De inwoners van het gehucht Steenoven zijn sterk georiënteerd naar Oostveld voor het verenigingsleven, school, kerk, … Er is bij hen reeds een jarenlange vraag naar een rechtstreekse verbinding tussen Steenoven en Oostveld. De bestaande route via de Steenoven / Knesselarestraat / Tinhoutstraat is niet fietsveilig. We willen voor de fietsers en voetgangers een veilige en aangename verbinding creëren tussen Steenoven en Oostveld door middel van een trage weg. Een dergelijke directe en veilige verbinding stimuleert bovendien verplaatsingen te voet en met de fiets.
De gemeente Beernem wenst een veilige fiets- en wandelverbinding (trage weg) te voorzien die de verbinding maakt van Steenoven naar Oostveld gelegen op haar grondgebied. De gemeente heeft hiervoor een alternatievenonderzoek gedaan waar zij deze weg het beste kan realiseren.
Om de trage verbinding juridisch te bestendigen is het noodzakelijk om een rooilijnplan op te maken tot aanleg van een nieuwe gemeenteweg. Voor de vestiging van een nieuwe gemeenteweg werd een rooilijnplan opgemaakt door landmeter Vanden Bussche. Het opgemaakte rooilijnplan wordt voorgelegd aan de gemeenteraad ter voorlopige vaststelling.
Conform artikel 26 §2 van het decreet houdende de gemeentewegen wordt daarnaast voorzien in de verplichte verwerving van de bedding van de gemeenteweg. Daarom wordt aan dit rooilijnplan een onteigeningsplan gekoppeld ter realisatie van de gemeenteweg.
Het voornemen tot het aanleggen van de gemeenteweg geeft uitvoering aan artikel 3 (doelstellingen) en aan artikel 4 (principes) van het decreet houdende de gemeentewegen van 3 mei 2019 en werd aan deze artikels getoetst.
Artikel 3 van het decreet houdende de gemeentewegen bepaalt het volgende:
‘Dit decreet heeft tot doel om de structuur, de samenhang en de toegankelijkheid van de gemeentewegen te vrijwaren en te verbeteren, in het bijzonder om aan de huidige en toekomstige behoeften aan zachte mobiliteit te voldoen.
Om de doelstelling, vermeld in het eerste lid, te realiseren voeren de gemeenten een geïntegreerd beleid, dat onder meer gericht is op:
1. de uitbouw van een veilig wegennet op lokaal niveau;
2. de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen, zowel op recreatief als op functioneel vlak.’
De toetsing aan artikel 3 houdt in dat de voorgestelde maatregel beoogt om een trage verbinding te creëren tussen Steenoven en Oostveld. Op deze manier kunnen trage weggebruikers een veiligere en recreatievere verbinding maken en wordt het netwerk van trage wegen in Beernem versterkt.
Artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen bepaalt het volgende:
‘Bij beslissingen over wijzigingen van het gemeentelijk wegennet wordt minimaal rekening gehouden met de volgende principes:
1. wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang;
2. een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd;
3. de verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen;
4. wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief;
5. bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen.’
In het kader van artikel 4 van het decreet houdende de gemeentewegen, werd rekening gehouden met de vooropgestelde principes, en kan de aanleg als volgt worden gemotiveerd:
1. Wijzigingen van het gemeentelijk wegennet staan steeds ten dienste van het algemeen belang:
De aanleg van de nieuwe gemeenteweg dient het algemeen belang en meer bepaald om een veilige fiets- en wandelverbinding te creëren tussen Steenoven en Oostveld.
De inwoners van het gehucht Steenoven zijn sterk georiënteerd naar Oostveld voor het verenigingsleven, school, kerk… De bestaande route via de Steenoven / Knesselarestraat / Tinhoutstraat is niet fietsveilig. Fietsers en voetgangers die vanuit Steenoven naar Oostveld willen, moeten eerst de Knesselarestraat (een eerste keer) dwarsen. Vervolgens vervolgen ze hun weg via het smalle dubbelrichtingsfietspad dat aanliggend (!) is langs de druk bereden Knesselarestraat. Om in de Tinhoutstraat te geraken, moeten fietsers en wandelaars een tweede keer de Knesselarestraat dwarsen, dit keer via een kruispunt met 4 drukke takken (kruispunt Knesselarestraat – Tinhoutstraat - Schipperstraat). Oversteken als fietser is er niet evident. Wil men naar de parochiezaal of de school, dan moet men dus ook nog eens de Tinhoutstraat dwarsen.
In het kader van verkeersstromen, is het de veiligste oplossing om de zwakke weggebruikers, waar mogelijk, te scheiden van het drukke verkeer (autoverkeer, vrachtverkeer,…) en hen rustigere alternatieven te bieden.
2. Een wijziging, verplaatsing of afschaffing van een gemeenteweg is een uitzonderingsmaatregel die afdoende wordt gemotiveerd:
Aangezien het een aanleg van een nieuwe gemeenteweg betreft, wordt dit niet aanzien als een uitzonderingsmaatregel.
Echter zal de aanleg van een nieuwe gemeenteweg gekaderd worden in de creatie van een goed ruimtelijk doordacht wegennet van de gemeente. Met de creatie van de nieuwe gemeenteweg wordt een verkeersveilige verbinding gecreëerd tussen Oostveld en Steenoven.
Er is geen enkele trage verbinding (meer) tussen Steenoven en Oostveld. Dus momenteel kunnen we geen rustiger alternatief aanbieden voor fietsers en wandelaars, terwijl de gemeente verplaatsingen te voet en met de fiets juist wenst te stimuleren. Dit komt tot uiting in zowel het mobiliteitsplan, goedgekeurd in de gemeenteraad van 22 februari 2018, als het meerjarenplan 2020 - 2025. Ook in het participatietraject in de aanloop naar dit meerjarenplan kwam naar voor dat fietsen aangenamer en veiliger moet en dat dit kan via het (her)openen van bestaande 'kerkwegels'.
Ooit was er een trage weg tussen Steenoven en Oostveld. Deze historische verbinding werd meer dan 60 jaar gebruikt tot die halfweg de jaren 80 voor een stuk werd ingenomen door de landbouwer-eigenaar waardoor die niet meer toegankelijk was.
Er kwam hierop onmiddellijk enorm veel protest van de inwoners en van belangengroepen om dit gedeelte van de weg opnieuw open te stellen. Naar aanleiding van de blijvende vraag werd beslist tot de opmaak van een Trage Wegen Plan Oostveld. Dit plan werd goedgekeurd in zitting van 15 september 2016 waarbij de trage weg tussen Steenoven en Oostveld een A-label kreeg, namelijk op te nemen als deel van het basisnetwerk trage wegen. In dit Trage Wegen Plan Oostveld is bovendien beslist om binnen het kader van de uitbouw van een fijnmazig veilig wegennet voor de zachte weggebruiker, in het binnengebied tussen de Knesselarestraat, de Tinhoutstraat en Ruweschuurstraat niet enkel een NW-ZO verbinding te creëren, maar ook een NO-ZW-verbinding. Het zou dus een enorme meerwaarde zijn mocht de nieuwe trage weg aansluiten op de Tinhoutstraat, die dan op haar beurt aansluiting kan maken op het Grote Routepad Tijl Uilenspiegel, wat dan weer een recreatieve meerwaarde heeft.
Er zijn verschillende redenen waarom het gemeentebestuur een nieuwe trage weg wil realiseren tussen Steenoven en Oostveld (op vraag van de bewoners omwille van de veiligheid, uitbouw fijnmazig, veilig wegennet voor zachte weggebruikers, recreatief, cultuurhistorisch), waarvan de voornaamste reden de verkeersveiligheid is.
Aangezien er geen enkele bestaande trage verbinding is tussen Steenoven en Oostveld, is de werkgroep trage wegen nagegaan welke mogelijke verbindingen er kunnen gelegd worden tussen Steenoven en Oostveld. Tijdens het daaropvolgende alternatievenonderzoek werden alle mogelijke verbindingen tussen Steenoven en Oostveld in kaart gebracht. Het alternatievenonderzoek is gevoegd in bijlage en maakt integraal deel uit van deze beslissing.
3. De verkeersveiligheid en de ontsluiting van aangrenzende percelen worden steeds in acht genomen:
De verbindingen die een huiskavel dwarsen worden omwille van financiële redenen en omwille van de impact op de bewoners na het alternatievenonderzoek niet weerhouden. Via de mogelijke verbindingen vanuit de Ruweschuurstraat zou een omweg gecreëerd worden van bijna 1,5 km met bovendien het dwarsen van een kruispunt (Ruweschuurstraat / Tinhoutstraat / Bruinbergstraat). Voor fietsers, en zeker voetgangers, is dergelijke omweg te ver. Daarom worden ook deze verbindingen niet weerhouden als mogelijke veilige trage verbinding tussen Steenoven en Oostveld.
