Thu 15/09/2022 - 21:30 de raadzaal
De notulen van de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 23 juni 2022 worden ter goedkeuring voorgelegd.
Tussentijdse opvolgingsrapportering
In het verleden moesten de raadsleden zich in de praktijk uitspreken over bijsturingen van de planning, in de vorm van een budgetwijziging en/of een aanpassing van het meerjarenplan. Die aanpassingen van de planningsdocumenten vormden enerzijds een zware administratieve last. De rapporten bevatten anderzijds vooral informatie over de uitvoering van de kredieten en de noodzaak tot aanpassing ervan (de autorisatie) in plaats van een echte stand van zaken van de uitvoering van het geplande beleid.
Daarom beperkt de regelgever voortaan de verplichte rapportering aan de raad omwille van kredietwijzigingen en autorisatie. Het budget als afzonderlijk beleidsrapport is afgeschaft. De vaststelling van de kredieten en de autorisatie zijn geïntegreerd in het meerjarenplan en de verplichte jaarlijkse aanpassingen daarvan. Daarnaast trekt het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 ook het niveau waarop de raad autorisatie geeft op.
Die ingrepen hebben tot gevolg dat de controlefunctie van raadsleden niet in eerste instantie gericht is op de kredietbewaking, maar wel op de opvolging van de uitvoering van de planning en de realisatie van de beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties (zie Parl.St. Vl. Parl. 2017-18, nr. 1353/1,114).
Deze opvolgingsrapportering is een onderdeel van de beleids- en beheerscyclus, maar is geen beleidsrapport.
De opvolgingsrapportering bevat minstens volgende elementen:
1° een stand van zaken van de prioritaire acties of actieplannen van het meerjarenplan;
2° een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar;
3° in voorkomend geval, de wijzigingen in de assumpties die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan;
4° in voorkomend geval, de wijzigingen in de financiële risico's.
Het "opvolgingsrapport eerste semester 2022, uitvoering meerjarenplan 2020-2025" voor gemeente en OCMW Beernem wordt ter kennisname aan de raad voor maatschappelijk welzijn voorgelegd.
Voedseloverschotten en - verspilling, steeds meer mensen die aankloppen voor een voedselpakket, gestegen voedingsprijzen en minder overschotten door gestegen energieprijzen en oorlog… het zijn problemen waar alsmaar meer voedselbanken en sociale superettes mee geconfronteerd worden.
Verder bouwend op deze tendensen en voedselstrategie, een onderzoek over voedseloverschotten, ging Stad Brugge in 2018 van start met het FLAVOUR-project. Met Europese subsidies van Interreg 2 Seas wilde de Stad vanuit de dienst Leefmilieu en in samenwerking met de dienst Sociale Economie een voedseldistributieplatform in Brugge opzetten met diverse lokale partners.
FLAVOUR staat voor ‘Food surplus and Labour, the Valorisation of Underused Resources’.
De hoofddoelen zijn:
Eind september 2022 loopt het project en daarbij de Europese subsidie ten einde.
Om een regio dekkende werking van het voedseldistributieplatform te realiseren is er een subsidie van € 95.652,00 ter beschikking vanuit het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin voor een periode van 39 maand. Deze subsidie is gebaseerd op het aandeel inwoners binnen het gebied Werkkracht 10.
Aangezien deze subsidie niet de volledige kosten dekt om de operationele werking van dit voedseldistributieplatform verder te zetten, werd de intentie uitgesproken om een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten met de 10 gemeenten van het arrondissement (cfr. regio Brugge: Beernem, Blankenberge, Brugge, Damme, Jabbeke, Knokke-Heist, Torhout, Oostkamp, Zedelgem en Zuienkerke).
Alle 10 lokale besturen stappen mee in het verhaal en vanuit Werkkracht 10 wordt een maximumbijdrage voorzien van € 95.652,00 (= zelfde bedrag als bovenvermelde subsidie). Daarnaast wordt per bestuur een gemeentelijke bijdrage gevraagd à rato het inwonersaantal (= € 47.825,80). Het totaal bedrag van deze financiële middelen zal aangewend worden voor diverse werkings- en personeelskosten.
Voor de gemeente Beernem bedraagt de vaste bijdrage € 0,50 voor € 1,00 subsidie vanuit het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, gespreid over 4 kalenderjaren (39 maand). Tevens wordt er een variabele kost ten bedrage van € 0,50/kilo voedsel dat afgenomen wordt, aangerekend.
Het Vast Bureau verleende reeds in zitting van 03 juni 2022 een principiële goedkeuring om deel te nemen aan een dergelijke samenwerking.
Het vast bureau geeft positief advies op de samenwerkingsovereenkomst met als startdatum 01 oktober 2022 tot einde van de huidige legislatuur en legt deze ter goedkeuring voor aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn.