het splitsen van percelen te vermijden en werd de voorkeur gegeven aan inname van gronden die reeds de functie van weg hebben.

De conclusie van het alternatievenonderzoek is dat het aangewezen is de verbinding via de parochiezaal te selecteren omdat deze zowel voor de realisatie van de gewenste verbinding tussen Oostveld Steenoven als voor toekomstige gewenste verbindingen (bv. richting het Grote Routepad Tijd Uilenspiegel) de minste inname van landbouwgrond vereist is, de verbinding voor een groot stuk langs bestaande wegen verloopt, er geen impact is op huiskavels en bovendien rechtstreeks aansluit op de parochiezaal als dé ontmoetingsplaats van Oostveld.

Bij besluit van 18 september 2025 werd door de gemeenteraad van de gemeente Beernem het rooilijnplan betreffende de trage wegverbinding Oostveld Steenoven voorlopig goedgekeurd.

Het rooilijnplan beoogt de realisatie van de nieuwe trage wegverbinding, zoals begrepen onder artikel 2, 10° van het gemeentewegendecreet.

De gemeente heeft reeds onderhandelingen gevoerd met de betrokken aanpalende eigenaars sinds juli 2021 om een akkoord te bekomen over de verwerving van de percelen noodzakelijk voor de realisatie van de nieuwe trage wegverbinding. Met de eigenaars van de verder in dit voorlopig onteigeningsbesluit vermelde onroerend goed kon nog geen minnelijk akkoord worden bereikt.

Bijgevolg dient de gemeente voor de verwerving van de aan te leggen nieuwe gemeentelijke trage weg over te gaan tot onteigening voor het algemeen nut, onder de in dit voorlopig onteigeningsbesluit vermelde modaliteiten en voorwaarden.

Dit weerhoudt de gemeente er niet van om te blijven onderhandelen in de hoop alsnog een minnelijk akkoord te bereiken met de betrokken eigenaars.

Regelgeving

• De Grondwet, artikel 16 betreffende het eigendomsrecht;
• Het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
• Het Decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut (“Onteigeningsdecreet”);
• Het Besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 2017 tot uitvoering van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017;
• Het decreet houdende gemeentewegen van 3 mei 2019;
• De VCRO van 15 mei 2009;
• Het besluit van 18 september 2025 van de gemeenteraad van de gemeente Beernem houdende voorlopige vaststelling van het rooilijnplan

Argumentatie

1. Te onteigenen onroerend goed

Het te onteigenen onroerend goed, zoals aangeduid op het bij dit besluit gevoegd onteigeningsplan, is het volgende:

1)      het perceel grond met oppervlakte van 398m², met daarop heden een weg, kadastraal gekend onder afdeling 2 Beernem, sectie C, nr. 546/2C;

2)      het perceel grond met oppervlakte van 964m², met daarop heden een weg, kadastraal gekend onder afdeling 2 Beernem, sectie C, nr. 547d;  

3)      het perceel grond met oppervlakte van 257m², met daarop heden een weg, kadastraal gekend onder afdeling 2 Beernem, sectie C, nr. 547c,

4)      het perceel grond met oppervlakte van 257m², met daarop heden een weg, kadastraal gekend onder afdeling 2 Beernem, Sectie C, nr. 547b;

5)      een deel van het perceel grond met oppervlakte van 15120m², met daarop heden weiland, kadastraal gekend onder afdeling 2 Beernem, Sectie C, nr. 491, voor een
gemeten oppervlakte van 719,63 m².

6)      Een deel van het perceel grond met oppervlakte van 18067m², met daarop heden weiland, kadastraal gekend onder afdeling 2 Beernem, Sectie C, nr. 567c, voor een gemeten oppervlakte van 652,54m²;

Met de eigenaars van deze onroerende goederen zijn reeds onderhandelingen gevoerd over de minnelijke aankoop van het onroerend goed.

2. Onteigenende instantie

Het te onteigenen onroerend goed is gelegen op het grondgebied van de gemeente Beernem.

Bijgevolg is de onteigenende instantie de gemeente Beernem, ingeschreven in de kruispuntbank der ondernemingen onder het nummer BE0207.527.936, met zetel te Bloemendalestraat 112, 8730 Beernem.

3. Rechtsgrond voor de onteigening

Op grond van artikel 6, 1° en artikel 7, 3^de alinea van het Decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut zijn gemeenten bevoegd om tot onteigening over te gaan in de gevallen waarin ze oordelen dat de onteigening noodzakelijk is voor de uitwerking van de infrastructuur of het beleid inzake de gemeentelijke aangelegenheden.

Op grond van artikel 7, 4^de alinea van voormeld decreet moeten gemeenten, waar decretaal of wettelijk een specifieke rechtsgrond voor onteigening wordt bepaald, echter op grond van die rechtsgrond tot onteigening overgaan.

Het te onteigenen onroerend goed maakt het voorwerp uit van het rooilijnplan, voorlopig goedgekeurd bij besluit van 18 september 2025 van de gemeenteraad van de gemeente Beernem.

Het artikel 2 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen definieert de rooilijn als de toekomstige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen, vastgelegd in een rooilijnplan.

Op grond van artikel 26 van voormeld decreet heeft de vastlegging van een gemeenteweg tot gevolg dat op de gemeente de rechtsplicht rust om over te gaan tot de realisatie, de vrijwaring en het beheer van de gemeenteweg. Als het gaat om nieuwe gemeentewegen, wat in casu het geval is: een nieuwe trage weg, gaat de gemeente over tot verwerving van de onroerende goederen vereist voor de realisatie van de gemeenteweg.

Op grond van artikel 27 van voormeld decreet kan elke verwerving van onroerende goederen vereist voor de aanleg, de wijziging of verplaatsing van gemeentewegen en voor de realisatie van de rooilijnplannen door onteigening tot stand worden gebracht, conform de bepalingen van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.

De te onteigenen percelen vormen aldus een cruciale rol in de realisatiemogelijkheid van het volledige project. Zonder deze percelen kan de nieuwe gemeenteweg niet worden gerealiseerd.

De onteigening kadert aldus in het gemeentelijk (trage) wegenbeleid en het beleid inzake openbare nutsvoorzieningen van de gemeente.

4. Onteigeningsdoel van algemeen nut

Op het grondgebied van de gemeente Beernem wordt de aanleg, het beheer en het onderhoud van de nieuwe publieke infrastructuur (trage weg) binnen de rooilijn voorzien.

Op grond van artikel 27 van het gemeentewegendecreet kan elke verwerving van onroerende goederen vereist voor de aanleg van nieuwe gemeentewegen of voor de wijziging of verplaatsing van gemeentewegen en voor de realisatie van de rooilijnplannen door onteigening tot stand worden gebracht, conform de bepalingen van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.

De aanleg van een nieuwe gemeenteweg, het beheer en het onderhoud van de hierboven vermelde publieke infrastructuur, de realisatie van het met het oog op de publieke infrastructuur opgemaakte rooilijnplan en de ter realisatie van de infrastructuur en dat rooilijnplan beoogde onteigening, zijn van algemeen nut.

Dit laatste vloeit ook voort uit artikel 4.4.7 §2 jo. artikel 5.6.7 §3 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Volgens artikel 4.4.7 §2 VCRO mag in een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften. Op grond van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot wijziging van de handelingen in de zin van bijvoorbeeld artikel 4.4.7§2 VCRO zijn handelingen van algemeen belang: de aanleg, wijziging of uitbreiding van openbare fiets- ruiter- en wandelpaden en andere paden voor de zwakke weggebruiker. Volgens artikel 5.6.7 §3 VCRO gelden de mogelijkheden om af te wijken van de stedenbouwkundige voorschriften op grond van artikel 4.4.7 §2 VCRO onder dezelfde voorwaarden ten aanzien van de instanties en organen die adviseren of beslissen over een onteigeningsplan.

In de memorie van toelichting bij het Vlaamse Onteigeningsdecreet wordt bovendien uitgegaan van een ‘vermoeden van algemeen nut’, wanneer het te onteigenen goed een bestemming van openbaar gebruik krijgt. Met openbaar gebruik wordt bedoeld het gebruik van een bepaald goed dat een (onbepaalbaar en variabel) aantal mensen op niet-exclusieve wijze, rechtstreeks of onrechtstreeks kan maken.

Zoals hierboven reeds aangegeven gaat het hier om de aanleg van een trage weg tussen Steenoven en Oostveld waarbij een verkeersveilig alternatief geboden wordt voor de fietsers en voetgangers, voor functioneel en recreatief gebruik. Iedereen, te voet, of met de fiets, zonder uitzondering, mag en zal van de te realiseren verbinding gebruik kunnen maken. De aanleg dient géén private belangen. Het onteigeningsdoel is bijgevolg van algemeen nut.

5. Onteigeningsnoodzaak

De beoogde onteigening dient het algemeen nut. Daarnaast is het ook noodzakelijk dat (a) hoger vermeld onteigeningsdoel effectief verwezenlijkt wordt, (b) dat dit onteigeningsdoel gerealiseerd wordt middels onteigening en (c) dat het onteigeningsdoel verwezenlijkt wordt op het te onteigenen onroerend goed. 

1. Noodzaak van het doel van de onteigening
   Om als zachte weggebruiker van Steenoven naar Oostveld te verplaatsen (of omgekeerd) dient met tweemaal de drukke Kesselarestraat te dwarsen en dient men een groot deel langs deze weg op het smalle aanliggende dubbelrichtingfietspad te rijden. Vervolgens indien men in de Tinhoutstraat de parochiezaal of de school wenst te bereiken dient men ook nog eens de Tinhoutstraat te dwarsen.
   
   De gemeente wenst op vraag van de bevolking en als antwoord op haar eigen trage wegen beleid een alternatief aan te bieden voor de zwakke weggebruiker op de verbinding van Steenoven naar Oostveld via de verbinding langs het smalle dubbelrichtingsfietspad dat aanliggend is langs de Knesselarestraat (N337 een drukke gewestweg) door in plaats hiervan een veiligere en aangenamere route te voorzien via een trage weg die Oostveld met Steenoven kan verbinden. Op die manier is de zachte weggebruiker gescheiden van het drukke gemotoriseerd verkeer. Het aanbieden van een alternatieve route is het enige dat de gemeente kan doen, aangezien de N337 een gewestweg is waarvoor zij geen bevoegdheid heeft om er veiligheidsaanpassingen aan te doen.
   
   De gemeente wenst op die manier bovendien uitvoering te geven aan haar beleid om verplaatsingen te voet en met de fiets te stimuleren door een fijnmazig en veilig trage wegennet uit te werken met bovendien een recreatieve meerwaarde.
   
   De gemeente biedt op die manier bovendien uitvoering aan en realisatie van het rooilijnplan van de gemeente Beernem. Deze noodzaak vloeit immers voort uit artikel 26 §1 van het gemeentewegendecreet. Volgens dit artikel heeft de vastlegging van een gemeenteweg tot gevolg dat op de gemeente de rechtsplicht rust om over te gaan tot de realisatie, de vrijwaring en het beheer van de gemeenteweg. Op de gemeente Beernem rust derhalve een wettelijke realisatieplicht.
   
   Het doel van de onteigening is bijgevolg noodzakelijk.

2. Noodzaak van de onteigening als middel
   
   Voor de realisatie van het rooilijnplan op het grondgebied van de gemeente Beernem is het noodzakelijk dat gebruik wordt gemaakt van het instrument onteigening.
   
   Voor infrastructuurwerken zoals openbare verkeerswerken in het algemeen belang is het vereist dat de overheid, in dit geval de gemeente, deze zelf ontwikkelt.
   
   Volgende zaken moeten absoluut vermeden worden:
   -      Een versnipperde eigendomsstructuur;
   -      Een lappendeken aan verantwoordelijkheden inzake aanleg, onderhoud en herstel, wat zou leiden tot een groter risico op juridische conflicten;
   -      Een gebrek aan globale inrichting en een overkoepelend beheer en onderhoud;
   -      Problemen naar toegankelijkheid, het beschikbaar houden ten aanzien van andere gebruikers en bijvoorbeeld het voorzien van aanvullende reglementen;
   
   De weg is in eigendom van verschillende eigenaars, waardoor de eigendomsstructuur versnippert is, wat absoluut moet worden vermeden, zo blijkt uit de memorie van toelichting van het Vlaams Onteigeningsdecreet.
   
   Het aanleggen, beheren en onderhouden van openbare infrastructuur behoort tot de basistaken van de gemeente en vereist een coherent en doelmatig beheer en beleid, ook naar eventuele aansprakelijkheden en verantwoordelijkheden toe.
   
   Van de infrastructuur moet onder alle omstandigheden een veilig en doelmatig gebruik kunnen gemaakt worden. Dit kan enkel indien de gemeente kan instaan voor de realisatie ervan. Een zo eenduidig mogelijke grondpositie waarborgt de publieke beheerstaken, onder meer naar onderhoud, verlenen van vergunningen, advisering in het kader van stedenbouwkundige vergunningen, toestaan van afwijkingen van de rooilijn, aansprakelijkheden, etc.
   
   Ook in het licht van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) is de ontwikkeling van weginfrastructuur door de gemeente vereist. Zo stelt het RSV voor wegeninfrastructuur voorop dat er een duidelijke en geïntegreerde visie op de verschillende vervoerswijzen moet zijn, waarvoor een algemene consensus tussen betrokken partners noodzakelijk is. Het is overigens om al deze redenen dat alle weginfrastructuur en de daarmee onlosmakelijk samenhangende ingrepen in artikel 24 §3 van het Onteigeningsdecreet uitdrukkelijk zijn uitgesloten van het recht om een verzoek tot zelfrealisatie in te dienen.
   
   Er werd reeds onderhandeld met de eigenaars van de te onteigenen percelen, maar tot nu toe kon voorlopig echter geen akkoord bereikt worden met alle eigenaars over de minnelijke aankoop van het onroerend goed.
   
   Als een minnelijk akkoord niet mogelijk blijkt, dient de gemeente over te gaan tot onteigening om het vooropgestelde doel te kunnen verwezenlijken.

3. Noodzaak van het voorwerp van de onteigening
   
   De gemeente realiseert binnen de rooilijn een nieuwe trage gemeenteweg om zo een veiligere en aangenamere alternatieve verbinding te creëren voor de zachte weggebruiker van Oostveld naar Steenoven gescheiden van het drukke gemotoriseerde wegverkeer op de Knesselarestraat. Zonder deze verbinding moeten zachte weggebruikers helemaal omrijden langs het smalle dubbelrichtingsfietspad dat aanliggend is langs de Knesselarestraat (N337 een drukke gewestweg) welke 2 keer moet gedwarst worden, om verder te rijden naar de Tinhoutstraat, waar in geval de eindbestemming de school of de parochiezaal is nog een derde keer de baan moet worden gedwarst. De ontwikkeling enerzijds van de nieuwe trage gemeenteweg en het beheer en onderhoud anderzijds van het geheel brengt met zich mee dat alle aan de bestaande gemeenteweg grenzende onroerende goederen geheel of gedeeltelijk in eigendom moeten verworven worden, ten belope van de breedte die is vastgelegd in het rooilijnplan.

6. Minnelijke onderhandelingstermijn

Op grond van artikel 10, §1 en artikel 15, 2e alinea van het Decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut onderneemt de onteigenende instantie binnen een minnelijke onderhandelingstermijn een aantoonbare poging om via onderhandelingen de te onteigenen onroerende goederen minnelijk te verwerven.

De minnelijke onderhandelingstermijn moet vermeld worden in het voorlopig onteigeningsbesluit en duurt maximaal één jaar.

Met de eigenaars van de hoger in dit besluit vermeld percelen zijn reeds sinds juli 2021 onderhandelingen lopende over de minnelijke aankoop. De eigenaars werden meermaals gecontacteerd voor overleg. Er kan in redelijkheid geoordeeld worden dat een relatief korte termijn moet volstaan om definitief uit te maken of een minnelijk akkoord al dan niet kan bereikt worden.

De minnelijke onderhandelingstermijn wordt dan ook bepaald op zes maanden vanaf de kennisgeving vermeld in artikel 15 Onteigeningsdecreet. Na het verstrijken van deze termijn kan de eigenaar niet langer eisen van de gemeente dat er nog verder onderhandeld wordt.

Omgekeerd belet uiteraard niets dat de gemeente na deze termijn de onderhandelingen alsnog vrijwillig zou voortzetten indien zou blijken dat dit het met het oog op het bekomen van een minnelijk akkoord alsnog zinvol kan zijn.

7. Openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek zal conform artikel 17-23 van het decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut en artikel 10-13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 2017 tot uitvoering van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 verlopen.

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door burgemeester Jos Sypré, bevoegd voor mobiliteit.

Verwijzingsdocumenten

Volgende bijlagen zijn opgenomen bij en maken integraal deel uit van onderhavig voorlopig onteigeningsbesluit:

• Onteigeningsplan
• Projectnota

Volgende extra bijlagen worden ter informatie meegedeeld:

• Alternatievenonderzoek
• Rooilijnplan
• Besluit van 18 september 2025 van de gemeenteraad van de gemeente Beernem betreffende het rooilijnplan

Tussenkomsten

Er is een tussenkomst door raadslid Jef Vansteenhuyse beantwoord door burgemeester Jos Sypré.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Art. 42 e.v. DLB

Feiten en voorgeschiedenis

Als er vrachtwagens geparkeerd staan op de parkeerstroken in de Beverhoutsveldstraat links en rechts van de Praetbaliestraat is de zichtbaarheid op het aankomend verkeer vanuit de Praetbaliestraat beperkt. Dit punt ligt op het wandelnetwerk en ook heel wat fietsers steken hier over. Hoewel hier geen bebouwde kom is, gaat het hier wel over een woonzone/wijk (landelijke woonzone) waar het parkeren van vrachtwagens niet gewenst is. Daarom wordt voorgesteld om de parkeerstrook zowel links als rechts van het kruispunt in te richten als parkeerstrook voorbehouden voor motorfietsen, personenauto's, auto's voor dubbelgebruik en minibussen. 

Deze locatie betreft een gemeenteweg.

De parkeerzone wordt gereglementeerd door een aanvulling in Afdeling I Gemeentewegen - artikel 14 'parkeerplaatsen voorbehouden voor bepaalde categorieën' van het gecoördineerd gemeentelijk aanvullend reglement op de politie op het wegverkeer (goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 3 juli 2014).