Na voornoemd alternatievenonderzoek blijkt de verbinding via de parochiezaal (optie A) de beste optie te zijn om volgende redenen:
4. Wijzigingen aan het wegennet worden zo nodig beoordeeld in een gemeentegrensoverschrijdend perspectief:
De verbinding tussen Oostveld en Steenoven zal een positieve invloed hebben op het ruimtelijk doordacht wegennet van de gemeente Beernem. Er is geen gemeentegrensoverschrijdende context gezien de verbinding twee delen binnen het grondgebied van de gemeente Beernem met elkaar verbindt.
5. Bij de afweging voor wijzigingen aan het wegennet wordt rekening gehouden met de actuele functie van de gemeenteweg, zonder daarbij de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen:
Het huidige project, is een duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Door deze aanleg van de nieuwe gemeenteweg zal er een verbinding gecreëerd worden welke dienstig is voor zowel de huidige generatie als de toekomstige generatie, en dit zonder de verdere ontwikkeling van het gebied in het gedrang te brengen.
Met andere woorden is de aanleg van de gemeenteweg, inclusief de geplande wegeniswerken, een toekomstgerichte handeling die het wegenbeleid van de gemeente Beernem ten goede komt en geen afbreuk doet aan toekomstige ontwikkelingen van het gebied. Er worden immers door de aanleg geen andere projecten (bouwprojecten of verbindingen) in het gedrang gebracht.
Volgens het decreet stelt de gemeenteraad het ontwerp van rooilijnplan voorlopig vast. Dit ontwerp van rooilijnplan bevat tevens een berekening van de waardevermindering in het kader van artikel 28 van het decreet houdende de gemeentewegen en de onteigeningsvergoeding. Aangezien artikel 26 §2 van het decreet houdende de gemeentewegen de gemeente Beernem verplicht om tot verwerving van de wegbedding over te gaan zal de minwaardevergoeding worden verrekend bij een uiteindelijke aankoop en/of bij een onteigening (dit gelet op de planneutraliteit).
De minwaardeberekening is door landmeter - expert Vanden Bussche als volgt gebeurd: De wijze van waardering is een berekening waarbij o.a. rekening wordt gehouden met de waardeverandering over het gehele getroffen perceel. Om deze waarde te bepalen, wordt ook gekeken naar de venale waarde die gesteund is op een combinatie van vergelijkende methode-analytische methode. Voor betrokken goederen worden relevante vergelijkingspunten aangebracht en onderzocht. De goederen worden hierbij afgewogen tegenover o.a. deze vergelijkingspunten. Naast de venale waarde wordt ook rekening gehouden met de gelijke behandeling van burgers voor de opgelegde openbare lasten in het kader van het algemeen belang en ermee rekening gehouden, de bestaande openbare en privatieve erfdienstbaarheden en de vigerende overheidsbesluiten over het grondgebruik. Ook wordt rekening gehouden met reeds bestaande doorgangen. Dit leidt er uiteindelijk toe om de waardeverandering te kennen voor en na de uitvoering van de vooropgestelde nieuwe rooilijn. Het volledige verslag van de berekening van de minwaarde is als bijlage toegevoegd.
De minwaardeberekening zal verrekend worden met de onteigeningsvergoeding.
Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door burgemeester Jos Sypré, bevoegd voor mobiliteit.
Er is een tussenkomst door raadslid Jef Vansteenhuyse beantwoord door burgemeester Jos Sypré.
Artikel 1: Het gemeentelijk rooilijnplan 'Steenoven-Tinhoutstraat', opgemaakt door landmeter Vanden Bussche, wordt voorlopig vastgesteld.
Artikel 2: Het voorlopig vastgesteld rooilijnplan zal het voorwerp uitmaken van een openbaar onderzoek en zal ter inzage gelegd worden in het gemeentehuis, conform het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
Artikel 3: Akkoord te gaan met de voorgestelde minwaarde zoals bepaald door de landmeter-expert Vanden Bussche.
Artikel 4: Deze beslissing wordt ter kennis gebracht van de heer provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur.