Notulen  gemeenteraad

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur

Feiten en voorgeschiedenis

Met een e-mailbericht van 17 maart 2022 nodigt Zefier bvba het gemeentebestuur uit tot de gewone algemene vergadering (jaarvergadering) die plaatsvindt op donderdag 09 juni 2022 om 14u00 in Faculty Club, Groot Begijnhof 14 te Leuven.

Op de vergadering worden de volgende agendapunten behandeld:

1. Verslag van de raad van bestuur over het boekjaar 2021
2. Verslag van de commissaris-revisor over de jaarrekening 2021
3. Goedkeuring van de jaarrekening 2021 (balans, resultatenrekening, winstverdeling en toelichting)
4. Kwijting aan de bestuurders en de commissaris-revisor.

Regelgeving

• Decreet lokaal bestuur
• Wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, inzonderheid artikel 180
• Statuten van de cvba Zefier, inzonderheid de artikelen 26, 27 en 28

Argumentatie

Zefier cvba is de in 2018 nieuw opgerichte coöperatieve vennootschap die alle hernieuwbare activiteiten van de voormalige financieringsverenigingen (onder meer Finiwo) bundelt.

De gemeente Beernem is vennoot in Zefier cvba. Vanuit deze rol dient de gemeente zich uit te spreken over de punten die werden aangebracht op de agenda van de hierboven vermelde algemene vergadering.
De uitnodiging met de agendapunten wordt dan ook voor standpuntbepaling voorgelegd aan de gemeenteraad.

Er zijn geen bezwaren voorhanden om de goedkeuring van de voorgelegde agendapunten te weigeren. Er wordt daarom voorgesteld akkoord te gaan met de voorgestelde agenda en met de inhoud van de overgemaakte ontwerpbeslissing.

In de gemeenteraadszitting van 21 februari 2019 werden de financieel directeur als volmachthouder en schepen Patricia Waerniers als plaatsvervangend volmachthouder aangeduid om deel te nemen aan de buitengewone, bijzondere en gewone algemene vergaderingen van de cvba Zefier en dit tot het einde van de legislatuur. Deze aanstelling wordt voor de komende algemene vergadering bevestigd.

Mondelinge toelichting wordt ter zitting gegeven door schepen Patricia Waerniers, bevoegd voor financiën.

Verwijzingsdocumenten

Uitnodiging tot de algemene vergadering van Zefier en bijlagen

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten. 

Aanleiding en/of bevoegdheid

• Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur
• Artikel 12 en 13 van de statuten van de WVI

Feiten en voorgeschiedenis

Met een aangetekend schrijven van 31 maart 2022 nodigt de West-Vlaamse Intercommunale (WVI) het gemeentebestuur van Beernem uit voor de algemene vergadering die plaatsvindt op woensdag 08 juni 2022 om 18u30 in OC Vondel, Dwarsstraat te 8760 Meulebeke.

Op de vergadering worden de volgende agendapunten behandeld:

1. goedkeuring verslag van de buitengewone algemene vergadering van 15 december 2021;
2. verslag van de raad van bestuur (jaarverslag);
3. verslag van de commissaris;
4. jaarrekeningen 2021;
5. kwijting aan de bestuurders en de commissaris;
6. mededelingen.

Deze uitnodiging met agendapunten en de daarbij horende documentatie voor onderzoek van de agendapunten worden voor standpuntbepaling voorgelegd aan de gemeenteraad.

Regelgeving

Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur

Argumentatie

Op 20 september 1999 heeft de gemeenteraad goedkeuring verleend aan de fusieoperatie van de West-Vlaamse Intercommunales WIH, WITAB en WIER naar WVI. Beernem was voorheen aangesloten bij deze 3 onafhankelijke intercommunales respectievelijk voor huisvesting, technisch advies en bijstand en economische conversie.

De gemeente wil ten volle haar rol van aandeelhouder in de WVI uitoefenen en het is dan ook nodig dat zij zich uitspreekt t.a.v. de punten die werden aangebracht op de agenda van de hierboven vermelde algemene vergadering.

Er wordt voorgesteld akkoord te gaan met de voorgestelde agenda.

Er dienen vertegenwoordigers te worden aangeduid. In de zitting van 21 februari 2019 werden gemeenteraadslid Kurt Vanneste als effectief vertegenwoordiger en gemeenteraadslid Anja Coens als plaatsvervanger in de algemene vergaderingen van de WVI aangeduid. Er wordt voorgesteld deze aanstelling voor de komende algemene vergadering te bevestigen.

Mondelinge toelichting wordt ter zitting gegeven door voorzitter Kris Vincke.

Verwijzingsdocumenten

• uitnodigingsbrief met agenda
• verslag buitengewone algemene vergadering d.d. 15 december 2021
• jaarverslag 2021
• jaarrekening 2021
• geïndividualiseerd overzicht per mandataris ontvangen presentiegelden & vergoedingen
• volmachtformulier

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Feiten en voorgeschiedenis

Het bestuur voorziet sinds 01 januari 2010 in een tweede pensioenpijler voor het contractueel personeel, om de pensioenkloof tussen het statutair personeel en contractueel personeel te verkleinen.  Tot op heden was het bestuur aangesloten bij de groepsverzekering die aangeboden werd door Ethias en Belfius Insurance. Deze verzekeraars hebben in juni 2021 de lopende groepsverzekeringsovereenkomst per 01 januari 2022 opgezegd.

Het bestuur had voor de tweede pensioenpijler de keuze tussen enerzijds een overheidsopdracht voor een groepsverzekering bij een verzekeraar en anderzijds het aansluiten bij een instelling voor bedrijfspensioen-voorziening (pensioenfonds). Na onderhandelingen met de VVSG, werd OFP PROVANT omgevormd tot OFP PROLOCUS (een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening met ondernemingsnummer 0809.537.155), een pensioenfonds waarbij alle lokale besturen van het Vlaamse Gewest kunnen toetreden.

Regelgeving

• Het protocol van het onderhandelingscomité C1;

• De intentieverklaring van het schepencollege van 01 april 2022 om met ingang van 01 januari 2022 toe te treden tot OFP PROLOCUS en de eraan gekoppelde modaliteiten qua pensioentoezegging.

• De voormelde documenten werden besproken in het bijzonder onderhandelingscomité van 06 april 2022.

Argumentatie

Door de toetreding bij een IBP is men meer betrokken bij het beheer van zijn pensioenfinanciering. In tegenstelling tot een groepsverzekering dient het bestuur een vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS af te vaardigen die naast controlebevoegdheid ook de mogelijkheid heeft om – indien nodig -  punten op de agenda van de algemene vergadering te zetten. In tegenstelling tot een groepsverzekering streeft een IBP geen winsten na ten voordele van de organisatie zelf. Een IBP heeft ruime beleggingsmogelijkheden, zodat een ruimer rendement mogelijk is dan in een tak 21 verzekering, zonder dat dit enige garantie inhoudt.

Het bestuur kan toetreden tot OFP PROLOCUS zonder overheidsopdracht vermits aan de voorwaarden van een in house opdracht voldaan zijn:
1) het bestuur via de algemene vergadering waar ze lid van wordt, toezicht uitoefent op OFP PROLOCUS zoals op haar eigen diensten;
2) meer dan 80% van de activiteiten van de OFP PROLOCUS de uitvoering van taken behelst die hem zijn toegewezen door de controlerende  overheden, nl. het voorzien in aanvullende pensioenen voor lokale en provinciale besturen;
3) geen directe participatie van privékapitaal is in de OFP PROLOCUS;
4) OFP PROLOCUS zelf onderworpen is aan de wetgeving op de overheidsopdrachten.

OFP PROLOCUS zal, in het verlengde van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, zwaar inzetten op het duurzaam karakter van zijn beleggingen.
Het aanbod van OFP PROLOCUS vereist, net zoals de groepsverzekering die tot eind 2021 werd aangehouden bij Ethias en Belfius Insurance, geen werknemersbijdragen en voorziet in een overlijdensdekking en een kapitaalsuitkering.  Er bestaat ook de mogelijkheid van een zogeheten “steprate” bijdrage waardoor het dus mogelijk is om op het gedeelte van het loon dat boven het maximumplafond voor de berekening van het wettelijke pensioen uitkomt, een hogere toezegging te doen om zo het verschil tussen een statutair pensioen en een wettelijk pensioen verder te verkleinen.

Er bestaan drie soorten pensioenplannen: defined benefit of vaste prestaties, cash balance en defined contribution of vaste bijdragen. De voorgestelde formule is een vaste bijdragenplan. In dit plan belooft de werkgever een bepaalde bijdrage 2,5 % (een bijdrage uitgedrukt als een percentage van het aan de RSZ onderworpen brutoloon) te betalen zonder vastgesteld rendement. De behaalde rendementen worden toegekend conform het kaderreglement.
Het bestuur kan met andere rechtspersonen waarmee ze nauwe banden heeft (AGB’s, OCMW) een MIPS-Groep vormen. Binnen een MIPS-groep is er interne mobiliteit  voor het personeel zonder dat dit gevolgen heeft voor de pensioentoezegging van het personeelslid. Er speelt in een MIPS-Groep ook een onderlinge solidariteit.

Mondelinge toelichting wordt ter zitting gegeven door burgemeester Jos Sypré, bevoegd voor personeelszaken.

Verwijzingsdocumenten

• De statuten
• De beheersovereenkomst
• Het financiëringsplan (algemeen luik en specifiek luik VVSG)
• De verklaring inzake beleggingsbeginselen (algemeen luik en specifiek luik VVSG)
• Het kaderreglement
• Het bijzonder pensioenreglement
• De toetredingsakte

Financiële impact

Het bestuur zal minimum de vastgestelde bijdrage moeten betalen. Indien het wettelijk minimumrendement niet behaald wordt, zal het bestuur bijkomende bijdragen moeten betalen waarbij in elk geval voor de aangeslotenen het wettelijk minimum rendement moet behaald worden. Dit is momenteel 1,75% voor actieve aangeslotenen (= een aangeslotenen in dienst van het bestuur) en 0% voor passieve aangeslotenen (= een aangeslotene die het bestuur verlaten heeft en zijn pensioenreserves in OFP PROLOCUS heeft laten staan)  Als bijkomende veiligheid wordt de eerste vijf jaar, bovenop de middelen nodig voor de pensioentoezegging, voorzien in een extra prefinanciering van 5 % om zo de kans op het betalen van bijkomende bijdragen te verkleinen. Deze prefinanciering blijft ter beschikking van het bestuur ter financiering van latere bijdragen.

De kosten voor de werking van OFP PROLOCUS worden voor 2022 worden vastgelegd op € 1.000,00 per jaar per werkgever en € 10 per jaar per aangeslotene. Deze bedragen worden jaarlijks  geïndexeerd tot en met 2024. Nadien zal een een meer stabiel systeem van kostenvergoeding worden uitgebouwd, gebaseerd op de werkelijke kosten enerzijds en het werkelijke aantal aangesloten besturen en medewerkers anderzijds.  De verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen ingehouden worden door de RSZ en daarna doorgestort worden aan OFP PROLOCUS.

Jaarlijkse pensioentoezegging van 2,5% = € 68.000
Jaarlijkse aansluitings- en beheerskost  = € 2.230
Pre-financiëring ten belope van 5% van jaarlijkse pensioentoezegging = € 3.400 per jaar x 5 jaar = € 17.000

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikel 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur

Feiten en voorgeschiedenis

In het meerjarenplan 2020-2025 werd € 760.000,00 voorzien voor het rollend materiaal (voertuigen/rijdende werktuigen) van de technische dienst. De meest dringend te vervangen voer- en werktuigen zijn de DAF kraanvrachtwagen met containersysteem, de zoutstrooier (aan te vullen met aankoop sneeuwschuif) zijn reeds aangekocht. De Mercedes Unimog (met toebehoren) dient nog vervangen te worden.

Regelgeving

• Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
• Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 140.000,00 niet);
• Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
• Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;
• Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
• Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
• Bestuursdecreet van 07 december 2018;
• Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Argumentatie

De configuratie wordt afgestemd op de noden van de technische dienst, op de wensen en bezorgdheden van de betrokken medewerkers. 
De aankoop van deze smalspoortractor past in de lange termijn visie rond duurzaam groenbeheer en duurzaam onderhouden van het openbaar terrein waarin vegen een essentiële taak is. De aankoop van dit voertuig met zijn toebehoren past in een rationalisatie oefening van de voertuigen. 

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om dit bestek samen met het voorstel tot gunningswijze  - onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking - goed te keuren. 

Mondelinge toelichting wordt gegeven door schepen Claudio Saelens bevoegd voor openbare werken en technische dienst.

Verwijzingsdocumenten

• Bestek smalspoortractor

Financiële impact

Dienst	Technische dienst
Omschrijving	Aankoop smalspoortractor
Raming (incl. btw)	€ 100.000 (incl. btw)
Budgetcode	0200-00/2430200
Beschikbaar krediet	€ 171.955,05

Advies financieel directeur: gunstig

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten. 

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikel 40 e.v. DLB

Feiten en voorgeschiedenis

Het gemeentebestuur ontving een verzoekschrift tot erkenning van de verbindingsweg, gelegen tussen Gevaerts-Noord 10 en 11 richting chemin nr 3, als gemeenteweg op grond van 30-jarig openbaar gebruik. 

Conform artikel 13 van het decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019 kan eenieder een verzoekschrift indienen bij de voorzitter van de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen. Grondstroken waarvan met enig middel van recht bewezen wordt dat ze gedurende de voorbije dertig jaar door het publiek werden gebruikt, kunnen in aanmerking komen als gemeenteweg.

Het gemeentewegendecreet biedt geen specifieke procedure voor het behandelen van dergelijk verzoekschrift. Het gemeentebestuur dient bijgevolg te oordelen met in acht neming van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, in het bijzonder met het zorgvuldigheidsbeginsel en met de hoorplicht.

Het college besliste daarom in zitting van 26 november 2021 tot het organiseren van een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek werd gestart op 06 december 2021 en liep tot en met 10 januari 2022. Dit onderzoek had als doel alle mogelijke relevante informatie - zowel ter staving als ter weerlegging - te verzamelen aangaande het 30-jarig publiek gebruik. 

Regelgeving

• het decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019

Argumentatie

We ontvingen 67 reacties/getuigenissen (officieel 72, maar waarvan 5 dubbele). De nummers tussen aanhalingstekens verwijzen naar de genummerde getuigenissen. Sommige nummers worden niet vermeld in onderstaande samenvatting omdat enkele reacties niet vallen onder de noemer getuigenis, maar eerder de bevestigende vraag om het wandelpad open te houden.

Getuigenissen ter staving van het 30-jarig gebruik (chronologisch gerangschikt)

• bewoner getuigt dat zijn grootvader vanaf 1921 de landweg gebruikte om zijn landbouwgrond, gelegen langs de Legeweg te bereiken met paard en kar. Vanaf 1946 werd het door zijn vader gebruikt. (46=57)
• bewoner laat weten dat hij als kleine jongen (van 1940-1948) langs ’De Panne’ op bezoek ging bij de familie Lestienne. Daarna was hij landbouwer en gebruikte deze weg met paard en kar. Later deed hij dat traject met de fiets of met de wagen tot 2 jaar geleden. (63)
• getuige laat weten dat ze in haar jeugd (van 1943 tot 1967) in de Legeweg woonde en dat dat wegje er toen al lag. (34)
• bewoners (2 daarvan geboren in 1937) laten weten dat ze al meer dan 70 jaar het bestaan weten van de landweg ‘De Panne’. (41) (42) (43)
• bewoner van 80 jaar getuigt dat hij die weg daar altijd geweten heeft, deze heeft de naam ‘De Panne’ (52=59)
• getuige (nu 72 jaar) laat weten dat haar ouderlijk huis gelegen was dicht bij het kanaal. Ze heeft de weg altijd geweten. Haar vader gebruikte deze om naar het land te gaan in de Legeweg. De weg was toen 4m breed, nu nog 2 m. Als kind speelde ze er. De boerderij werd uiteindelijk onteigend, maar de weg bleef er bestaan. De waterleiding van de oude Legeweg zou langs daar naar Gevaerts-Noord komen. (68)
• voormalig bewoner van Gevaerts-Noord, geboren in 1956 en daar woonachtig tot 1980, heeft dat wegje genomen met haar ouders als kind, maar ook later als ze bij haar ouders op bezoek ging en ze een wandeling maakten (38)+-
• bewoners verhuisde 63 jaar geleden met het gezin naar de Boereweg vanwaar de man met zijn schoonvader naar een perceel daar in de buurt ging via deze weg. Na de verhuis in 1962, naar Gevaerts-Noord zijn zij, alsook hun 3 kinderen deze weg blijven gebruiken als verbinding naar Beernem. Hij heeft deze weg ontelbare keren bewandeld en befietst, maar heeft wel een evolutie gezien van karrespoor tot wandelpad. Mevrouw vermeldt ook dat er een waterleiding werd aangelegd langs deze weg voor de nieuwbouwwoningen langs het kanaal. (50) (54)
• getuige (geboren in 1954 en toen wonende in Gevaerts-Noord) heeft vaak langs dit weggetje gewandeld naar de omliggende boerderijen. (69)
• verwijzing naar een stafkaart van 1954 van het nationaal geografisch instituut waarbij de bedoelde verbindingsweg aangeduid staat. (15)
• bewoner (geboren in 1958) heeft dat wegje regelmatig gebruikt als kind om naar Cyriel Lestienne te gaan. (48)
• bewoner (geboren in 1963) heeft dit wegje altijd gebruikt om te voet of met de fiets naar zijn vriend Cyriel Lestienne te gaan) 2 à 3 keer per week. (49)
• Getuige (66 jaar) heeft al heel zijn leven die weg daar geweten – vroeger speelde hij daar als kind met de fiets, nu wandelt hij daar. (36)
• Getuige verklaart dat ze vanaf 1969 geregeld met de fiets naar het ouderlijk huis van haar man reed langs ‘De Panne’ (58)
• bewoner sinds ongeveer 50 jaar in de Legeweg heeft het wandelpad altijd geweten en heeft er af en toe over gewandeld tijdens wandeltochten rond de woning. (35)
• bewoner getuigt dat ze dit pad geregeld gebruikte met de fiets vanaf 1969 om naar het ouderlijk huis te fietsen van de schoonfamilie in Gevaerts-Noord (47)
• voormalig bewoner van Gevaerts-Noord, geboren in 1962 vergezelde als kind haar ouders bij het werken op de akkers. Met de fiets of te voet namen ze de kleine weg van hun akkers naar het kanaal en omgekeerd. (23)
• vermelding van meer dan 40 jaar gebruik (45=66)
• voormalig bewoonster Gevaerts-Noord (geboren in 1960) getuigt dat ze vanaf het 5^de leerjaar deze weg gebruikte met de fiets naar school. Ook later maakte ze nog regelmatig gebruik van dit wegje met de fiets om bij haar ouders op bezoek te gaan die nog steeds in Gevaerts-Noord wonen. En de laatste jaren om met de hond van haar vader te wandelen (die het omwille van een mindere gezondheid niet meer altijd zelf kan). (56)
• bewoner woont er (in Gevaerts-Noord) sedert 1974 en heeft altijd geweten dat dit pad publiek gebruikt werd (5)
• getuige verklaart dat hij als kind met zijn grootvader via 'De Panne' mee ging naar het land met paard en driewielkar (+- vanaf 1976). Later heeft hij langs deze weg vooral gefietst met de mountainbike. (67)
• bewoner herinnert zich als 14-jarige (dat was dan in 1980) tot 18 jaar dat hij via deze weg met tractor en kar water ging halen uit het kanaal voor de landerijen. Daarna bleef hij de weg gebruiken als wandelaar, vooral de laatste jaren met de energieke hond van zijn vader, die nog steeds woont in Gevaerts-Noord. (55)
• Bewoner, geboren in 1981 woont al heel haar leven in Gevaerts-Noord met uitzondering van 3 jaar (2006-2009). Ze heeft de weg altijd gekend en fietste er als kind veel. De weg werd ‘De panne’ genoemd. De waterleiding voor de straat loopt langs deze verbinding. Bijgevoegd enkele foto’s uit oude albums en historische luchtfoto’s, alsook kaarten met de Beverhoutsveldwandelroute en Mountaunbikeroute. De verbinding wordt al meer dan 30 jaar publiek gebruikt. Recent nog door wandelclub Beernem met een wandeltocht voor corona, terug te vinden op hun website, door mensen van ’t Veldzicht en enkele jaren gelden werd ook een ruiterpad aangeduid via deze weg, maar die borden zijn ondertussen verdwenen. (71=72)
• bewoners van voormalig Gevaerts-Noord sinds 1982– nu Den Overzet sinds 1996 maakten voor 1996 regelmatig wandelingen met de hond langs dit pad (39) (40)
• vermelding van meer dan 30 jaar gebruik (17)
• getuige woont sinds 1986 in de omgeving (Beverhoutstraat) en gebruikt sinds dan de verbindingsweg zowel te voet als met paard en koets (30)
• medewerker Grote Routepaden deed in 1988 verkenning voor dit stuk van de GR129. Het bedoelde pad bestond toen al en werd gebruikt. De Grote Routepaden legt zelf geen paden aan en maakt enkel gebruik van bestaande wandelpaden of wegen. (24)
• wandelaar stapte in 1990 de eerste etappe van de GR129 vanuit Brugge (20)
• toen de keersluis er kwam (1995) met de verplaatsing van het kanaal en de afbraak van enkel woningen zocht getuige (parcoursmedewerker bij de moedige Wandelaars Beernem) onmiddellijk naar die wegel die er gelukkig bleef, weliswaar met een andere toegang. Deze wegel zat herhaaldelijk in hun parcours – nooit hebben ze problemen gehad. Vele duizenden deelnemers aan wandeltochten van de club hebben deze voetweg bewandeld. Nooit werden er opmerkingen geformuleerd wanneer pijltjes werden aangebracht. (27)
• Getuige heeft van 1995 tot 2020 in Gevaerts-Noord gewoond en gebruikte deze weg wekelijks om te lopen of te wandelen. (62)
• Bewoner van Gevaerts-Noord heeft de weg heel zijn jeugd gekend (van 1995 tot 2019). Op het einde was de weg enkel met de fiets toegankelijk maar in het begin namen ze de weg met de jeep. (60)
• bewoner woont al 22 jaar in Beernem en maakte ook daarvoor al gebruik van het wegje toen het nog onderdeel was van de Bloso – Mountainbikeroute. (11)
• getuige verwijst naar de stafkaart uitgave 1999 waarop de huidige woningen nog niet aanwezig zijn maar wel het verbindingspad. Verder verwijst ze naar de GR route die er al meer dan 30 jaar loopt en vorig jaar is er nog een wandeling van Okra gepasseerd. Tot slot meldt ze dat de vangrail op het einde van de verbinding tussen Gevaerts-Noord en het kanaal er ook niet voor niets staat. Het pad werd en wordt veel gebruikt door landbouwers, fietsers en wandelaars. Die vangrail staat er al decennialang (3).
• bewoner woont er (in de Legeweg) sedert 2003 en wandelde geregeld langs het wegje (6)
• bewoner van de Boereweg (van 2003 tweedeverblijver en sinds 4 jaar permanent) verklaart dat hij deze 20 jaar regelmatig gebruikt maakte van het pad met de fiets. (51)
• getuige heeft in Gevaerts-Noord gewoond tot haar 22^ste (= tot 2019). Ze gebruikte het wegje om te wandelen en te fietsen. Als ze jong was, was de weg zelfs toegankelijk voor auto’s (61)
• sinds 2008 tot begin 2020 wandelde men minstens halfjaarlijks over het pad, dit steeds zonder enige hindernis (1)
• bewoner sinds 2008 wandelt al meer dan 13 jaar regelmatig de Beverhoutsveldwandelroute die dit pad ook aandoet (33)
• Er zijn meerdere verwijzingen naar de Bloso-Mountainbikeroute (8) (11) en (22)
• Getuige heeft op deze weg gestapt 1 juni 2013 – bewijs via tracking bestand (13)
• als bewoner uit de Kasteelhoek gebruikt getuige al jarenlang deze verbindingsweg bij korte en lange wandelingen in de buurt – bewijs (5 routes) via Fitbit registratie. (25)
• 2020: verbindingsweg maakt deel uit van het parcours van de Natuurloop georganiseerd door Natuurloop Beernem vzw (9)
• 15 november 2020 gebruikt  -bewijs via Strava (7)
• 10 december 2020 gebruikt – foto toegevoegd op de bedoelde weg (29)
• 15 maart 2021 gebruikt door wandelaar die de GR-route volgde (14).

Getuigenissen van gebruik zonder databepaling: (2)(4)(6)(10)(12)(16) (26) (28) (31) (44=65) (64)

Getuigenissen ter weerlegging van het 30-jarig gebruik

• de huidige eigenaars van het perceel waarop de bedoelde verbindingsweg loopt melden dat bij de aankoop van het perceel er niets vermeld stond over een eventuele doorgang. De verbinding staat evenmin vermeld in de atlas der buurtwegen. Ze geven eveneens aan dat de weg nooit werd vrijgegeven voor publiek, niet door hen en niet door de vorige eigenaar. Ze vermelden verder dat ‘wat wij misschien oogluikend hebben toegestaan niet kan gezien worden als publiek toegankelijk maken’.
  Verder wordt de meerwaarde van dit pad betwist en wordt de schade die zwerfvuil en loslopende honden kunnen aanrichten aangekaart. (21)
• Aanpalende eigenaar maakt melding dat er voor het perceel sectie A nr 294F geen enkele erfdienstbaarheid geldt conform inlichtingen van de notaris bij aankoop van de grond in 1999 en dat deze weg ook niet vermeld staat in de atlas der buurtwegen. Bewoner maakt melding van het feit dat de werken aan de keersluis in 1995 3 jaar hebben geduurd en er tijdens die periode geen publiek toegelaten was in de werfzone, alsook tijdens de werken voor inbuizing van de Lijsterbeek in kader van een verkaveling. Hij verwijst ook naar een vergunning van de Vlaamse Waterweg waaruit blijkt dat de zone voor zijn woning onderdeel is van het openbaar domein en hij voor het privatief gebruiken van de grond retributie moet betalen. Hij maakt hieruit op dat niemand anders toelating heeft om er gebruik van te maken. Verder vermeldt hij de borden ‘privaat verboden toegang’ die er in maart 2021 werden geplaatst door de huidige eigenaars. Bijgevoegd: de verkavelingsakte, notariële inlichtingen, de overeenkomst met Waterwegen en Zeekanaal, verwijzing naar de bouw van de keersluis, foto’s van de huidige situatie met de borden ‘verboden toegang – privaat domein’ (37)

Beoordeling

A. Er werden twee getuigenissen ontvangen (van de eigenaar en van een aanpalende buur - reacties nrs. 21 en 37) met argumenten om het kwestieuze pad NIET te erkennen als gemeenteweg. Deze argumenten worden achtereenvolgens beoordeeld.

1. Niet vermelding in notariële akte van een doorgang of publieke erfdienstbaarheid

Volgens vaste rechtspraak doet het niet ter zake of een publieke erfdienstbaarheid al dan niet in de aankoopakte van een goed is opgenomen.

bv. Vredegerecht Hasselt, 2017, nr. 16A265 (eveneens bevestigd in beroep) - zie verwijzing rechtspraak 1

De verwijzing naar “al de lijdende erfdienstbaarheden” is een verwijzing naar de standaardclausule in dergelijke aktes (zie ook -bij voorbeeld- het  tussenvonnis Vredegerecht van het kanton Dendermonde van 22.10.2019) - zie verwijzing rechtspraak 2

Een  bijzonder gedocumenteerd vonnis in Herent (nr. 21A1/1 van 13 januari 2022) citeert de rechtsleer in deze kwestie: - zie verwijzing rechtspraak 3

Het argument kan niet worden gevolgd.

2. Het ontbreken van een erfdienstbaarheid op perceel 294/F

Op het perceel 294F rust inderdaad geen erfdienstbaarheid. De bedoelde verbinding ligt echter naast het perceel 294F. Het argument doet dus geen afbreuk aan het bestaan van de kwestieuze weg als publieke erfdienstbaarheid.

3. De werkzaamheden van Waterwegen en Zeekanaal en de gevolgen ervan voor de kwestieuze weg

Er wordt beweerd dat gedurende het aanleggen van de keersluis door Waterwegen en Zeekanaal tussen 1995 en 1999 er geen publieke toegang mogelijk was op het kwestieuze pad. Deze bewering wordt niet bevestigd aan de hand van fotomateriaal of een schriftelijke verklaring door de bouwheer van de keersluis. Het tracé van de GR 129 werd in elk geval tijdens de loop van deze werken nooit aangepast, wat doet vermoeden dat de doorgang steeds mogelijk is geweest. Het argument verliest eveneens aan betekenis gezien de samenhangende getuigenverklaringen van het gebruik van de kwestieuze weg sinds 1921. De publieke erfdienstbaarheid zou dus reeds lang gevestigd zijn vóór de aanvang van deze werken.

4. De vergunning van Waterwegen en Zeekanaal NW

De vergunning van de waterwegen maakt melding van een private inname van openbaar domein. Zij bekijken welke zones privatief gebruikt worden, hiervoor moet retributie betaald worden. In praktijk betalen zij retributie voor de aangelegde verharding met uitsluiting van hun enige toegangsweg, welke samenvalt met het verbindingspad. Uit deze vergunning kan hoegenaamd niet worden begrepen dat de publieke doorgang over het kwestieuze pad wordt beperkt, enkel dat het openbaar domein ook privatief kan gebruikt worden

- De eigenaar weerlegt echter de 30-jarige publieke doorgang niet. Hij meldt dat ‘wat wij misschien oogluikend hebben toegestaan niet kan gezien worden als publiek toegankelijk maken’. Hieruit blijkt dat hij wel degelijk op de hoogte was van het publiek gebruik en dit ook gedoogd heeft.

5. De verbodsborden ‘privaat verboden toegang’

Deze borden werden pas geplaatst in 2021, lang nadat de publieke doorgang reeds was gevestigd.

