Notulen  gemeenteraad

Aanleiding en/of bevoegdheid

De gemeenteraad besliste in de zitting van 20 februari 2020 om het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie (Covenant of Mayors for Climate & Energy) intergemeentelijk te ondertekenen in de verregaande vorm van samenwerking (optie 2), waarbij de gevormde groep Lokaal Klimaatbeleid Noord-West-Vlaanderen bestaat uit Beernem, Blankenberge, Damme, Knokke-Heist, Jabbeke, Oostkamp, Torhout, Zedelgem en Zuienkerke.

Door de intergemeentelijke ondertekening van het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie optie 2 verbindt de groep Lokaal Klimaatbeleid Noord-West-Vlaanderen zich ertoe om tegen 2030 volgende engagementen na te komen:

• De uitstoot van CO₂ (en eventueel van andere broeikasgassen) op het gezamenlijk grondgebied tegen 2030 met ten minste 40% terug te dringen, met name door een betere energie-efficiëntie en een hoger gebruik van hernieuwbare energiebronnen;
• Haar veerkracht te verhogen door zich aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering;
• Een emissieberekening (CO₂-nulmeting) en een beoordeling van de risico’s van en de kwetsbaarheid voor klimaatverandering uit te voeren als uitgangspunten voor het actieplan;
• Het duurzaam energie- en klimaatplan (SECAP) binnen de twee jaar na de formele ondertekening van het Burgemeestersconvenant in te dienen;
• De nodige middelen in te zetten om de vereiste acties te kunnen ondernemen;
• Het maatschappelijk middenveld op het grondgebied actief te betrekken bij het opstellen van het klimaatactieplan;
• Minstens elke twee jaar na indiening van het actieplan te rapporteren over de geboekte vooruitgang, met het oog op evaluatie, monitoring en verificatie.

De WVI (West-Vlaamse intercommunale) werd aangesteld voor de opmaak van het duurzaam energie- en klimaatactieplan, inclusief de nulmeting en risico- en kwetsbaarheidsanalyse, stakeholderparticipatie bij opmaak van het plan en op basis van de instrumenten aangereikt door de Vlaamse overheid.

De WVI kon uitstel met een maximum van 18 maanden verkrijgen vanuit het secretariaat van het Burgemeestersconvenant van de Europese Commissie voor het indienen van het duurzaam energie- en klimaatactieplan.

Feiten en voorgeschiedenis

De internationale conferentie inzake milieu en ontwikkeling gehouden in Rio de Janeiro in 1992 en het internationaal verdrag van Kyoto van 1997 met betrekking tot het nemen van maatregelen ter bescherming van het klimaat en ter vermindering van de uitstoot van broeikasgassen;

Het ondertekenen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen door de federale overheid in New York in 2015 aangaande het engagement om aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen te werken;

Het feit dat het Intergouvernementele Panel voor Klimaatverandering (IPCC) in zijn zesde beoordelingsverslag opnieuw heeft bevestigd dat klimaatverandering een realiteit is en dat menselijke activiteiten het klimaat blijven beïnvloeden;

Het feit dat volgens de bevindingen van het IPCC mitigatie (voorkomen van klimaatverandering) en adaptatie (aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering) elkaar aanvullende benaderingen zijn ter vermindering van de risico’s van de gevolgen van klimaatverandering in verschillende tijdsschalen;

Het feit dat de gemeenteraad in zitting van 20 februari 2020 besliste het Burgemeestersconvenant voor Klimaat en Energie (Covenant of Mayors for Climate & Energy) intergemeentelijk te ondertekenen in de verregaande vorm van samenwerking (optie 2), waarbij de gevormde groep Lokaal Klimaatbeleid Noord-West-Vlaanderen bestaat uit Beernem, Blankenberge, Damme, Knokke-Heist, Jabbeke, Oostkamp, Torhout, Zedelgem en Zuienkerke;

Het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030;

Het Regeerakkoord Vlaamse Regering 2019-2024;

Het Lokaal Energie- en Klimaatpact 1.0 van de Vlaamse Regering en de Vlaamse steden en gemeenten van 4 juni 2021, ondertekend in de gemeenteraadszitting van 21 oktober 2021;

Het ‘FIT for 55’-pakket van de Europese Commissie waardoor Europese regelgeving in overeenstemming wordt gebracht met de doelstelling van de Europese Unie om in 2030 de netto-uitstoot van broeikasgassen met ten minste 55% te verminderen ten opzichte van 1990. Met als gevolg de visienota van de Vlaamse Regering van 5 november 2021 ‘Bijkomende maatregelen Klimaat’ met een extra pakket aan maatregelen voor een reductie van 40% broeikasgasuitstoot (ten opzichte van 2005) voor de sectoren transport, bouw, landbouw, afval en industrie;

Het Decreet Lokaal Bestuur, meer bepaald artikel 2: “De gemeenten zijn overeenkomstig artikel 41 van de Grondwet bevoegd voor de aangelegenheden van gemeentelijk belang. Voor de verwezenlijking daarvan kunnen ze alle initiatieven nemen. Ze beogen om bij te dragen aan de duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied.”

Regelgeving

• Gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid de artikelen 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en latere wijzigingen.
• Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
• Decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
• Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikelen 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht.

Argumentatie

Het duurzaam energie- en klimaatactieplan 2030 voor de groep Lokaal Klimaatbeleid Noord-West-Vlaanderen wordt ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd.

Mondelinge toelichting wordt ter zitting gegeven door schepen Jan Vanassche.

Verwijzingsdocumenten

duurzaam energie- en klimaatactieplan 2030 voor de groep Lokaal Klimaatbeleid Noord-West-Vlaanderen

Tussenkomsten

Er zijn tussenkomsten door raadsleden Gijs Degrande en Jef Vansteenhuyse beantwoord door schepenen Jan Vanassche en Claudio Saelens. 

De N-VA fractie wenst volgende verklaring toe te voegen aan hun stemgedrag: 

 “In het Burgemeestersconvenant lezen we vooral wat men wil doen maar niet of te weinig wat men doet of concreet zal doen. Heel veel nadruk op communicatie en sensibilisering. Veel maatregelen zeggen wat de burger, ondernemer, landbouwer moet doen en hoe hij dat moet doen, maar veel minder is duidelijk wat het bestuur zelf gaat doen. Voor veel doelstellingen en acties ontbreekt het aan duidelijkheid, aan een timing en vooral aan centen.  Het lijkt er ook op dat we veel kostbare jaren verloren hebben met studiewerk terwijl men beter het vorige Burgemeestersconvenant had uitgevoerd.  We moeten vaststellen dat de feiten de aankondigingen niet volgen. Kortom, toch een teleurstelling. Het document bevestigt de vaststelling uit de bestuurskrachtmeting dat klimaatbeleid geenszins een prioriteit is van het Beernems gemeentebestuur. De ambitie is beperkt. En al zeker geen sprake van een omslag in het beleid. We vragen ook naar een lijst met concrete acties en maatregelen die voor 2024 worden uitgevoerd en opgestart.” 

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikel 40 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur

Feiten en voorgeschiedenis

In het college van 02 september 2022 werd een mogelijke fasering van de renovatiewerken aan het Bargepark voorgesteld. Er werd toen beslist om dit masterplan verder te uit te werken en een budgetraming op te maken. De studies werden uitgevoerd in samenwerking met Fluvius enerzijds en MGC anderzijds. 

Beide studies zijn afgerond. 

Fluvius heeft een complete raming gemaakt voor het vervangen van de verwarmingsinstallatie, het renoveren van de daken en het vervangen van de enkele beglazing.

De Studie werd bij Fluvius aangevraagd voor de renovatie van de stookplaats en het nagaan om de totale energiekost te doen dalen.
Fluvius heeft het geheel in verschillende fases opgesplitst. 

• Fase 1 omvat de stookplaats voor heel het gebouw alsook het dak en het schrijnwerk van het politiegebouw. (2023) Totale raming € 703.726,03 (incl. btw).
• Fase 2 omvat het dak en het schrijnwerk van de "Rode Zaal" (2024) Totale raming € 261.126,00 (incl. btw).
• Fase 3 omvat het dak en het schrijnwerk van het jeugdlokaal (KLJ) en het lokaal (TC Bloemendale). (2025) Totale raming € 297.706,00 (incl. btw).

Parallel aan deze studie hebben de MGC en de dienst patrimonium enkele controleprijzen opgevraagd en enkele bijkomende studies gemaakt. 

• MGC heeft een studie en raming gemaakt voor het vervangen van het dak.
• De dienst patrimonium heeft een marktconsultatie uitgevoerd voor het vervangen van de enkele beglazing. 

Beide studies bevestigen de studie en ramingen van Fluvius. Er mag vanuit gegaan worden dat de studie van Fluvius een compleet en correct beeld weergeeft van de te verwachten kosten.

Voor de eenvoud, begrijpelijkheid en om een compleet beeld van de totale renovatiekost te schetsen is de samenvattende budgettaire tabel van Fluvius het meest relevant.

Het college stelt voor om het Bargegebouw te renoveren en om de fasering aan te passen. Het totaal bedrag van Fase 1 is te groot.

• Er wordt voorgesteld (in samenspraak met Fluvius) om fase 1 te reduceren tot het renoveren van de gehele stookplaats ( stookplaats + toevoerleidingen).
  Later moet dan bekeken worden wanneer de andere fases aangepakt worden.
  • Fase 1: Renovatie stookplaats + leidingen --> 2023: ca. € 268.000,00 (incl. btw)

Er wordt aan de gemeenteraad gevraagd om de stookplaats te renoveren in samenwerking met Fluvius en akkoord te gaan om de nodige extra budgetten in te schrijven in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan.

Als het dossier in aanmerking komt voor subsidiëring in het kader van het Lokaal Energie- en Klimaatpact (LEKP 1.0) kan de ontvangen subsidie uiteraard in mindering gebracht worden van de meerkost.

Regelgeving

De overeenkomst geldt in uitvoering van een kaderovereenkomst gesloten tussen de gemeente Beernem en Fluvius op 20 februari 2020 en dient derhalve beschouwd als een zogenaamde specifieke overeenkomst. Deze overeenkomst maakt integraal deel uit van de kaderovereenkomst en is derhalve onderworpen aan de bepalingen van deze kaderovereenkomst.

Fluvius zal de noodzakelijke overheidsopdrachten uitschrijven, gunnen en toewijzen aan (een) kandida(a)t(en), zie opdrachtnemer(s), en toezien op de realisatie van het definitief ontwerp door de opdrachtnemer(s), dit alles binnen de grenzen van de beschreven modaliteiten in de kaderovereenkomst.

Argumentatie

• De verwarmingsinstallatie van het Bargegebouw is dringend aan vervanging toe. De ketel voor het Bargegebouw dateert van 1990 en zorgt elke winter voor problemen. De politie heeft al herhaaldelijke keren in de winter zonder verwarming gezeten. Ook de overstroming van de stookplaats heeft geen goed gedaan aan de verwarmingsinstallatie. Onderdelen voor deze oude installatie (30 jaar) zijn steeds moeilijker te vinden.
  
  
• Fluvius heeft voor de renovatie van de stookplaats een studie uitgevoerd waarvan de resultaten in bijlage toegevoegd zijn. In het kort stelt Fluvius voor dat de stookplaats wordt aangepast om te voldoen aan de geldende stookplaatsnorm NBN B61.001 i.f.v. het te voorziene vermogen van de installatie en het vervangen van de leidingen. De warmte afgifte elementen worden behouden.
  Het projectvoorstel omvat het vernieuwen van de verwarmingsinstallatie door een condenserende gasketel met grote waterinhoud. Het benodigde vermogen wordt bepaald op basis van een warmteverlies berekening van de verschillende delen van het gebouw.
  Naast de verwarmingsketel(s) worden eveneens de collector met kraanwerk en pompen vervangen. De bestaande kringverdeling wordt aangepast aan de gebruikersbehoeften. De kringen worden voorzien van energiezuinige, frequentie-gestuurde pompen en kraanwerk.
  De warmteafgifte installatie wordt integraal behouden en waar nodig wordt het kraanwerk aan de warmteafgifte elementen vernieuwd.
  De stookplaats wordt aangepast om te voldoen aan de geldende stookplaatsnorm NBN B61.001 i.f.v. het te voorziene vermogen van de installatie.
  Met deze ingreep zullen we de CO2-uitstoot reduceren met 18,80 TON per jaar.
  De terugverdien tijd van deze investering wordt geschat op 13 jaar.

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door schepen Ruben Strobbe, bevoegd voor beheer patrimonium.

Verwijzingsdocumenten

• Projectvoorstel Fase1 Reno Stookplaats
• Schets-stookplaats
• Budget-raming Fluvius.
• Projectcontract

Financiële impact

Bij een volgende meerjarenplanning zal het nodige krediet voorzien moeten worden.

Advies financieel directeur:

LET op: onvoldoende budget beschikbaar.
Indien gewenst zullen bij de eerstvolgende aanpassing MJP het krediet verbouwing gemeentehuis politie (€ 30.800,00 op 0119-00/2210007) overgeboekt moeten worden naar het budget aanpassen gebouw Bargepark.
Bovendien zal vermoedelijk extra minimaal € 153.000,00 krediet voorzien worden om dit te kunnen uitvoeren.

Als het dossier in aanmerking komt voor subsidiëring in het kader van het Lokaal Energie- en Klimaatpact (LEKP 1.0) kan de ontvangen subsidie uiteraard in mindering gebracht worden van de meerkosten.

Visum financieel directeur : Akkoord met ondertekening overeenkomst met Fluvius vermits gemeenteraad zich engageert om de nodige budgetten in te schrijven in een eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan (artikel 3). Visum financieel directeur wordt verleend met nummer 2023/002.

Tussenkomsten

Er zijn tussenkomsten door raadslid Gijs Degrande beantwoord door schepenen Ruben Strobbe, Patricia Waerniers en Jan Vanassche. 

De N-VA fractie wenst volgende verklaring toe te voegen aan hun stemgedrag:   

‘Vier jaar na de opmaak van het MJP is er nu eindelijk een raming van de kosten voor het vervangen van de verwarmingsinstallatie, het renoveren van de daken en het vervangen van de enkele beglazing. Voor alle werken is in totaal ruim 1,25 miljoen euro nodig. Als we het advies van de financieel beheerder lezen, dan is er vandaag 85.000 euro beschikbaar. Gevolg : de voorgestelde fasering kan niet aangehouden worden, meer nog, de eerste fase moet op haar beurt ook nog eens gefaseerd en gereduceerd worden tot de vernieuwing van de stookplaats van het gebouw. Dat het bestuur na vier jaar moeten vaststellen dat er geen centen zijn, bevestigt opnieuw een vaststelling uit de bestuurskrachtmeting, namelijk dat er een gebrek is aan een langetermijnplanning rond infrastructuur zowel naar investeringen, onderhoud als financieel. De vernieuwing van de stookketel is nodig en steunen we uiteraard, maar we betreuren hoe dit dossier is blijven liggen, en nu de mist ingaat. We vragen om die langetermijnstrategie rond infrastructuur nu eindelijk uit te werken, met bijzondere aandacht voor het Bargegebouw, en ook duidelijkheid te verschaffen aan de gebruikers over de concrete stappen dit zullen genomen worden.’

Feiten en voorgeschiedenis

In de gemeenteraad d.d. 17 december 2020 werd het charter 'Masterplan toegankelijke halten' ondertekend. Het gemeentebestuur kreeg begeleiding van Inter voor de screening van de gemeentelijke halten. In het college van 26 november 2021 werd de ambitie van de gemeente bekrachtigd op basis van een eerste inventaris.
Gemeente Beernem heeft 16 halten in gemeentelijk beheer. Hierbij is het de ambitie dat minstens 50% van de halten tegen 2030 toegankelijk zijn - voor Beernem gaat dat dus over minstens 8 halten. Bovendien is het de bedoeling dat 100% van de hoppinpunten toegankelijk zijn - voor Beernem gaat dat over 4 halten (deze tellen wel mee voor het realiseren van de doelstelling van min. 8 toegankelijke halten), met uitbreiding van de bediening in Oedelem worden dat er 5.
Om deze ambitie te realiseren werd een actieplan opgemaakt. Dit plan geeft een overzicht van alle halten in gemeentelijk beheer, een samenvatting van de screening, wat er moet gebeuren, prioriteit en timing, te volgen procedure, budget en een stand van zaken.

Argumentatie

Actieplan:

2 halten werden recent toegankelijk aangelegd (1 halte aan het station bij de herinrichting en 1 halte t.h.v. van het rond punt Scherpestraat in het lopende rioleringsdossier).
2 halten zullen in 2023 bijkomend toegankelijk aangelegd worden n.a.v. het rioleringsdossier Scherpestraat-Beernemstraat (=de halten aan Zuiddamme).
In het actieplan wordt verder voorzien dat alle hoppinpunten met halte De Lijn tegen ten laatste 2025 worden aangelegd (= de beide halten in de Sint-Joris aan de Smissestraat en de tegenhalte aan het station). Dit gaat dus over 3 halten. De recent aangelegde halte aan het station is conform de richtlijnen.
Met de realisatie van deze halten verkrijgen we in elke deelgemeente ook een integraal toegankelijke halte. Deze spreiding zorgt voor een sterk verbeterde toegankelijkheid.
Na 2025 worden ook de halten ter hoogte van Sint-Joris 't Hof ingepland. Hiermee voldoen we aan de gestelde ambities.
Uiteraard kan er ondertussen nog werk gemaakt worden van andere halten als er zich opportuniteiten voordoen. Zo weten we dat de Sint-Jorisstraat (deel gemeenteweg) nood heeft aan een heraanleg. Dit kwam voort uit het verkeersleefbaarheidsonderzoek. Tijdens deze heraanleg (voorlopig nog niet concreet ingepland) kunnen de halten ter hoogte van de M. Sabbestraat toegankelijk ingericht worden.

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door burgemeester Jos Sypré, bevoegd voor mobiliteit.

Verwijzingsdocumenten

• actieplan
• kostenraming toegankelijke haltes
• expertenscreening_alle fiches

Financiële impact

Budget:

Er werden ruwe ramingen opgemaakt voor het toegankelijk maken van halten.
De herinrichting van een gewone halte wordt geraamd op € 15.000,00 (incl. btw en studiekosten), voor een halte met schuilhuisje op € 18.000,00 (incl. btw en studiekosten), voor een halte met hoppinpunt op € 30.000,00 (incl. btw, excl. studiekosten (studiekosten voor een regionaal hoppinpunt worden geraamd op € 5.000,00, voor een lokaal hoppinpunt op € 3.000,00)). Het is de bedoeling om zoveel mogelijk gebruik te maken van de bestaande raamcontracten en de bestaande kredieten zoals bij aankoop van signalisatie, aankoop van straatmeubilair en werken door derden aan wegen.
Voor elke toegankelijk aangelegde halte kan een subsidie bekomen worden van € 5.000,00. Ook voor de aanleg van een hoppinpunt kan een subsidie bekomen worden (50% voor een regionaal hoppinpunt en 100% voor een lokaal hoppinpunt op geselecteerde onderdelen, inclusief studiekosten).
Om het goed gebruikte krediet 'werken door derden aan wegen' te ontlasten wordt voorgesteld telkens de ontvangen subsidies terug toe te voegen aan dit krediet.

Tussenkomsten

Er is een tussenkomst door raadslid Lode Vanneste beantwoord door burgemeester Jos Sypré.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikelen 40 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur m.b.t. de bevoegdheden van de gemeenteraad.

Feiten en voorgeschiedenis

Het gemeentebestuur ontving de vraag van een bewoner van het appartementsgebouw Marichal, Elzenbosselke 82/83 om een mindervaliden parkeerplaats aan te leggen op de openbare parkeerplaats in het Elzenbosselke.

Regelgeving

• Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968.
• Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
• Koninklijk besluit van 01 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
• Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
• Uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
• Omzendbrief MOB/2009/01 van 03 april 2009.
• Gecoördineerd algemeen politiereglement op het wegverkeer betreffende de gemeentewegen van Beernem, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 03 juli 2014, en latere wijzigingen en aanvullingen.
• Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

Argumentatie

In hoofdzaak legt het gemeentebestuur mindervaliden parkeerplaatsen aan bij openbare bestemmingen (bv. gemeentehuis, bib, ontmoetingsplaatsen, ...). In dit geval gaat het om een appartementsgebouw in een wijk. Volgens de huidige regelgeving moeten appartementsgebouwen voorzien worden van een bepaald aantal parkeerplaatsen waaronder parkeerplaatsen voor mindervaliden. Dit gebouw dateert van voor deze wetgeving waardoor er geen mindervaliden parkeerplaats voorzien is. In het kader van toegankelijkheid kan wel het principe aangehouden worden dat bij gegroepeerde parkeerplaatsen op openbaar domein ook een mindervaliden parkeerplaats wordt voorzien wanneer er nood aan is.

De parking uiterst links kan hiervoor ingericht worden. De parkeerplaats dient hiervoor wel verruimd te worden (1 m breder en 1 m langer). Zie locatieaanduiding op plan in bijlage. Dit is mogelijk doordat deze paalt aan een groenzone.

De parkeerplaats wordt gereglementeerd door een aanvulling in Afdeling I Gemeentewegen - artikel 14.1 van het gecoördineerd gemeentelijk aanvullend reglement op de politie op het wegverkeer (goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 03 juli 2014).

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door burgemeester Jos Sypré, bevoegd voor mobiliteit.

