Besluit  gemeenteraad

Feiten en voorgeschiedenis

Er zijn een aantal  aanpassingen gedaan aan het reglement 'Kleine Landschapselementen'. Volgende aanpassingen werden doorgevoerd:

• verfijning en verduidelijking definities (artikel 3)
• verfijning toepassingsgebied (artikel 6, artikel 7)
• verfijning criteria aanleg en subsidie (artikel 8)
• uitbreiding criteria onderhoud knotbomen (artikel 11): in het bijzonder bijkomende bepalingen bij machinaal knotten
• verfijning omschrijving subsidie voor jonge knotbomen, vanuit de reeds toegepaste praktijk (artikel 12)
• uitbreiding algemene bepalingen (artikel 15, artikel 16, artikel 19): in het bijzonder kan ook de knotter de subsidie aanvragen mits akkoord van de eigenaar of de pachter en er wordt een uiterste indiendatum voor zowel aanplant als onderhoud toegevoegd
• schrapping maximum subsidiebedrag per perceel (artikel 20)

De aanpassing van het reglement werd voor advies voorgelegd aan de landbouwraad, milieuraad en de werkgroep 'Houtig erfgoed' van de erfgoedraad.

Het aangepaste reglement wordt met gunstig advies van het college ter goedkeuring voorgelegd in de gemeenteraad.

Regelgeving

Artikel 40 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur

Argumentatie

Aan de ontwerptekst werden nog een aantal aanpassingen gedaan op suggesties/advies van de verschillende adviesraden: 

Advies milieuraad

"artikel 8: stamomtrek niet-bewortelde pootstok van minstens 25 cm is wel heel veel - advies om dit aan te passen tot minstens 20 cm"

• Antwoord groendienst: Dit werd aangepast

Advies landbouwraad

1. Artikel 3: De eerste 3 gedachtenstreepjes vermelden telkens dat de aanplant lijnvormig moet zijn om subsidies te krijgen. Het 4e gedachtenstreepje gaat over knotbomen en hier staat NIET vermeld dat ze lijnvormig moeten worden aangeplant. Kan men dan subsidie krijgen voor solitaire knotbomen?
   Dit is niet duidelijk in artikel 3. Indien ja, wat is hiervoor de motivatie ?
   
   
2. Wanneer is een loofhoutbosje klein? Zonder definitie, kan zo’n formule ring aanleiding geven tot ad hoc interpretaties wat niet wenselijk is. Stel iemand plant een “kleine hoogstamboomgaard” met waardevolle oude fruitrassen. Hoogstambomen staan in artikel 5 NIET vermeld bij de uitgesloten aanplantingen, dus komen ze wellicht in aanmerking voor subsidie. Bovendien kun je argumenteren dat een kleine boomgaard een “klein loofhoutbosje” is, wat dus subsidie rechtvaardigt volgens artikel 3.
   Helaas staan behalve okkernoot geen hoogstambomen voor een boomgaard in de bijlage. Hier zitten een reeks potentiële tegenstrijdigheden.
   
   
3. Artikel 5: Valt een hoogstamboomgaard dan wel onder dit reglement? Maar behalve okkernoot staan geen hoogstamboomsoorten vermeld in de bijlage....

• Antwoord groendienst:

1. Hier wordt de aanplantvorm en de definitie van wat een knotboom is door elkaar gehaald
2. Het is moeilijk een exacte definitie te geven van wat een loofhoutbosje is. Dit is geen bos, dus kleiner dan 10 m x 10 m.
   Fruitboomgaarden zijn uitgesloten uit het reglement.
3. De tekst werd aangepast waardoor fruitboomgaarden helemaal zijn uitgesloten uit het reglement

Advies werkgroep 'Houtig Erfgoed'

Na overleg in de erfgoedraad kwamen deze wensen, of vragen naar verduidelijking, naar voor bij artikels 4 en 6:

1. Kleine landschapselementen kunnen ook kleine dorpslandschapselementen zijn: bomen (individuele, gegroepeerde) langs dorpskomstraten, op pleinen en pleintjes in doodlopende straten in verkavelingen. Dit kunnen ook opvallende, mooie, beeldbepalende, solitaire bomen zijn in de dorpskom. Ook welkomstbomen bij privéopritten, kapelletjesbomen. Beeldbepalende (dit kan niet anders dan grote bomen zijn) bomen op privaat terrein die visueel of historisch belangrijk zijn, moeten worden aanzien als landschapselementen.
2. Hagen of heggen rond kapellen, elektriciteitskasten, pompgemalen, (carpool)parkings kunnen landschapselementen zijn.
3. Er is subsidie voorzien voor het onderhouden van knotbomen, maar niet voor het onderhouden van andere (solitaire) bomen en bomenrijen, waardoor eigenaars van dergelijke bomen eerder direct denken aan een boom kappen in plaats van aan een boom onderhouden, als er problemen mee zijn of onderhoud aan is. Dit is niet bevorderlijk voor het behoud van de structurerende landschapselementen.

• Antwoord groendienst:
  Vermelde aspecten door de werkgroep zijn zeker relevant. althans is de vraag of dit inpasbaar is in een reglement 'Kleine Landschapselementen' dat zich toepasbaar stelt in landelijk gebied en dit vooral op Kleine Landschapselementen.
  Bomen of beplanting met een of andere cultuurhistorische waarde leunen te weinig aan bij het voorliggend subsidiereglement waardoor gesuggereerd wordt een afzonderlijk subsidiereglement op te maken verder bouwend op de lopende inventaris houtig erfgoed die de werkgroep aan het opmaken is.
  Tussenkomen in onderhoud van reguliere bomen en bomenrijen is niet wenselijk. Administratief en financieel is dit niet werkbaar, tevens rekenen we op goed burgerschap of huisvaderschap van de eigenaars van privaat groen.

Algemene aanpassingen:

1. Onder artikel 6 wordt beschreven: 'de beoordeling van deze betekenis gebeurt door de landbouwdeskundige, hierin bijgestaan door..."
   Hieronder wordt de 'landbouwdeskundige' vervangen door 'groendeskundige'
2. Artikel 11: "Alle bermen die het gemeentebestuur in eigen beheer onderhoudt alsook buurtwegen klein verkeer (3 m breed) met openbaar karakter komen in aanmerking.
   De bermen van de gewestwegen en de buurtwegen groot verkeer (2 vakswegen) die in loonwerk worden onderhouden, komen niet in aanmerking."
   Wordt vervangen door: Alle bermen die het gemeentebestuur in eigen beheer onderhoudt alsook de gewestwegen en buurtwegen voor klein verkeer (3 m breed) met openbaar karakter komen in aanmerking.

Mondelinge toelichting wordt gegeven door schepen Jan Vanassche, bevoegd voor groen.

Verwijzingsdocumenten

• advies milieuadviesraad
• advies werkgroep 'houtig erfgoed'
• advies landbouwraad
• Reglement KLE

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.