Dergelijke publieke doorgangen worden beschouwd als kleine openbare wegen, zelfs indien zij op private gronden legen. Tot op heden bevestigt het Veldwetboek in art. 88, 9 dat het strafbaar is om op enigerlei wijze “openbare wegen van welke aard ook” te beschadigen of zich een strook ervan toe te eigenen.

Verkeersborden die aangeven dat een bepaalde weg een privaat karakter heeft, maken deze weg op zich niet privaat. (RvVb 28 juli 2015, nr. A/2015/0439 en RvVb. 9 januari 2018, nr. A/1718/0386 met noot J. Gebruers, STORM, 2019, 9-11)

Volgens de rechtsleer (Praktijkgids Gemeentewegendecreet, Charlier F. et al, nr. 38, 2020) kan bovendien het “in extremis afsluiten” van een weg niet worden tegengeworpen aan de vaststelling van een dertigjarig publiek gebruik in het kader van het art. 13, Gemeentewegendecreet.

Het bovenstaande argument kan dus niet worden gevolgd.

6. Het niet voorkomen van de weg in de Atlas der Buurtwegen

De kwestieuze weg komt niet voor op de Atlas der Buurtwegen. Volgens vaste rechtsleer (Cass. 19 december 1895, Cass. 29 november 1996) en rechtspraak (Handboek Wegenrecht, Wastiels F., Brugge, die Keure, 1986, nr. 120) kunnen openbare wegen ook ontstaan buiten een inschrijving in de Atlas der Buurtwegen, wat net de aanleiding is voor de onderhavige procedure.

Het bovenstaande argument kan dus niet worden gevolgd.

7. Het publiek gebruik vond plaats zonder medeweten en zonder toestemming van de vorige en huidige eigenaars.

Het publiek dat een weg gebruikt als doorgangsweg hoeft hiervoor geen toestemming te bekomen om dit daadwerkelijk te mogen doen. Het is aan de eigenaar of bezitter van de grondstroken om tijdig en ondubbelzinnig het gebruik van de weg te beperken.

Om. het Vonnis van het Vredegerecht van Brasschaat van 8 januari 2019 (nr. 18A408) spreekt zich uitdrukkelijk in deze zin uit: - zie verwijzing rechtspraak 4

Bovendien wordt de bewering dat het publiek gebruik “zonder medeweten” plaatsvond tegengesproken door de eigenaar zelf, in het eerder aangehaalde bezwaarschrift (21):… ‘wat wij misschien oogluikend hebben toegestaan niet kan gezien worden als publiek toegankelijk maken’.

Er wordt dus gehint op het oogluikend toestaan (gedogen), maar voor het toepassingsgebied van de gedoogzaamheid is rechtsleer duidelijk:

Het onderscheid tussen een recht van overgang en een gedoogzaamheid ligt in het feit dat deze laatste enkel aan bepaalde personen toekomt (Claeys-Bouuaert, "Openbare wegen op private grond" T. Not. 1966, pag. 241 e.v.) veelal binnen het kader van een vriendschapsrelatie of een relatie van nabuurschap (H. Vuye, Bezit en bezitsbescherming van onroerende goederen en onroerende rechten, Die Keure, 1995, blz. 68) wat hier gelet op de talrijke getuigenverklaringen geenszins het geval is.

Het bovenstaande argument kan dus niet worden gevolgd.

B. Argumenten ter staving van de erkenning van de weg als gemeenteweg

1. Op het verkavelingsplan van de woningen Gevaerts-Noord 7-10, ingediend door de familie Van Maele-Devooght, ouders van de huidige eigenaar, goedgekeurd in 1998, staat duidelijk een pad getekend met vermelding ‘doorgang van 5m breedte waarlangs grandroutepad GR 129 passeert’. Datzelfde plan maakt ook melding van ‘waterleiding zal worden voorzien langsheen de doorgang van 5m breed’ Zie bewijsstuk 1.
2. Ook het bouwplan van de aanpalende buur maakt melding van dezelfde doorgang. Zie bewijsstuk 2.
3. De 65 getuigenissen met motivatie om het kwestieuze pad wel te erkennen als gemeenteweg, schetsen (zie hoger), indien samen gelezen, een coherent beeld over het gebruik van dit pad.

De verste getuigenis gaat terug tot 1921, maar is vooral vanaf de jaren ’40 dat er meerdere getuigenissen zijn met gelijklopende verhalen. De naam ‘De Panne’ komt in meerdere getuigenissen naar voor. Vanaf de jaren ‘70-‘80 wordt er, naast het functionele gebruik naar woningen en landerijen bijkomend steeds meer melding gemaakt van het recreatief gebruik van het pad door wandelaars en fietsers. In 1990 verscheen de eerste treinstapper waarin dit pad is opgenomen.

(zie bundel met getuigenissen)

4. In de getuigenissen wordt bovendien verwezen naar volgend kaartmateriaal waarop de bedoelde weg te zien is:
   - 1939: Topografische kaart
   - 1954: militaire stafkaart
   - 1969: Topografische kaart
   - 1971: Luchtfoto (bron geopunt)
   - 1977: gewestplan
   - in de periode 1979-1990: Luchtfoto bron geopunt)
   - 1981: Topografische kaart
   - 1989: Topografische kaart
   - 1990: Topogids GR129
   - in de periode 2000-2003: Luchtfoto (bron geopunt)
   - 2000, 2004 en 2007: Kaart uitgegeven door de gemeente Beernem met de Beverhoutsveldwandelroute en Bloso-mountainbikeroute met start in de kijkuit
   - 2020 Luchtfoto (bron geopunt)
   Zie bewijsstuk nr. 3

Door de consequente vermelding op historisch kaartmateriaal, kan de gemeente er vanuit uitgaan dat er in de periode waarover getuigenissen spreken er ook steeds daadwerkelijk een weg aanwezig geweest is op het terrein.

Mondelinge toelichting wordt gegeven door burgemeester Jos Sypré, bevoegd voor mobiliteit.

Verwijzingsdocumenten

• Bewijsstuk 1 tot en met 3
• Bundel getuigenissen
• Verwijzing naar rechtspraak 1 tot en met 4

Tussenkomsten

Er is een tussenkomst door raadslid Marjan Lootens, beantwoord door burgemeester Jos Sypré en schepen Patricia Waerniers.

Feiten en voorgeschiedenis

Er werd een verkeersleefbaarheidsonderzoek gehouden in de zone tussen kanaal en Gewestweg N368/N370, meer bepaald in de straten B. Claeysstraat, Stationsstraat, Oude Vaartstraat, Kanunnik Davidstraat, Guido Gezellestraat en Stijn Streuvelsstraat. Met inspraak van de bewoners en met advies van de verkeerscommissie werd een plan opgemaakt om de veiligheid en leefbaarheid in dit gebied te verhogen. Voor het totaalpakket aan maatregelen - zie bijlage overzichtskaart.

Regelgeving

• Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968.
• Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
• Koninklijk besluit van 01 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
• Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
• Uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
• Omzendbrief MOB/2009/01 van 03 april 2009.
• Gecoördineerd algemeen politiereglement op het wegverkeer betreffende de gemeentewegen van Beernem, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 03 juli 2014, en latere wijzigingen en aanvullingen.
• Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

Argumentatie

Enkele voorgestelde ingrepen betreffen verkeersmaatregelen welke dienen gereglementeerd te worden via een aanvullend reglement.

Concreet gaat het om volgende maatregelen:

1. Invoeren zone 30 in het volledige gebied. Dit gaat gepaard met de realisatie van een knip in de Oudevaartstraat om het sluipverkeer te weren. Hierdoor worden heel wat straten 'doodlopend' en dus verblijfsgebied. Zone 30 is hier verantwoord, zeker met de school die zich in het gebied bevindt.
2. Fietsstraat in de Stationsstraat (deel tussen kanaal en gewestweg). Dit is de logische verbinding tussen fietsbrug/fietssnelweg en station. Vanaf de gewestweg liggen er fietspaden.
3. Invoeren beperkt éénrichtingsverkeer in de burgemeester Claeysstraat vanaf de Parkstraat in de richting van en tot aan het kanaal. Dit beperkt het verkeer in de straat en vermijdt chaos aan de schoolpoort van auto's die er draaien. Dit zal gecombineerd worden met het markeren van parkeervakken afwisselend van zijde om de snelheid onder controle te houden. Beperkt éénrichtingsverkeer houdt in dat de regel enkel geldt voor gemotoriseerd verkeer en fietsers dus in beide richtingen mogen rijden.
4. Invoeren parkeerverbod aan het begin van de straten Kanunnik Davidstraat, Guido Gezellestraat en Stijn Streuvelsstraat komende van de gewestweg. Dit om indraaiend verkeer altijd de kans te geven zich al te verwijderen van de gewestweg.

Deze maatregelen betreffen enkel gemeentewegen.

Ze kunnen gereglementeerd worden door een aanvulling van respectievelijk artikel 4 'Snelheidsbeperking', artikel 16 'Fietsstraten', artikel 1 'verbod in één richting' en artikel 11 'parkeerverbod' in "Afdeling I Gemeentewegen" van het gecoördineerd gemeentelijk aanvullend reglement op de politie op het wegverkeer van 03 juli 2014.

Mondelinge toelichting wordt ter zitting gegeven door burgemeester Jos Sypré, bevoegd voor mobiliteit.

Verwijzingsdocumenten

• Overzichtsplan voorgestelde maatregelen

Tussenkomsten

Er is een tussenkomst door raadslid Lode Vanneste, beantwoord door burgemeester Jos Sypré en raadslid Roos Lambrecht: 

De N-VA wenst het volgende amendement aan het agendapunt toe te voegen, meerbepaald door een vijfde verkeersmaatregel toe te voegen welke dient gereglementeerd te worden via het gecoördineerd gemeentelijk aanvullend reglement op de politie op het wegverkeer.

Concreet gaat het om deze maatregel:

- Fietsstraat in de Burgemeester Claeysstraat. Op die manier wordt benadrukt dat de auto op de achtergrond moet blijven. De fietsstraat heeft zo een sensibiliserend effect en toont dat in deze straat fietsen en wandelen altijd de voorkeur geniet.

I.c. zou dit dan om een toevoeging gaan van artikel 4

Artikel 4: In het gecoördineerd gemeentelijk aanvullend reglement op de politie op het wegverkeer van 03 juli 2014 wordt onder "Afdeling I - Gemeentewegen - Artikel 16.1) Langsheen de hierna genoemde wegen of wegvakken wordt een fietsstraat ingevoerd" de volgende locatie toegevoegd:

• Stationsstraat tussen Oudevaartstraat en N368
• Burgemeester Claeysstraat
  

Het amendement wordt verworpen met 7 Ja -stemmen van de N-VA fractie en 16 neen-stemmen van de fracties van CD&V, Groen en Vooruit.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikel 40 e.v. van het decreet lokaal bestuur

Feiten en voorgeschiedenis

Tegen 01 januari 2023 moeten sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren één woonactor vormen met maar één speler per gemeente: de woonmaatschappij. Elke woonmaatschappij moet in een uniek, niet-overlappend werkingsgebied opereren. Om deze werkingsgebieden te bepalen, krijgt het lokale bestuur een trekkersrol.
Op vrijdag 23 oktober 2020 ontvingen alle burgemeesters daarom een brief van de Vlaamse minister van Wonen met de oproep om deze afbakening te starten. Bij gemeenteraadsbeslissing van  21 oktober 2021 werd geadviseerd om de gemeente Beernem tot een werkingsgebied met de volgende gemeenten te laten behoren: Beernem, Brugge, Damme, Jabbeke, Oostkamp, Torhout, Zedelgem. De werkingsgebieden in Vlaanderen werden op 04 februari 2022 definitief vastgelegd. 

De steden en gemeenten van het arrondissement Brugge (met name Beernem, Brugge, Damme, Jabbeke, Oostkamp en Zedelgem) maken deel uit van de afbakening van een gezamenlijk werkingsgebied voor een nieuwe woonmaatschappij, die de opdrachten van de sociale huisvestingsmaatschappijen en de sociaal verhuurkantoren zal verenigen. Als naam voor de nieuwe woonmaatschappij wordt gekozen voor “Woonmaatschappij REGIO BRUGGE”.

Het werkingsgebied voldoet aan de verwachtingen van de minister van Wonen, zoals opgenomen in zijn schrijven aan de gemeenten van 23 oktober 2020, en verankerd in het decreet van 9 juli 2021 houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen.

Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed heeft in een schrijven van 07 februari 2022 aan de colleges gevraagd om criteria voor te stellen voor de verdeling van de stemrechten over de lokale besturen die deel uitmaken van het werkingsgebied van de nieuwe woonmaatschappij.

De Vlaamse Regering moet bij de verdeling van de stemrechten in elk geval rekening houden met de volgende twee objectieve criteria:

1. de verhouding tussen het aantal sociale huurwoningen per gemeente
2. de verhouding tussen het aantal huishoudens per gemeente,

maar zij kan ook rekening houden met bijkomende criteria die door de gemeenten worden voorgesteld, evenals met het advies van de gemeenten over het gewicht dat aan elk criterium wordt gehecht.

De gemeente kan uiterlijk op 13 mei 2022 advies geven.

Regelgeving

• het decreet over het lokaal bestuur, inzonderheid artikel 2
• het decreet van 9 juli 2021 houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen
• de Vlaamse Codex Wonen van 2021, inzonderheid boek 4, deel 1, titel 3, zoals vervangen bij decreet van 9 juli 2021 houdende wijzigingen van diverse decreten met betrekking tot wonen
• de kadernota Regiovorming houdende afbakening van de referentieregio’s en vaststelling van het vervolgtraject, zoals goedgekeurd door de Vlaamse regering op 12 maart 2021

Argumentatie

De regelgeving bepaalt dat de gemeenten die samen het werkingsgebied van een woonmaatschappij vormen over minimaal 50% + 1 van de stemrechten beschikken. Zo verankert de nieuwe regelgeving de gemeenten en steden in de lokale woonmaatschappij en erkent ze de regierol van de lokale besturen. Daarbij vraagt de Vlaamse regering aan de betrokken gemeenten om samen een voorstel van onderlinge stemverhouding te formuleren.  

De betrokken gemeenten van de “Woonmaatschappij REGIO BRUGGE” (Beernem, Brugge, Damme, Jabbeke, Oostkamp en Zedelgem) stellen voor om voor de onderlinge verdeling van de stemrechten enkel rekening te houden met het aantal sociale huurwoningen in de gemeenten én met het aantal huishoudens. Aan de eerste indicator wordt een gewicht van 60/100ste toegekend, aan de tweede een gewicht van 40/100ste.  

Daarnaast beklemtonen de betrokken gemeenten de ‘Woonmaatschappij REGIO BRUGGE’ als een samenwerking van de partners-gemeenten. Daarom wordt in deze onderlinge verdeling van stemrechten volgende achtereenvolgende correcties ingebouwd:

• Een gemeente of stad kan nooit 50% of meer van de stemrechten bekomen. In deze situatie wordt dit beperkt tot 49,9% van de stemrechten.
• Een gemeente of stad kan nooit minder dan 5% van de stemrechten bekomen. In deze situatie wordt dit opgetrokken tot 5%.

De uiteindelijke verdeling van de stemrechten wordt gebaseerd op het aantal sociale huurwoningen en huishoudens van 2020. Ze kan bij iedere nieuwe legislatuur worden aangepast aan de actuele situatie.

Voorstel stemrechten woonmaatschappij REGIO BRUGGE: 

 Mondelinge toelichting wordt gegeven door schepen Jan Vanassche, bevoegd voor woonbeleid.

Verwijzingsdocumenten

• Brief Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed Diependaele : afbakening werkingsgebieden woonmaatschappijen - vastleggen onderlinge stemverhouding lokale besturen d.d. 07 februari 2022

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur. 

Feiten en voorgeschiedenis

Het erkenningsreglement is verouderd en aan een update toe.

Argumentatie

Er wordt voorgesteld om de volgende wijzigingen aan te brengen:

• Artikel 12:
  De sportieve activiteiten van de vereniging moeten aan Beernem gelinkt zijn en in Beernem plaatsvinden.
  Er wordt voorgesteld dat aan dit artikel volgende passage toegevoegd wordt:
  
  Indien er voor een specifieke sport geen voorziene sportaccommodatie aanwezig is, kan de sport buiten Beernem plaatsvinden.
  
  Door het toevoegen van deze passage blijven de erkende verenigingen die gebruik maakten van het zwembad in regel met het erkenningsreglement. Stel dat er naar de toekomst toe extra Beernemse sportverenigingen zouden ontstaan waarvoor er geen accommodatie voorzien is, bijvoorbeeld een hockeyveld, dan kunnen die verenigingen op basis van dit artikel toch erkend worden.
  
  
• Artikel 14:
  Er wordt voorgesteld dat het dossier voor erkenning steeds ter advies wordt voorgelegd aan de adviesraad Sport & Beweging. Waarna het vervolgens samen met dit advies, ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het college. Er wordt voorgesteld om volgende toe te voegen aan dit artikel :
  
  Indien de adviesraad Sport & Beweging niet rechtmatig kan samen komen, zal het dossier bij uitzondering zonder advies kunnen worden voorgelegd aan het CBS. 

Met deze wijzigingen zal het mogelijk zijn om zoveel mogelijk clubs te erkennen die zich effectief inzetten voor Beernemse inwoners.

Mondelinge toelichting wordt ter zitting gegeven door schepen Patricia Waerniers, bevoegd voor sport.

Verwijzingsdocumenten

Erkenningsreglement sportverenigingen

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur. 

Feiten en voorgeschiedenis

Het erkenningsreglement is verouderd en aan een update toe.

Argumentatie

Er wordt voorgesteld om volgende wijziging aan te brengen aan het erkenningsreglement:

• Artikel 11:
  
  Er wordt voorgesteld dat het dossier voor erkenning steeds ter advies wordt voorgelegd aan de adviesraad Sport & Beweging.  Waarna het vervolgens, samen met dit advies, ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het college.  Er wordt voorgesteld om het volgende toe te voegen aan dit artikel :
  
  Indien de adviesraad Sport & Beweging niet rechtmatig kan samen komen, zal het dossier bij uitzondering zonder advies kunnen worden voorgelegd aan het CBS.
  
  Er wordt tevens voorgesteld dat de aanvragen voortaan ook minimum 3 maanden op voorhand, voor aanvang van het evenement, ingediend worden.  Er wordt voorgesteld om het volgende toe te voegen aan dit artikel:
  
  De erkenningsaanvraag kan doorheen het jaar ingediend worden, maar dient minimum 3 maanden voor het sportevenement te worden ingediend.

De wijzigingen zullen geen gevolgen hebben voor de sportorganisatiecomités die momenteel al erkend zijn.

Mondelinge toelichting wordt ter zitting gegeven door schepen Patricia Waerniers, bevoegd voor sport.

Verwijzingsdocumenten

Erkenningsreglement sportorganisatiecomités

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikelen 42 en 43 van het gemeentedecreet m.b.t. de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Feiten en voorgeschiedenis

Op 14 augustus vond er in het zuidwesten van Haïti een verwoestende aardbeving plaats waarbij naar schatting zo’n 2.200 mensen omkwamen en ruim 12.000 mensen gewond raakten. Honderdduizenden Haïtianen werden dakloos. Door de ramp zijn velen alles kwijt en moeten ze hun leven weer van nul opbouwen.

Haïti, een van de armste landen ter wereld, kan de hulpverlening en de wederopbouw niet alleen aan. Daarvoor heeft het land hulp nodig van buitenaf: medische hulp, voedselhulp, hulp om het puin te ruimen, hulp om mensen aan een dak boven het hoofd te helpen, enz…

Regelgeving

• Artikelen 42 en 43 van het gemeentedecreet m.b.t. de bevoegdheden van de gemeenteraad.

• Reglement noodhulp

Argumentatie

Het dagelijks bestuur van de GROS adviseert op 4 april 2022 aan het gemeentebestuur om € 1.500,00 noodhulp toe te kennen aan Artsen Zonder Grenzen om het getroffen land en zijn bevolking te helpen. Alle leden van de adviesraad staan achter dit advies. 

Mondelinge toelichting wordt ter zitting gegeven door schepen Vicky Reynaert, bevoegd voor ontwikkelingssamenwerking.

Verwijzingsdocumenten

• Advies Gros d.d. 04 april 2022

• Uittreksel College d.d. 01 oktober 2021

• Reglement noodhulp

Financiële impact

Dienst	Noord-Zuiddienst
Omschrijving	Overstromingen Haïti
Raming (incl. btw)	€ 1.500,00
Budgetcode	artikel 0160-00/6499999 'toelage noodhulp' van de gewone begroting 2022
Beschikbaar krediet	€ 4.000,00

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikelen 42 en 43 m.b.t. de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Feiten en voorgeschiedenis

Onder de naam Oekraïne 12-12 lanceren de leden van Consortium 12-12 een gemeenschappelijke oproep ten voordele van de slachtoffers van de crisis in Oekraïne. De zeven humanitaire organisaties die deel uitmaken van het consortium zijn bezorgd over de gevolgen van het militaire conflict voor de inwoners van het land. Het doel van deze gezamenlijke actie is de nodige financiële middelen in te zamelen om humanitaire operaties te financieren in Oekraïne en in de omliggende buurlanden die geconfronteerd worden met een sterke influx van vluchtelingen uit Oekraïne. 

Oekraïne 12-12 roept de Belgische bevolking op om te doneren voor de getroffen kinderen, vrouwen en mannen. De nood is hoog. De beste manier om te helpen is met een financiële gift.

Regelgeving

• Artikelen 42 en 43 m.b.t. de bevoegdheden van de gemeenteraad.

• Reglement noodhulp

Argumentatie

Naar aanleiding van dit conflict kan er, met advies van de Gros en na goedkeuring door de gemeenteraad, een bedrag van maximum € 1.500,00 aan noodhulp worden toegekend aan het consortium 12-12. De oproep voldoet aan het reglement voor noodhulp. 

Mondelinge toelichting wordt ter zitting gegeven door schepen Vicky Reynaert, bevoegd voor ontwikkelingssamenwerking.

Verwijzingsdocumenten

• Advies Gros d.d. 04 april 2022

• Uittreksel College d.d. 11 maart 2022

• Reglement noodhulp

Financiële impact

Dienst	Noord-Zuiddienst
Omschrijving	Noodhulp Oekraïne
Raming (incl. btw)	€ 1.500,00
Budgetcode	artikel 0160-00/6499999 'toelage noodhulp' van de gewone begroting 2022
Beschikbaar krediet	€ 4.000,00

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten door de raadsleden.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikel 40 e.v. DLB

Feiten en voorgeschiedenis

Vanaf 01 september 2021 wordt het principe van de geïndividualiseerde functiebeschrijvingen verlaten en mogen nog enkel de kerntaken vastgelegd worden in de functiebeschrijvingen die lokaal per ambt en desgevallend binnen een ambt per functie, worden vastgelegd. De instellingsgebonden taken horen dus niet langer thuis in de functiebeschrijvingen.