Regelgeving

• Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968.
• Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
• Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
• Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
• Uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
• Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009.
• Gecoördineerd algemeen politiereglement op het wegverkeer betreffende de gemeentewegen van Beernem, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 3 juli 2014, en latere wijzigingen en aanvullingen.
• Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

Argumentatie

Als er vrachtwagens geparkeerd staan op de parkeerstroken in de Beverhoutsveldstraat links en rechts van de Praetbaliestraat is de zichtbaarheid op het aankomend verkeer vanuit de Praetbaliestraat beperkt. Dit punt ligt op het wandelnetwerk en ook heel wat fietsers steken hier over. Hoewel hier geen bebouwde kom is, gaat het hier wel over een woonzone/wijk (landelijke woonzone) waar het parkeren van vrachtwagens niet gewenst is. Daarom wordt voorgesteld om de parkeerstrook zowel links als rechts van het kruispunt in te richten als parkeerstrook voorbehouden voor motorfietsen, personenauto's, auto's voor dubbelgebruik en minibussen. 

Deze locatie betreft een gemeenteweg.

De parkeerzone wordt gereglementeerd door een aanvulling in Afdeling I Gemeentewegen - artikel 14 'parkeerplaatsen voorbehouden voor bepaalde categorieën' van het gecoördineerd gemeentelijk aanvullend reglement op de politie op het wegverkeer (goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 03 juli 2014).

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door burgemeester Jos Sypré, bevoegd voor mobiliteit.

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur

Feiten en voorgeschiedenis

Op zon- en feestdagen geldt de blauwe zone regeling niet. Op die dag zijn ook heel wat bewoners thuis (anders dan op een werkdag) en staat de Markt dikwijls vol geparkeerd, ook de parkeerplaatsen kort parkeren omdat die ook onder de blauwe zone regeling vallen wat de dagen en uren betreft. Enkel de tijdsaanduiding wijkt af.
Dit is een probleem voor de handelaars, zeker voor de categorie die het van een kort bezoek of afhaling moeten hebben. Zij vragen om de blauwe zone ook op zondag te laten gelden.

Regelgeving

• Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968.
• Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
• Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
• Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
• Uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
• Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009.
• Gecoördineerd algemeen politiereglement op het wegverkeer betreffende de gemeentewegen van Beernem, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 3 juli 2014, en latere wijzigingen en aanvullingen.
• Decreet Lokaal Bestuur

Argumentatie

Om hieraan tegemoet te komen wordt voorgesteld om de 4 langsparkeerplaatsen aan Markt 17-20, die nu al gereglementeerd zijn als max. 30 minuten parkeren uit te breiden naar zon- en feestdagen. Dit kan eenvoudig door een aanvullend onderbord te plaatsen 'ook op zon- en feestdagen'. De reglementering op deze parkeerplaatsen geldt dan alle dagen van de week binnen de normale uren van de blauwe zone, nl. van 9 uur tot 18 uur.

Dit reglement betreft een gemeenteweg.

De wijziging aan de parkeerplaatsen voor kort parkeren worden gereglementeerd door een aanpassing in Artikel 13: 'beperkt parkeren' van het gecoördineerd gemeentelijk aanvullend reglement op de politie op het wegverkeer (goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 3 juli 2014).

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door burgemeester Jos Sypré, bevoegd voor mobiliteit.

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikel 40 e.v. van het decreet lokaal bestuur m.b.t. de bevoegdheid van de gemeenteraad.

Feiten en voorgeschiedenis

In het gecoördineerd gemeentelijk aanvullend reglement op de politie op het wegverkeer werden reeds 7 locaties ingericht als voorbehouden voor het laden van elektrische wagens. Hierbij wordt de parkeertijd beperkt tot 3 uur om voldoende roulatie te krijgen op die parkeerplaats én moet je ook je parkeerschrijf gebruiken. Volgens de algemene regeling is dat dan van 9 uur tot 18 uur en dit van maandag t.e.m. zaterdag.

Regelgeving

• Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968.
• Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
• Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
• Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
• Uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
• Omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009.
• Gecoördineerd algemeen politiereglement op het wegverkeer betreffende de gemeentewegen van Beernem, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 3 juli 2014, en latere wijzigingen en aanvullingen.
• Decreet Lokaal Bestuur

Argumentatie

De vraag werd al meermaals gesteld om de toegelaten parkeertijd te verlengen tot 4 uur, dit vooral omdat op 3 uur een normale wagen aan een standaard laadpaal niet altijd volgeladen is. Om de concessie echter rendabel te houden moet er voldoende roulatie zijn in de laadbeurten.

Daarom wordt voorgesteld om:

• de laadtijd te verlengen tot max 4 uur.
• de tijd waarin je de schijf moet zetten uit te breiden van 8 uur tot 20 uur, zodat er, met de langere laadtijd van 4 uur, toch evenveel auto’s kunnen laden.
• de regels ook te laten gelden op zon- en feestdagen. In huidige situatie kan iemand die zijn wagen aan een laadpaal zet op zaterdagnamiddag 15 uur deze laten staan tot maandagochtend 9 uur.

De huidig ingerichte locaties waarop deze wijziging van toepassing zal worden betreft gemeentewegen.
Toekomstige laadinfrastructuur zal onder dezelfde nieuwe regeling vallen.

Deze wijziging kan worden gereglementeerd door een aanpassing van artikel 14.9 'Op volgende plaatsen worden parkeerplaatsen voorbehouden voor elektrische voertuigen' van het gecoördineerd gemeentelijk aanvullend reglement op de politie op het wegverkeer.

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door burgemeester Jos Sypré, bevoegd voor mobiliteit.

Tussenkomsten

Er is een tussenkomst door raadslid Lode Vanneste.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikel 40 e.v. DLB

Feiten en voorgeschiedenis

Het intergemeentelijk samenwerkingsverband (IGS) ‘de Woonwinkel’ dient een nieuwe subsidieaanvraag in te dienen voor de periode van 1 januari 2026 tot 31 december 2031

• Het IGS ‘De Woonwinkel’ is een interlokale vereniging zonder rechtspersoonlijkheid en zonder beheersoverdracht. De laatste statutenwijziging dateert van 2019. Hierin wordt bevestigd dat het IGS voor onbepaalde tijd wordt opgericht door de deelnemende gemeenten Beernem, Damme, Oostkamp, Torhout en Zedelgem met als doel een intergemeentelijke samenwerking op het vlak van het woonbeleid te realiseren (zie de oprichtingsstatuten, dossierstuk 4 in bijlage). Bij oprichting werd de gemeente Zedelgem als beherende gemeente aangesteld.
• Het IGS ‘De Woonwinkel’ wordt beheerd door het beheerscomité dat een algemeen coördinerende opdracht heeft en de prioriteiten van het beleid vastlegt. Zij telt 14 leden en wordt samengesteld als volgt: 2 stemgerechtigde vertegenwoordigers per lokaal bestuur; 1 vertegenwoordiger uit de oppositie van ieder lokaal bestuur dat niet de voorzitter of ondervoorzitter van het comité levert en de coördinator van het IGS. Laatstgenoemde heeft uitsluitend een adviesbevoegdheid. De huidige samenstelling, tot en met 2027 is:
• voor Beernem: schepen Vicky Verstringe (ondervoorzitter) en raadslid Martine Deloof
• voor Damme: schepen Christoph De Sutter, raadslid Yorick Longueville en raadslid Lut Anseeuw
• voor Oostkamp: schepen Els Roelof, raadslid Marie Lammertyn en raadslid Arnout Verstraete
• voor Torhout: schepen Lieselotte Denolf, raadslid Heleen Bartsoen en raadslid Ine Debruyne
• voor Zedelgem: schepen Stijn Timmerman (voorzitter) en raadslid Krista Vander Meulen.

• De inhoudelijke werking van het IGS wordt bepaald door de stuurgroep die het project begeleidt en ondersteunt. In de stuurgroep is elke deelnemende gemeente vertegenwoordigd door een gemeenteraadslid of een lid van het college van burgemeester en schepenen. Voor iedere deelnemende gemeente is dit de schepen bevoegd voor wonen: voor Damme is dit schepen Christoph De Sutter, voor Beernem is dit schepen Vicky Verstringe, voor Oostkamp is dit schepen Els Roelof, voor Torhout is dit schepen Lieselotte Denolf en voor Zedelgem is dit schepen Stijn Timmerman. De stuurgroep komt minstens twee keer per werkingsjaar samen.

Regelgeving

• Vlaamse Codex Wonen van 2021 (van 17 juli 2020)
• Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 (van 11 september 2020), in het bijzonder de artikelen 2.11 - 2.32
• Wijziging Besluit Vlaamse Codex 2021: subsidiëring intergemeentelijke samenwerking lokaal woonbeleid (van 14 maart 2025)
• Decreet Lokaal Bestuur d.d. 22 december 2017, in het bijzonder het artikel 40 betreffende de bevoegdheid van de gemeenteraad en de artikelen 392-395 betreffende de interlokale vereniging.

Argumentatie

Via de deelname aan het IGS en via de goedkeuring van de nieuwe subsidieaanvraag door de gemeenteraad verklaren alle deelnemende gemeenten zich akkoord met de verderzetting van het intergemeentelijk project ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid voor de periode 2026-2031 en verbinden zij zich tot het naleven en uitvoeren van de bepalingen ervan.

De deelnemende besturen engageren zich tot het uitvoeren van de basisinitiatieven, vermeld in de artikelen 2.7 - 2.9 en 2.14 -2.16 van het Besluit Vlaamse Codex Wonen. Deze engagementsverklaring is opgenomen in de aanvraag van de subsidie onder punt 5 (zie dossierstuk 1).

Bij uitvoering van deze basisinitiatieven komt aan het IGS de jaarlijkse basissubsidie toe van € 108.500,00. 

Daarnaast kiezen de deelnemende gemeenten voor de uitvoering van een eigen initiatief naar keuze. Voor het IGS ‘De Woonwinkel’ wordt geopteerd voor een actie dat kadert binnen het woning-kwaliteitsbeleid. Met name het verderzetten, uitbouwen en uitbreiden van de verplichting voor de verhuurder om bij afsluiting van een nieuw huurcontract over een conformiteitsattest te beschikken. De verschillende aspecten van dit beleid worden omschreven in het plan van aanpak dat als bijlage bij de subsidieaanvraag wordt gevoegd (zie dossierstuk 2). 

Bij uitvoering van dit bijkomend eigen initiatief komt aan het IGS de jaarlijkse aanvullende subsidie toe van € 45.000,00. 

De verdere uitbouw van dit beleid sluit de noodzaak tot het aanwerven van een extra woningcontroleur niet uit. Met deze mogelijkheid wordt rekening gehouden. Een prognose van de kosten in beide hypotheses blijkt uit het dossierstuk 5 (zie ook verder).

De evaluatie van de uitvoering van de basis- en eigen initiatieven gebeurt op de 1ste vergadering van de stuurgroep van het IGS, die doorgaat in het 1ste kwartaal van het werkingsjaar. De basisinitiatieven worden, onder supervisie van Wonen in Vlaanderen, door de stuurgroep zelf beoordeeld d.m.v. zelfevaluatie. De uitvoering van de eigen initiatieven wordt beoordeeld door Wonen in Vlaanderen op basis van de rapportering opgenomen in het verslag van de voormelde stuurgroep vergadering. Dit verslag bevat ook de principeverklaring dat minstens 20% van de projectkosten gefinancierd worden door de deelnemende gemeenten.

Voor het werkingsjaar 2024 ontving De Woonwinkel € 140.641,01 aan Vlaamse subsidies. Indien de subsidieaanvraag goedgekeurd wordt, kunnen we voor de volgende periode een totale jaarlijkse subsidie krijgen van € 153.500,00. Daarenboven zal, in tegenstelling tot nu, deze subsidie wel jaarlijks geïndexeerd worden.

Bespreking prognosecijfers

Voor het werkingsjaar 2024 bedroegen de totale werkingskosten van het IGS € 428.771,27. Na aftrek van de door Wonen in Vlaanderen betaalde subsidies restte een nog door de gemeenten op te leggen som van € 289.444,80.

Het aandeel van de gemeenten in de werkingskosten van 2024 was als volgt:

• voor Beernem (19,20%) = € 55.573,40
• voor Damme (11,50%) = € 33.286,15
• voor Oostkamp, Torhout en Zedelgem (elk 23,1%) = voor elk € 66.861,75

In de stukken 5a,5b en 5c wordt een prognose van de evolutie van de personeelskosten gemaakt. Hierbij wordt vertrokken van de cijfergegevens van begin augustus 2025 en wordt rekening gehouden met een jaarlijkse indexering van de loonkost van 5%. Voor de prognose met toevoeging van een extra woningcontroleur vanaf 2027 wordt vertrokken van een profiel C2 met 13 jaar anciënniteit.

Volgens de prognoses bedraagt de door de gemeenten op te leggen som in 2027, met dezelfde personeelsbezetting (stukken 5a en b):

• voor Beernem (19,20%) = € 70.033,86
• voor Damme (11,50%) = € 41.947,37
• voor Oostkamp, Torhout en Zedelgem (elk 23,1%) = voor elk € 84.259,49.

Volgens de prognoses bedraagt de door de gemeenten op te leggen som in 2027, met 1 extra woningcontroleur (stukken 5a en c) :

• voor Beernem (19,20%) = € 81.811,83
• voor Damme (11,50%) = € 49.001,87
• voor Oostkamp, Torhout en Zedelgem (elk 23,1%) = voor elk € 98.429,85

Dit is een verschil van:

• voor Beernem (19,20%) = € 11.777,96
• voor Damme (11,50%) = € 7.054,51
• voor Oostkamp, Torhout en Zedelgem (elk 23,1%) = voor elk € 14.170,36

De subsidieaanvraag werd goedgekeurd door het beheerscomité van De Woonwinkel op 9 september 2025.

De uiterste datum voor het indienen van de subsidieaanvraag is 30 september 2025. Bij de aanvraag zullen, naast de hierna vermelde bijlagen, de 5 gemeenteraadsbesluiten houdende de goedkeuring van de subsidieaanvraag door iedere gemeente worden bijgevoegd.

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door schepen Vicky Verstringe, bevoegd voor wonen.

Verwijzingsdocumenten

• stuk 1: Subsidieaanvraag IGS 5.0
• stuk 2: bijlage 1 bij de subsidieaanvraag: Plan van aanpak voor eigen initiatieven
• stuk 3: bijlage 2 bij de subsidieaanvraag: ledenlijst van de stuurgroep
• stuk 4: bijlage 3 bij de subsidieaanvraag: oprichtingsstatuten van het IGS De Woonwinkel
• stukken 5a, b en c: prognose van de bijdrage van iedere gemeente in de werking van De Woonwinkel met of zonder extra woningcontroleur en een detail van deze berekening voor beide alternatieven.

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikelen 40 e.v. van het decreet lokaal bestuur

Feiten en voorgeschiedenis

Er werd een aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend bij de gemeente door Danneels Development met als contactadres Sint-Baafskerkstraat 1 te 8200 Brugge, voor het verkavelen van grond in 17 loten voor ééngezinswoningen in open en halfopen ééngezinswoningen met aanleg van nieuwe wegenis gelegen op een terrein te Beernem, Praetbaliestraat 7. Het betreft hier de kadastrale percelen afdeling 2, sectie G, nrs. 0487a, 0475a, 0488, 0474a en 0477t.

In de gemeenteraad van 20 maart 2025 werd de wegenis, het rooilijnplan en de weg- en rioleringswerken goedgekeurd.

Op 18 april 2025 werd deze aanvraag tot omgevingsvergunning echter geweigerd door het college van burgemeester en schepenen en er werd beroep ingediend bij de deputatie. Tijdens de beroepsprocedure werd een wijzigingsverzoek ingediend om tegemoet te komen aan het ongunstig advies van Aquafin. Het ongunstig advies van Aquafin was de reden dat deze aanvraag geweigerd werd. In de beroepsprocedure werd er op 4 juli 2025 een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht door Aquafin.

Door de voorziene aanpassingen werd de oppervlakte van de gronden op te nemen in het openbaar domein vergroot naar 3506,30m² (in de vorige projectversie was dit 3494,70m²).

Er is dan ook een nieuwe goedkeuring door de gemeenteraad noodzakelijk.

Het openbaar onderzoek over de gewijzigde aanvraag tot omgevingsvergunning liep van 3 juli 2025 t.e.m. 1 augustus 2025. Tijdens het openbaar onderzoek werden er 2 digitale bezwaarschriften ontvangen. De bezwaarpunten handelen hoofdzakelijk over de toename van het verkeer, tekort aan parkeerplaatsen en groenzone, de waterhuishouding, de inkijk.

De bezwaren die werden ingediend hebben geen betrekking op het wegenisdossier en kunnen niet in verband worden gebracht met de beoordelingsgronden opgesomd in artikel 3, 4 en desgevallend artikel 6 van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019.

Regelgeving

• Decreet van 03 mei 2019 houdende de gemeentewegen
• Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
• Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, artikel 31
• Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, artikel 47

Argumentatie

Overeenkomstig artikel 31 van het omgevingsdecreet vraagt het college van burgemeester en schepenen aan de gemeenteraad om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeentewegen.

De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.

De toetsing houdt in dat de voorgestelde lasten en voorwaarden t.o.v. het rooilijnplan en de plannen van de wegenis van de aanvraag tot omgevingsvergunning een positieve bijdrage hebben op de volgende doelstellingen en principes:

• De structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van gemeentewegen vrijwaart en verbetert, in het bijzonder om aan behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen: Het betreft hier de aanleg van een deel openbare weg die zal toebehoren aan het openbaar domein. Het betreft hier een nieuwe verkaveling bestaande uit 17 loten voor eengezinswoningen, openbaar domein bestaande uit de wegenis met 12 openbare parkeerplaatsen en een groene ruimte.
• Algemeen belang: Deze nieuwe weg met openbare parkeerplaatsen en de groenzone, zullen deel uitmaken van het openbaar domein. Bijgevolg kadert dit in het algemeen belang.
• Uitzonderingsmaatregel: Niet van toepassing.
• Verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen: Per woning worden minstens 2 autostaanplaatsen voorzien inpandig en/of uitpandig. Voor 4 loten met eengezinswoningen in halfopen bebouwing worden carports met oprit voorzien. Voor 10 loten met eengezinswoningen in halfopen bebouwing worden inpandige garages met oprit voorzien. Voor de 3 loten met eengezinswoningen in open bebouwing gebeurt dit tevens met een carport met oprit. Het project voorziet verder in 12 autoparkeerplaatsen voor bezoekers verspreid overheen twee parkeerclusters binnen het nieuwe openbaar domein. Er wordt gehanteerd dat er min. 0,5 openbare parkeerplaatsen per woongelegenheid moeten voorzien worden. De aanvraag voldoet hier ruimschoots aan. Er kan gesteld worden dat hierbij geen gevaar wordt gecreëerd inzake de verkeersveiligheid.
• Gemeentegrensoverschrijdend perspectief: Het betreft hier louter een lokale weg uitsluitend van toepassing voor een nieuwe verkaveling bestaande uit 17 loten bestemd voor het oprichten van eengezinswoningen. Bijgevolg is hier geen sprake van een gemeentegrensoverschrijdend perspectief.
• Duurzame ruimtelijke ontwikkeling in de zin van artikel 1.1.4 VCRO, rekening houdend met de noden van de huidige en de toekomstige generaties:
  De zone zal uiteindelijk ingelijfd worden in het gemeentelijk wegennet. Dit zowel voor de huidige generatie als naar de toekomstige generaties toe. Wanneer deze zone ingelijfd is in het openbaar domein zal deze immers een openbaar karakter krijgen.

Door het studiebureau Buro Stiel, Meensesteenweg 411 te 8800 Roeselare, werd een ontwerpdossier van de weg- en rioleringswerken opgemaakt.

De kosten van de uit te voeren werken worden geraamd op € 421.448,33 (excl. btw ). De kosten vallen ten laste van de aanvrager.

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door schepen Ruben Strobbe, bevoegd voor omgevingsvergunningen.

Verwijzingsdocumenten

• Wegenisdossier en rooilijnplan
• Voorwaardelijk gunstig advies Aquafin van 4 juli 2025

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikel 40 e.v. DLB

Feiten en voorgeschiedenis

Beernem is lid van de interlokale vereniging burensportdienst. In de zitting van 19 september 2019 werd door de gemeenteraad de verlenging/heroprichting van de interlokale burensportvereniging IGOS goedgekeurd.

Overeenkomstig de artikelen 13 en 18 van de afgesloten overeenkomst van de interlokale vereniging "burensportdienst IGOS" dient de jaarrekening van de interlokale vereniging ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de gemeenteraden van de participerende steden en gemeenten en dient de jaarlijkse evaluatie te gebeuren door de bespreking van het jaarverslag.

De rekening is goedgekeurd indien de gewone meerderheid van de gemeenteraden van de deelnemende steden en gemeenten goedkeurt. Het eventueel positief resultaat van de rekening blijft in de vereniging.

Regelgeving

Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald de artikelen 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en de artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Argumentatie

De jaarrekening en het jaarverslag 2024 worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. De algemene vergadering vond plaats in Jabbeke op 12 maart 2025.

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door schepen Patricia Waerniers, bevoegd voor sport.

Verwijzingsdocumenten

• Jaarverslag 2024 - powerpoint algemene vergadering
• Jaarrekening 2024

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur

Feiten en voorgeschiedenis

Het beheerscomité (Algemene Vergadering) van IGOS besliste op 12 maart 2025 te Jabbeke om verder samen te werken als interlokale vereniging. Dit is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Beernem, Brugge, Damme, Jabbeke, Oostkamp, Torhout en Zedelgem.

Zoals voorzien in artikel 3 van de overeenkomst met statutaire draagkracht is een 'stilzwijgende verlenging' van de overeenkomst uitgesloten. De interlokale vereniging werd opgericht op 28 maart 2007. De gemeenteraad keurde de eerste verlenging goed voor de verdere deelname aan de interlokale vereniging "burensportdienst IGOS' op 24 april 2014, en een tweede verlenging op 19 september 2019. Nu wordt opnieuw een verlenging gevraagd.

Regelgeving

Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 40 en artikelen 388 en volgende

Argumentatie

• Door samen te werken met de verschillende gemeenten kunnen van Sport Vlaanderen subsidies verkregen worden voor bovenlokale sportevenementen. 
• De juridische dienst van de gemeente Beernem heeft de overeenkomst nagekeken en goedgekeurd.

Verwijzingsdocumenten

• Overeenkomst betreffende de oprichting van een interlokale vereniging "burensportdienst IGOS"
• Huishoudelijk reglement voor de interlokale vereniging "burensportdienst IGOS"

Financiële impact

Tussenkomsten

Er is een tussenkomst door raadslid Branco François beantwoord door schepen Patricia Waerniers.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikel 40 e.v. DLB

Feiten en voorgeschiedenis

Voetbalclub Hogerop Oedelem had sinds 2001 een huurovereenkomst met de gemeente Beernem voor het gebruik van sportcomplex Oostveld. In juli 2025 is Hogerop Oedelem gefusioneerd met VVC Beernem, waardoor de bestaande huurovereenkomst vervalt.

VVC Beernem wenst een nieuwe overeenkomst aan te gaan voor het gebruik van sportterrein De Bruinberg. Tijdens het college van 25 juli 2025 werd beslist dat er een nieuwe overeenkomst mag worden opgesteld tussen VVC Beernem en het gemeentebestuur van Beernem voor het gebruik van sportterrein De Bruinberg. Deze overeenkomst dient ter goedkeuring geagendeerd te worden op de gemeenteraad.

De nieuwe overeenkomst treedt met terugwerkende kracht in werking op 27 juli 2025, aangezien het eerste gebruik van de accommodatie op die datum heeft plaatsgevonden.

Regelgeving

• Artikel 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur

Argumentatie

De juridische dienst van de gemeente Beernem heeft de overeenkomst nagekeken en goedgekeurd.

Mondeling toelichting ter zitting wordt gegeven door schepen Patricia Waerniers, bevoegd voor sport.

Verwijzingsdocumenten

• Overeenkomst voor gebruik van sportterrein Bruinberg door VVC Beernem

Tussenkomsten

Er is een tussenkomst door raadslid Gijs Degrande beantwoord door schepen Patricia Waerniers.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikelen 42 en 43 van het gemeentedecreet m.b.t. de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Feiten en voorgeschiedenis

Het consortium 12-12 lanceert een fondsenwervingscampagne om de humanitaire ramp in Myanmar.

Op 28 maart werd het land getroffen door een verwoestende aardbeving. Meer dan 3.000 mensen kwamen om het leven – een dodental dat nog steeds stijgt. Duizenden anderen raakten gewond, terwijl honderden vermist blijven. 1,2 miljoen mensen zijn ontheemd. Gebrek aan schoon drinkwater en medische zorg vergroten het risico op epidemieën. Wegen en gebouwen zijn verwoest, waaronder ziekenhuizen, scholen en watervoorzieningen. Netwerken en elektriciteitslijnen liggen plat, waardoor mensen zijn afgesneden van essentiële diensten.

Regelgeving

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen.

Argumentatie

In totaal hebben 19,9 miljoen mensen nu dringend hulp nodig. Hulporganisaties van Consortium12-12 zijn al ter plaatse en werken onvermoeibaar om ook de meest afgelegen gebieden te bereiken. Maar de nood is enorm. Extra middelen zijn dringend nodig om levensreddende hulp te bieden en de meest kwetsbaren te bereiken.

De steun van Caritas zal voornamelijk plaatsvinden in de regio's Mandalay, Sagaing en Bago, evenals in de staten Shan en Kayin. Caritas beschikt over een lokaal team met uitgebreide ervaring in humanitaire hulpverlening. Al 1000 gezinnen werden geholpen met voedsel, veilige onderkomens, essentiële levensmiddelen en financiële bijstand, water en sanitaire voorzieningen en herstel van de lokale economie. 

Dokters van de Wereld is sinds 1993 aanwezig in Myanmar. De 250 medewerkers in het land zijn ongedeerd en veilig, en startten al een noodinterventie op. De ziekenhuizen zijn sterk overbelast. Dokters van de Wereld werken nauw samen met de lokale zorgvoorzieningen voor de verdeling van noodhulpkits, het inzetten van mobiele klinieken en de preventie van epidemieën.

Handicap International biedt zijn expertise aan door de eerste revalidatiezorg uit te voeren, mobiliteitshulpmiddelen zoals rolstoelen en krukken te verstrekken en psychologische ondersteuning te bieden. De teams van Handicap International organiseren ook de distributie van dekens, tenten en hygiënekits voor de getroffen gemeenschappen, die in de ramp het weinige dat ze hadden zijn kwijtgeraakt.

Oxfam werkt nauw samen met lokale partners om ervoor te zorgen dat de hulp de meest kwetsbare slachtoffers zo snel en effectief mogelijk bereikt. Oxfam stuurde zo al eerstehulpgoederen - waaronder 1450 hygiënekits en 1450 waardigheidskits, 2000 muggennetten, 4000 dekens en 1450 matrassen naar de zwaarst getroffen gebieden.

Plan International, sinds 2012 actief in Myanmar, is met een ploeg van noodhulpspecialisten ter plekke. Via het Plan Ouderschap ondersteunt Plan International al 20.987 kinderen en hun gezinnen in het land. Geen van hen is direct getroffen door de aardbeving. Na een analyse van de noden focust Plan International op volgende domeinen, samen met lokale partners: bescherming van kinderen, onderwijs, water, sanitair en hygiëne en voedselzekerheid.

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door schepen Vicky Reynaert, bevoegd voor Noord-Zuidbeleid en armoedebestrijding.

Verwijzingsdocumenten

• Advies van de Gros d.d. 26 juni 2025
• Oproep Consortium 12-12

Financiële impact

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikel 40 e.v. DLB

Feiten en voorgeschiedenis

Het gemeentelijke reglement ambulante handel wordt aangepast aan de huidige wetgeving.

De wetgeving over ambulante activiteiten regelt zowel de uitoefening als de organisatie ervan. Sinds de zesde staatshervorming is dat vanaf 1 juli 2014 een bevoegdheid van het Vlaamse Gewest. In 2017 voerde de Vlaamse overheid enkele wijzigingen door in de federale wet en het bijhorende koninklijk besluit. In 2023 bracht de Vlaamse overheid opnieuw enkele wijzigingen aan. De wijzigingen zijn van toepassing sinds 1 april 2024. 

Concreet gaat het om volgende wijzigingen. 

• De belangrijkste wijziging is dat de machtiging, de zogenaamde ‘leurkaart’, voor ambulante activiteiten en kermisactiviteiten verdwijnt. 
• Als een standplaats wijzigt en je het abonnement behoudt, geldt een opheffingstermijn van minstens 6 maanden. Bij definitief verlies van zowel standplaats als abonnement geldt een termijn van minstens 12 maanden.

Regelgeving

Argumentatie

Advies raad lokale economie

De wetgeving is gewijzigd in 2024. We hebben nota genomen van de locaties en tijdstippen en gaan hiermee akkoord. Te Sint Joris: Mini Market is enkel gesloten op maandagmorgen. Die dag aanpassen in de agenda van het reglement.

Advies dienst lokale economie

Er werd contact opgenomen met Mini-Market in verband met het afstemmen van ambulante handel en de openingsuren van Mini-Market. Zij zijn elke dag open behalve op zaterdagmiddag, zondagmiddag en maandagmiddag. Mini-Market deelde mee dat we geen rekening meer moeten houden met hun openingsuren omdat ze elke dag open zijn.

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door burgemeester Jos Sypré, bevoegd voor lokale economie.

Verwijzingsdocumenten

Gemeentelijke reglement ambulante handel

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikel 40 e.v.  DLB

Feiten en voorgeschiedenis

Het kermisreglement wordt aangepast aan de huidige wetgeving. 

De wetgeving regelt de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten. Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is dat vanaf 1 juli 2014 een bevoegdheid van het Vlaamse Gewest. In 2017 voerde de Vlaamse overheid enkele wijzigingen door in de federale wet en het bijhorende koninklijk besluit. In 2023 bracht de Vlaamse overheid opnieuw enkele wijzigingen aan. De wijzigingen zijn van toepassing sinds 1 april 2024. 

Concreet gaat het om volgende wijzigingen. 

• De machtiging voor kermisactiviteiten en ambulante activiteiten is afgeschaft 
• De termijn van definitieve opheffing van een standplaats per abonnement veranderde. Als je standplaats wijzigt maar je je abonnement behoudt, is de termijn minstens 6 maanden. Als je je standplaats en abonnement verliest, is de termijn minstens 12 maanden. 

Regelgeving

Argumentatie

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door schepen Vicky Verstringe, bevoegd voor kermissen.

Verwijzingsdocumenten

Reglement kermissen

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikel 41 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur

Feiten en voorgeschiedenis

De opheffing van het retributiereglement op het gebruik van het openbaar domein voor kermisactiviteiten op de openbare kermissen en voor circussen wordt voorgelegd aan de gemeenteraad.

Regelgeving

Artikel 40 van het decreet over het lokaal bestuur.

Argumentatie

Kermissen zijn laagdrempelige ontmoetingsplaatsen voor inwoners van alle leeftijden. Een ruim aanbod aan attracties draagt bij aan gemeenschapsvorming en de levendigheid van de kermissen. Het schrappen van standgeld verlaagt de drempel voor foorkramers om deel te nemen.
Het standgeld is een relatief kleine inkomstenbron voor de gemeente. Het innen van het standgeld vraagt administratieve opvolging en facturatie. Door het af te schaffen, wordt het proces eenvoudiger en efficiënter voor zowel de gemeente als de foorkramers.

De opheffing van het retributiereglement op het gebruik van het openbaar domein voor kermisactiviteiten op de openbare kermissen en voor circussen, met ingang van 1 januari 2026, wordt voorgelegd aan de gemeenteraad.

Mondelinge toelichting wordt ter zitting gegeven door schepen Vicky Verstringe, bevoegd voor kermissen.

Verwijzingsdocumenten

Retributiereglement op het gebruik van het openbaar domein voor kermisactiviteiten op de openbare kermissen en voor circussen

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikel 40 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur

Feiten en voorgeschiedenis

De referentieregio Brugge werkt op vraag van het burgemeestersoverleg, ondersteund door WVI, sinds vorige legislatuur op cultureel vlak aan een sterkere samenwerking. De werkgroep 'Gemeenschaps- en Culturele Centra' van de regio Brugge stelt een eerste regionaal project voor om de onderlinge samenwerking te versterken. 

De gemeenten Beernem, Blankenberge, Damme, Knokke-Heist, Oostkamp en Zuienkerke hebben een dossier ingediend bij Leader Noord-West-Vlaanderen om een regionaal cultureel project te realiseren voor senioren in woonzorgcentra. Knokke-Heist neemt de rol van promotor op zich, de andere gemeenten zijn copromotor. 

De geschatte kost/opbrengst (€ 6.060,00) wordt zowel bij uitgaven als bij ontvangsten extra voorzien bij eerstvolgende meerjarenplanaanpassing (budgetjaar 2025) en vervolgens opgenomen in het nieuwe meerjarenplan 2026-2031 (budgetjaar 2026).

Op 17 juni werd het WZC project goedgekeurd op de Lokale Actiegroep van Leader. 

Er werd financiële samenwerkingsovereenkomst opgemaakt die moet worden goedgekeurd door de gemeenteraad.  

Argumentatie

Het project wil via cultuur een verbinding creëren tussen de gemeentelijke cultuurdiensten, cultuur- en gemeenschapscentra en woonzorgcentra. Door cultuur tot in de woonzorgcentra te brengen, zetten we extra in op toegankelijkheid van cultuur voor senioren en inzetten op de verbinding tussen cultuur en welzijn. Dit is in deze tijden van toenemende vergrijzing geen overbodige luxe. 

Er wordt door een professioneel kunstenaarscollectief een muziekvoorstelling gecreëerd die zorgt voor extra cohesie binnen de WZC's: in eerste instantie tussen de bewoners onderling, maar ook familie, vrienden en mantelzorgers en zorgpersoneel worden betrokken. Ook andere senioren, lagere schoolkinderen of koren kunnen hun steentje bijdragen. In het muzikale programma zullen gekende en minder gekende streek- en volksliederen verwerkt worden tot een interactief concert. In elke deelnemende gemeente worden 2 voorstellingen ingepland. Daaraan zijn ook workshops gekoppeld. Een workshop voor de voorstelling om liedjes te verzamelen, de doelgroep af te tasten en hun muzikale mogelijkheden. In de workshop na de voorstelling wordt verder muziek gemaakt samen met de hierboven vermelde mogelijke partners. Het liedjesprogramma kan dus per dorp anders zijn. Daarnaast komt er ook een liedboek en een doe-gericht handboek waardoor de WZC's en andere partners na het project zelf nog aan de slag kunnen.

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door schepen Patricia Waerniers, bevoegd voor cultuur.

Verwijzingsdocumenten

Samenwerkingsovereenkomst

Financiële impact

De geschatte kost/opbrengst (€ 6.060,00) wordt zowel bij uitgaven als bij ontvangsten extra voorzien bij eerstvolgende meerjarenplanaanpassing (budgetjaar 2025) en vervolgens opgenomen in het nieuwe meerjarenplan 2026-2031 (budgetjaar 2026).

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikel 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur m.b.t. de bevoegdheid van de gemeenteraad

Feiten en voorgeschiedenis

Kunstkuur stimuleert de samenwerking tussen scholen uit het basis-, secundair of hoger onderwijs en een nabijgelegen Academie, met ondersteuning onder de vorm van extra uren voor het DKO en werkingsmiddelen.
Gedurende 3 schooljaren delen leerkrachten uit het deeltijds kunstonderwijs de klasvloer met leerkrachten binnen de school:

• de kunstleraar brengt expertise binnen in de klas en
• de kunstleraar wordt zelf ook meer bekwaam in het omgaan met een diverse klasgroep en verfijnt zijn didactisch handelen.

Via Kunstkuur proeven jongeren van de verschillende kunstvormen en vinden ze de weg naar het deeltijds kunstonderwijs.

Academie Aalter is bereid om een partnerschap aan te gaan met de school.
Beide betrokken kandidaten kregen groen licht van de minister van Onderwijs en Vorming, het project kan starten op 1 september 2025 en loopt over 3 schooljaren.

Regelgeving

• Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, in het bijzonder de artikelen 40 en 41
• Decreet van 09 maart 2018 betreffende het deeltijds kunstonderwijs, Hoofdstuk 8
• Besluit van de Vlaamse Regering van 04 mei 2018 betreffende de lokale samenwerkingsinitiatieven tussen scholen voor basis- en secundair onderwijs, instellingen voor hoger onderwijs en de academies voor deeltijds kunstonderwijs

Argumentatie

Vanaf het schooljaar 2019-2020 worden lokale samenwerkingsverbanden georganiseerd tussen ten minste één academie en één school voor basisonderwijs, secundair of hoger onderwijs voor 3 jaar met als doel:

• het cultureel bewustzijn en de culturele expressie van de betrokken leerlingen versterken;
• een duurzaam delend netwerk tussen leerkrachten basisonderwijs en deeltijds kunstonderwijs voor het organiseren van culturele leeractiviteiten tot stand brengen;
• het toeleiden van leerlingen basisonderwijs die blijk geven van artistieke interesse en aanleg naar het deeltijds kunstonderwijs bevorderen, in het bijzonder leerlingen uit scholen met een meerderheid van leerlingen die beantwoorden aan de leerlingenkenmerken, vermeld in artikel 78, §1, 1°, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.

Om deze samenwerking te stimuleren worden extra uren en werkingsmiddelen voor het DKO voorzien.

Het project werd voorgelegd aan de schoolraad op 16 juni 2025 en werd unaniem goedgekeurd.

Het college verleende gunstig advies in de zitting van 13 juni 2025.

Mondelinge toelichting wordt ter zitting gegeven door schepen Patricia Waerniers, bevoegd voor cultuur.

Verwijzingsdocumenten

Overeenkomst Lokaal Samenwerkingsinitiatief Deeltijds Kunstonderwijs / Basisonderwijs.

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikelen 42 en 43 van het gemeentedecreet m.b.t. de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Feiten en voorgeschiedenis

Het gemeentebestuur Beernem heeft een samenwerkingsovereenkomst met het bestuur in Aalter voor de organisatie van de Academie voor Muziek, Woord en Dans. Met Vives voor de organisatie van de Techniekacademie. Hiertoe werden de nodige klaslokalen gehuurd in de middenschool Sint-Lutgart t.e.m. vorig schooljaar. Dit contract met VTI Brugge wordt nu vervangen door een nieuwe bruikleenovereenkomst voor 1 schooljaar met vzw Skobo.

Regelgeving

Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen.

Argumentatie

De bruikleenovereenkomst wordt slechts afgesloten voor een periode van 1 schooljaar. Alle lessen en workshops kunnen doorgaan zoals vorige jaren. Daarna is het nog niet duidelijk wat er met dit schoolgebouw zal gebeuren en waar we met de academies naartoe kunnen.

De gebruiksvoorwaarden in het contract blijven dezelfde. Het verschil zit in de huurprijs die is opgeslagen en de kosten voor schoonmaak en nutsvoorzieningen die niet meer zijn inbegrepen in de huurprijs.

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door burgemeester Jos Sypré, bevoegd voor onderwijs.

Verwijzingsdocumenten

Bruikleenovereenkomst 2025-2026

Financiële impact

Raming

Er is een aanpassing van de huurprijs per uur per klaslokaal. Deze was nog niet gewijzigd sinds 2010. Ook het gebruik van elektriciteit, water, verwarming en schoonmaak is niet meer inbegrepen.

Kosten huur lokalen: € 7,11 per uur per lokaal, voordien: € 5 per uur

Najaar: 840 uur x € 7,11 =  5.972,40 + 12 uur techniekacademie x € 7,11 = € 85,32

Voorjaar: 1320 uur x € 7,11= 9.385 ,20 + 12 uur techniekacademie x € 7,11 = € 85,32

Totaal 2025: € 6.057,32

Totaal 2026: € 9.470,52

De Zonnebloem betaalt de rekening voor de nutsvoorzieningen en rekent dit door aan de gemeente.

Een raming voor deze uitgave komt op:

Najaar: € 1.200,00

Voorjaar: € 1.400,00

Het onderhoud van de toiletten en klaslokalen gedurende 4 uur per week wordt geraamd op € 112,00 per week.

Najaar: 15 weken x 112 = € 1.680,00

Voorjaar: 22 weken x 112 = € 2.464,00

Totaal najaar 2025:  € 8.938,00

Totaal voorjaar 2026: € 13.335,00

Advies financiële dienst:

Er is budget beschikbaar in het meerjarenplan 2020-2025, in het nieuwe meerjarenplan 2026-2031 worden de nodige budgetten voorzien.

Tussenkomsten

Er is een tussenkomst door raadslid Jan Vanassche beantwoord door burgemeester Jos Sypré.

Aanleiding en/of bevoegdheid

• E-mailbericht van raadslid Gijs Degrande d.d. 11 september 2025 waarbij een extra agendapunt wordt aangeleverd namens de N-VA-fractie om op de gemeenteraadszitting te behandelen - Het agendapunt handelt over: 'Voorbereiding en oprichting van een gemeentelijk vrijwilligerskorps in het kader van het Vlaams burgerlijk weerbaarheidsprogramma'. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om akkoord te gaan om werk te maken van de oprichting van een gemeentelijk vrijwilligerskorps.
• Artikelen 21 en 40 e.v. van het decreet lokaal bestuur.
• Extra agendapunt: Overeenkomstig artikel 21 van het decreet over het lokaal bestuur en artikel 4 §1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad kunnen gemeenteraadsleden uiterlijk vijf dagen (de dag van de gemeenteraadszitting niet inbegrepen) vóór de vergadering, vóór 09u00, punten aan de agenda toevoegen. Hiertoe bezorgen ze per e-mail hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de gemeenteraad. 
• Het agendapunt werd tijdig aangeleverd en is dus ontvankelijk.

Feiten en voorgeschiedenis

In het kader van het Vlaams burgerlijk weerbaarheidsprogramma dat werd voorgesteld door de Vlaamse Regering worden lokale besturen aangespoord om gemeentelijke vrijwilligerskorpsen op te richten. Deze korpsen moeten ingezet kunnen worden bij lokale noodsituaties en kunnen ondersteuning bieden op logistiek, operationeel en/of medisch vlak. Daarnaast voorziet het programma in opleidingstrajecten in samenwerking met erkende hulpverleningsorganisaties onder andere op het vlak van EHBO en andere basisvaardigheden inzake hulpverlening.

De meerwaarde van een dergelijk vrijwilligerskorps is duidelijk. De gemeentelijke vrijwilligerskorpsen moeten mensen snel kunnen mobiliseren en professionele hulpverleners bijstaan via administratieve of logistieke taken bij lokale noodsituaties. Het gaat dan bijvoorbeeld om voedselbedeling, opkuis na een overstroming of hulp bieden in het geval van een lange stroomuitval.

Ook in Beernem zien wij kansen om hiermee onze gemeenschap te versterken. Tijdens de gemeenteraad van april werd de meerwaarde van het voorstel ook erkend door de burgemeester. Omdat er vanuit Vlaanderen bijkomende informatie en concrete richtlijnen werden verwacht over de praktische uitwerking van dit programma werd beslist om het agendapunt tot nader order uit te stellen.

Ondertussen is het Vlaamse beleidskader duidelijk. Gemeenten kunnen zich sinds deze zomer registreren voor de gemeentelijke vrijwilligerskorpsen. Burgers ouder dan 16 jaar die willen helpen bij lokale nood- of crisissituaties zullen zich vanaf het najaar. Vlaanderen ondersteunt lokale besturen bij de uitbouw van een vrijwilligerskorps van minimum 10 en maximum 80 deelnemers. Alle deelnemers krijgen een EHBO-opleiding als basis.

Het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2025 kent een projectsubsidie toe aan Rode Kruis-Vlaanderen van 1 september 2025 tot 31 augustus 2029 voor de ondersteuning van de gemeentelijke vrijwilligerskorpsen. Deze ondersteuning vertaalt zich naar het aanbieden van opleidingen voor vrijwilligers en het voorzien van een digitale crisistool voor rekrutering, verzekering, inzet en coördinatie van het gemeentelijk vrijwilligerskorps.

Ondertussen blijkt dat de gemeentelijke diensten de nodige informatie verzamelen en onder meer deelnemen aan een webinar omtrent de werkingsmodaliteiten van het vrijwilligerskorps onder de vleugels van Het Rode Kruis.

Nu de informatie beschikbaar is en wordt ingewonnen, is het moment daar om de bespreking opnieuw op te nemen en samen werk maken van de oprichting van een vrijwilligerskorps in Beernem.

Regelgeving

• Artikelen 21 en 40 e.v. van het decreet lokaal bestuur
• Huishoudelijk reglement gemeenteraad
• Artikel 303 van het decreet lokaal bestuur

Argumentatie

Mondelinge toelichting wordt gegeven door raadslid Barbara Vandenbrande.

Verwijzingsdocumenten

• Extra agendapunt N-VA voor GR 18 september 2025.
• E-mailbericht raadslid Gijs Degrande d.d. 11 september 2025

Tussenkomsten

Er zijn tussenkomsten door burgemeester Jos Sypré en raadslid Jan Vanassche beantwoord door raadsleden Barbara Vandenbrande.

Burgemeester Jos Sypré voegt volgende stemverklaring toe:

Het college nam in schepencollege van 12 september ll kennis van het besluit van de Vlaamse regering van 18 juli 2025, waarbij een subsidie aan Rode Kruis-Vlaanderen wordt verleend om lokale besturen te helpen met het oprichten van gemeentelijke vrijwilligerskorpsen. We gaan akkoord om door te geven aan Rode Kruis-Vlaanderen dat gemeente Beernem interesse heeft om een gemeentelijk vrijwilligerskorps op te richten. 

Op 25 september vindt er een webinar plaats waarbij het Rode Kruis de uitvoeringsmodaliteiten voor het oprichten van een gemeentelijk vrijwilligerskorps zal duiden en waarbij antwoord zal gegeven worden op tal van vragen. 

Eénmaal helder dat het Rode Kruis alles op zich neemt naar organisatie en werking van een gemeentelijk vrijwilligerskorps kan het Beernems dossier voorbereid worden naar de gemeenteraad toe.

Aanleiding en/of bevoegdheid

• E-mailbericht van raadslid Gijs Degrande d.d. 11 september 2025 waarbij een extra agendapunt wordt aangeleverd namens de N-VA-fractie om op de gemeenteraadszitting te behandelen - Het agendapunt handelt over: 'Indienen van een subsidiedossier voor de aanleg van een kunstgrasveld op de site van Drogenbrood'.
  Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om akkoord te gaan om een subsidiedossier in te dienen bij Sport Vlaanderen in het kader van het subsidiereglement voor de aanleg van kunstgrasvelden voor de site Drogenbrood.
• Artikelen 21 en 40 e.v. van het decreet lokaal bestuur.
• Extra agendapunt: Overeenkomstig artikel 21 van het decreet over het lokaal bestuur en artikel 4 §1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad kunnen gemeenteraadsleden uiterlijk vijf dagen (de dag van de gemeenteraadszitting niet inbegrepen) vóór de vergadering, vóór 09u00, punten aan de agenda toevoegen. Hiertoe bezorgen ze per e-mail hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de gemeenteraad. 
• Het agendapunt werd tijdig aangeleverd en is dus ontvankelijk.

Feiten en voorgeschiedenis

De Vlaamse Regering voorziet in 2025 een budget van € 3 miljoen om de aanleg en renovatie van kunstgrasvelden te ondersteunen. Het doel is om tegen het einde van de legislatuur minstens 60 kunstgrasvelden in Vlaanderen te realiseren of te renoveren.

De subsidie bedraagt 20% van de investeringskosten, met maximumgrenzen afhankelijk van het type veld (voetbal, hockey, renovatie). Aanvragers dienen gebruik te maken van de raamovereenkomsten van Sport Vlaanderen, waarbij een correcte prijs-kwaliteitverhouding gegarandeerd is. Belangrijke voorwaarden zijn o.a.:

• het veld moet prioritair ingezet worden voor jeugdsportactiviteiten,
• minstens 760 uur gebruik per jaar,
• werken mogen nog niet gestart zijn bij de aanvraag,
• de infrastructuur moet binnen de 2 jaar na toekenning voorlopig opgeleverd worden.

De site van Drogenbrood wordt door de N-VA-fractie naar voren geschoven als de meest geschikte locatie voor de aanleg van een kunstgrasveld.

Met de huidige subsidiemogelijkheid kan de gemeente Beernem een aanzienlijke financiële steun bekomen, waardoor de realisatie van dit project opnieuw binnen bereik komt.

Regelgeving

• Artikelen 21 en 40 e.v. van het decreet lokaal bestuur
• Huishoudelijk reglement gemeenteraad
• Artikel 303 van het decreet lokaal bestuur

Argumentatie

Mondelinge toelichting wordt gegeven door raadslid Lode Vanneste.

Verwijzingsdocumenten

• Extra agendapunt N-VA voor GR 18 september 2025.
• E-mailbericht raadslid Gijs Degrande d.d. 11 september 2025

Financiële impact

De subsidie bedraagt 20% van de investeringskosten, met maximumgrenzen afhankelijk van het type veld (voetbal, hockey, renovatie).

Tussenkomsten

Er zijn tussenkomsten door schepen Patricia Waerniers en raadslid Jan Vanassche beantwoord door raadsleden Lode Vanneste en Gijs Degrande. 

Raadslid Jan Vanassche geeft volgende stemverklaring bij zijn stemgedrag:

Hoewel kunstgrasvelden voordelen bieden zoals bespeelbaarheid in de winter en intensiever gebruik, zijn er talrijke nadelen die zwaar doorwegen in de afweging:

1. Financiële nadelen

• Hoge aanlegkosten: Kunstgras kost tussen € 500.000,00 en € 700.000,00 per veld, met een totale kost over 20 jaar tot € 1.400.000,00.
• Beperkte levensduur: Veld moet na 10–15 jaar vervangen worden, wat extra kosten en energie voor recyclage met zich meebrengt.
• Onderhoud blijft nodig: Wekelijks borstelen en slepen is vereist om kwaliteit te behouden; dit vraagt gespecialiseerde zorg.

2. Gezondheidsrisico’s

• Blessuregevoeligheid: Kunstgras is harder dan natuurgras, wat leidt tot meer knie- en enkelletsels, peesontstekingen en schaafwonden.
• Chemische blootstelling: Rubberkorrels bevatten PAK’s, zware metalen en weekmakers die mogelijk schadelijk zijn, vooral voor jeugdspelers.
• Microplastics: Kunstgras is een belangrijke bron van microplasticvervuiling, met impact op water, bodem en voedselketen.

3. Milieu-impact

• Verharding: Kunstgras verhindert waterinfiltratie en bodemfuncties, wat strijdig is met gemeentelijk beleid rond ontharding.
• Hitte-eilandeffect: Kunstgras warmt sterk op in de zomer, in tegenstelling tot natuurgras dat verkoelend werkt.
• Fossiele grondstoffen: Kunstgras bestaat grotendeels uit kunststof, wat bijdraagt aan CO₂-uitstoot.

4. Speelkwaliteit en gebruiksbeperkingen

• Onbespeelbaar bij vorst/dooi: Bevroren of natte matten worden glad en gevaarlijk.
• Verschil in balgedrag: Kunstgras beïnvloedt het spel, met onnatuurlijke balbewegingen en variabele veldkwaliteit.

5. Strategische en beleidsmatige bezwaren

• Ondergraving van eerdere investeringen: Beernem investeerde al € 129.653,00 in duurzame natuurgrasvelden.
• Professionele trend: Betaald voetbal stapt af van kunstgras; UEFA en FIFA verkiezen natuurgras.
• Wetgeving: EU verbiedt rubbergranulaat vanaf 2031, wat toekomstige aanpassingen vereist.

Alternatieven

• Hybride gras: Combineert duurzaamheid met natuurlijke eigenschappen.
• Natuurlijke infill (kurk): Minder schadelijk, koeler en milieuvriendelijker dan rubber.

Aanleiding en/of bevoegdheid

• E-mailbericht van raadslid Gijs Degrande d.d. 11 september 2025 waarbij een extra agendapunt wordt aangeleverd namens de N-VA-fractie om op de gemeenteraadszitting te behandelen - Het agendapunt handelt over: 'Instap in de provinciale raamovereenkomst “Levering van fietsen (leasing)” waarbij de provincie West-Vlaanderen optreedt als aankoopcentrale'. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om akkoord te gaan dat de gemeente Beernem instapt in de provinciale raamovereenkomst “Levering van fietsen (leasing)” waarbij de provincie West-Vlaanderen optreedt als aankoopcentrale.
• Artikelen 21 en 40 e.v. van het decreet lokaal bestuur.
• Extra agendapunt: Overeenkomstig artikel 21 van het decreet over het lokaal bestuur en artikel 4 §1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad kunnen gemeenteraadsleden uiterlijk vijf dagen (de dag van de gemeenteraadszitting niet inbegrepen) vóór de vergadering, vóór 09u00, punten aan de agenda toevoegen. Hiertoe bezorgen ze per e-mail hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de gemeenteraad. 
• Het agendapunt werd tijdig aangeleverd en is dus ontvankelijk.

Feiten en voorgeschiedenis

De provincie West-Vlaanderen biedt sinds januari 2023 haar personeelsleden de mogelijkheid om een fiets te leasen in ruil voor vakantiedagen of eindejaarspremie. Dit initiatief kent een groot succes en draagt bij aan een duurzaam mobiliteitsbeleid.

De provincie stelt dit aanbod eveneens open voor lokale besturen en andere entiteiten die binnen haar toepassingsgebied vallen. De gemeente Beernem komt hiervoor in aanmerking en kan aansluiten bij de raamovereenkomst met Cyclis Bike Lease, die samenwerkt met meer dan 200 fietshandelaars in West-Vlaanderen en tevens tweedehandsfietsen aanbiedt binnen de leaseformules.

Door toe te treden tot deze raamovereenkomst kan de gemeente haar personeelsleden op een fiscaal en sociaal voordelige manier een fietslease aanbieden, met voordelen op het vlak van duurzame mobiliteit, gezondheid, vermindering van de CO₂-uitstoot en een aantrekkelijker werkgeversimago.

Regelgeving

• Artikelen 21 en 40 e.v. van het decreet lokaal bestuur
• Huishoudelijk reglement gemeenteraad
• Artikel 303 van het decreet lokaal bestuur

Argumentatie

Mondelinge toelichting wordt gegeven door raadslid Lode Vanneste.

Verwijzingsdocumenten

• Extra agendapunt N-VA voor GR 18 september 2025 (incl. bijlage).
• E-mailbericht raadslid Gijs Degrande d.d. 11 september 2025

Tussenkomsten

Er zijn tussenkomsten door burgemeester Jos Sypré en raadsleden Jan Vanassche en Piet De Rycke beantwoord door raadsleden Lode Vanneste, Jef Vansteenhuyse en Gijs Degrande.

Burgemeester Jos Sypré voegt volgende stemverklaring toe:

Invoering fietslease is voorzien in het MJP 2026-2031. Fietslease zal mogelijk zijn voor medewerkers gemeente, OCMW en onderwijzend personeel van de gemeenteschool. 
Er zal aangesloten worden bij de nieuwe provinciale raamovereenkomst die ingaat op 01 januari 2026. De aansluiting wordt geagendeerd in de gemeenteraad van december 2025. 
De personeelsdienst en de financiële dienst kregen eind augustus 2025 uitgebreide info van de provincie West-Vlaanderen. Het dossier wordt nu volop voorbereid door de personeelsdienst.  
Een voorstel van fietspolicy zal in november 2025 voorgelegd aan de vakbondsafvaardiging.

Feiten en voorgeschiedenis

De vragen en suggesties, ingediend door de gemeenteraadsleden, worden besproken.