Regelgeving

• PERS/2007/09, publicatie 29/10/2007, laatste wijziging 11 oktober 2021
• Decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding 
• Besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de opdracht van het personeel in het basisonderwijs.

Argumentatie

Er werd ook een evaluatiereglement opgesteld, een lijst met instellingsgebonden opdrachten, model coachingshistoriek en een model van verslag eerste formeel functioneringsgesprek.

Het schoolbestuur moet bij toekenning van een vaste benoeming rekening houden met kandidaten die zich op voorrang kunnen beroepen. Daarna kiest het bestuur uit de resterende kandidaten, te starten met de TADD'er met de hoogste dienstanciënniteit. Het bestuur onderhandelt in het OCSG criteria die het zal hanteren als er voor een vacant verklaarde betrekking meerdere kandidaten zijn met dezelfde dienstanciënniteit.

De nieuwe functiebeschrijvingen, het evaluatiereglement , de lijst met instellingsgebonden opdrachten, het model coachingshistoriek, het model van verslag eerste formeel functioneringsgesprek en het protocol voorrangsregeling vaste benoeming werden opgemaakt op basis van de modellen van OVSG en goedgekeurd door het ABOC.

Mondelinge toelichting wordt ter zitting gegeven door schepen Ruben Strobbe, bevoegd voor onderwijs.

Verwijzingsdocumenten

• nieuwe functiebeschrijvingen
• evaluatiereglement
• lijst met instellingsgebonden opdrachten
• model coachingshistoriek
• model van verslag eerste formeel functioneringsgesprek
• protocol voorrangsregeling vaste benoeming

Tussenkomsten

Er is een tussenkomst door de raadslid Jef Vansteenhuyse, beantwoord door schepen Ruben Strobbe.

Aanleiding en/of bevoegdheid

• E-mailbericht van raadslid Gijs Degrande d.d. 21 april 2022 waarbij een extra agendapunt wordt aangeleverd namens de N-VA-fractie om op de gemeenteraadszitting te behandelen - Het agendapunt handelt over een voorstel rond de organisatie van zomerscholen waarbij gevraagd wordt aan de gemeenteraad om principieel akkoord te gaan met het voorstel.
• Artikelen 21 en 40 e.v. van het decreet lokaal bestuur.
• Extra agendapunt: Overeenkomstig artikel 21 van het decreet over het lokaal bestuur en artikel 4 §1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad kunnen gemeenteraadsleden uiterlijk vijf dagen (de dag van de gemeenteraadszitting niet inbegrepen) vóór de vergadering, vóór 09u00, punten aan de agenda toevoegen. Hiertoe bezorgen ze per e-mail hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de gemeenteraad. 
• Het agendapunt werd tijdig aangeleverd en is dus ontvankelijk.

Feiten en voorgeschiedenis

Verschillende lokale besturen en onderwijsinstellingen organiseerden vorige zomer met succes zomerscholen. Deze zomerscholen slaagden er relatief goed in om kwetsbare leerlingen die het meest gebaat zijn met een kwalitatief sterk zomerschoolaanbod te bereiken. Bovendien was de tevredenheid bij de betrokkenen gemiddeld genomen hoog en schatten velen onder hen de effectiviteit van het zomerschoolaanbod hoog in.

Ook dit jaar stelt de Vlaamse overheid een budget ter beschikking aan lokale besturen en onderwijsinstellingen voor de organisatie van zomerscholen.

Zomerscholen

In een zomerschool krijgen leerplichtige leerlingen en kleuters tijdens de zomervakantie gedurende 10 volle (of 20 halve) dagen een leertraject op maat, gekoppeld aan sport, spel of een ander vrijetijdsaanbod. In het buitengewoon onderwijs kan ook een beperkte periode van 5 volle (of 10 halve) dagen.

Deelname aan de zomerscholen is gratis voor de kinderen.

Scholen en lokale besturen kunnen een zomerschoolaanbod organiseren voor:

• Gewoon en buitengewoon basisonderwijs (dus ook voor kleuters)
• Gewoon secundair onderwijs inclusief OKAN, deeltijds onderwijs en leren en werken
• Buitengewoon secundair onderwijs: OV3 en OV4

Financiering

Voor lokale besturen die een regierol (willen) opnemen in de organisatie van zomerscholen op hun grondgebied is een financiering voorzien van 20 euro per leerling voor de volledige duur van de zomerschool. Dit bedrag is aanvullend op het bedrag per leerling per dag van 45 euro voor de organisatie van een onderwijsaanbod en het vrijetijdsaanbod (sport, cultuur,…).

Regierol lokale besturen

Als lokaal bestuur een regierol opnemen wil dat zeggen dat je voor alle of verschillende zomerscholen op het grondgebied de regie opneemt of dat je bij het zelf organiseren van een zomerschool regietaken vervult. Om voor de middelen voor regierol in aanmerking te komen, moeten – naast het lokaal bestuur – minstens twee onderwijsinstellingen betrokken zijn bij de zomerscholen op het grondgebied.

In dat geval wordt er slechts 1 aanvraag ingediend door het lokaal bestuur. Dit betekent dat de scholen waarover het lokaal bestuur een regierol uitoefent, geen eigen (aparte) aanvraag indienen. 

De regierol van een lokaal bestuur bestaat minimaal uit de volgende taken:

• Ondersteuning bieden aan de onderwijsinstellingen in kwestie bij de lokale organisatie van zomerscholen.
• Afstemming verzekeren tussen het lokale aanbod van de zomerscholen en eventueel zelf een complementair aanbod organiseren.
• Een gezamenlijke subsidieaanvraag indienen voor de zomerscholen die lokaal georganiseerd worden, en instaan voor de administratieve afhandeling ervan
• Instaan voor de toeleiding van leerlingen naar het aanbod van de zomerscholen
• Leerlingen, hun ouders en eventueel andere betrokken actoren informeren over het lokale aanbod van zomerscholen
• Instaan voor de communicatie over het lokale aanbod van zomerscholen.
• Lokale besturen kunnen voor het opnemen van deze regierol een samenwerking met andere lokale besturen aangaan.

Digitaal aanvragen ten laatste op 30 mei

Onderwijsinstellingen en lokale besturen dienen een voorstel tot zomerschool in aan de hand van het digitaal aanvraagformulier. Als ze een samenwerkingsverband aangaan met een organisatie, dan vermelden ze dat in de aanvraag.

Regelgeving

• Artikelen 21 en 40 e.v. van het decreet lokaal bestuur.
• Huishoudelijk reglement gemeenteraad (artikel 4)
• Artikel 303 van het decreet lokaal bestuur.

Argumentatie

Mondelinge toelichting wordt ter zitting gegeven door raadslid Jef Vansteenhuyse.

Verwijzingsdocumenten

• Extra agendapunt ingediend door de N-VA-fractie
• E-mailbericht Gijs Degrande

Financiële impact

Voor lokale besturen die een regierol (willen) opnemen in de organisatie van zomerscholen op hun grondgebied is een financiering voorzien van € 20,00 per leerling voor de volledige duur van de zomerschool. Dit bedrag is aanvullend op het bedrag per leerling per dag van € 45,00 voor de organisatie van een onderwijsaanbod en het vrijetijdsaanbod (sport, cultuur,…).

Tussenkomsten

Er is een tussenkomst door schepen Ruben Strobbe, beantwoord door raadslid Jef Vansteenhuyse.

Feiten en voorgeschiedenis

De vragen en suggesties, ingediend door de gemeenteraadsleden, worden besproken.