Verwijzingsdocumenten

Situeringsplan

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Regelgeving

• Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 16 maart 1968.
• Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
• Koninklijk besluit van 01 december 1975 houdende het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
• Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
• Uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
• Omzendbrief MOB/2009/01 van 03 april 2009.
• Gecoördineerd algemeen politiereglement op het wegverkeer betreffende de gemeentewegen van Beernem, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 03 juli 2014, en latere wijzigingen en aanvullingen.
• Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

Argumentatie

In de gemeenteraad d.d. 28 april 2022 werd reeds beslist om van de Stationsstraat tussen gewestweg N370 en het kanaal een fietsstraat te maken. Deze fietsstraat sluit aan de ene zijde aan op de fietspaden langs de gewestweg en langs de andere zijde op de fietssnelweg langs het kanaal en op de fietsbrug richting centrum. Voorbij de fietsbrug kan men het fietspad volgen richting Bloemendalestraat. De Bloemendalestraat wordt veelvuldig gebruikt door fietsers en is een beter alternatief dan de fietspaden langs de Parkstraat. Daarom wordt voorgesteld om ook van de Bloemendalestraat een fietsstraat te maken van het kanaal tot aan het rond punt waar deze straat in alle richtingen aansluit op fietspaden. Ze maakt ook de verbinding met de reeds bestaande fietsstraat in de Rollebaanstraat en zal via de nog aan te leggen/te vernieuwen fietssuggestiestroken in de Hoornstraat ook verbinding maken met de fietspaden langs de Hoornstraat. Zo wordt een aaneengesloten verfijnd veilig netwerk voor fietsers gefaciliteerd.

In huidige situatie geldt in de Bloemendalestraat een voorrang van rechts, deze geldt uiteraard ook voor de fietser. Hier wordt voorgesteld om van de Bloemendalestraat een voorrangsweg te maken ten voordele van een vlotte en veilige doorstroming van de fietser. 

Deze maatregelen betreffen enkel gemeentewegen.

Ze kunnen gereglementeerd worden door een aanvulling van artikel 6 'Voorrangsregeling' en artikel 16 'Fietsstraten' in "Afdeling I Gemeentewegen" van het gecoördineerd gemeentelijk aanvullend reglement op de politie op het wegverkeer van 03 juli 2014.

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door burgemeester Jos Sypré, bevoegd voor mobiliteit.

Verwijzingsdocumenten

• overzichtsplan

Tussenkomsten

Er zijn tussenkomsten door raadsleden Lode Vanneste, Anja Coens en Jef Vansteenhuyse beantwoord door burgemeester Jos Sypré. 

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikel 40 e.v. van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen

Feiten en voorgeschiedenis

De notarissen en vastgoedmakelaars vragen informatie over onroerende goederen bij de gemeente aan. Het is belangrijk dat potentiële kopers met kennis van zaken een beslissing kunnen nemen over een onroerend goed.

De gemeenten zijn op zoek naar mogelijkheden om informatie over onroerende goederen efficiënter en veiliger te delen. Hiervoor wordt samen gewerkt met het agentschap Digitaal Vlaanderen om een Vastgoedinformatieplatform te ontwikkelen en om in een testfase te onderzoeken hoe informatie over onroerende goederen op een efficiënte wijze kan worden ter beschikking gesteld.

Het vastgoedinformatieplatform (VIP) is een elektronisch informatiesysteem voor de ontsluiting, samenvoeging en veilige gegevensdeling van vastgoedinformatie en vastgoeddossiers tussen bronhouders en aanvragers, zoals in eerste instantie notarissen en vastgoedmakelaars. De gemeente kan via het VIP de door aanvragers, zoals in eerste instantie notarissen en vastgoedmakelaars, aangevraagde vastgoedinformatie verzamelen en de vastgoeddossiers ontsluiten.

Voor het bezorgen van de vastgoedinformatie heeft de gemeenteraad op 17 december 2013 een retributiereglement goedgekeurd. Volgens dit reglement wordt een retributie van € 50,00 aangerekend per aanvraag door notarissen, vastgoedmakelaars en andere, naar aanleiding van de overdracht van een onroerend goed. Als volledig dossier wordt begrepen alle noodzakelijke informatie betreffende één perceel of verschillende percelen, aan elkaar grenzend en in handen van dezelfde eigenaar.

Aangezien het aanleveren van de informatie en het aanrekenen van een retributie via dit platform zal gebeuren, dient de bepaling rond retributie voor alle gemeenten gelijkgeschakeld te worden. Het retributiereglement van 17 december 2013 wordt integraal vervangen. Het bedrag van de retributie wordt vastgelegd op € 50,00 per aanvraag. Een aanvrager dient eenmaal de retributieprijs voor een aanvraag te betalen per groep van 5 kadastrale percelen op voorwaarde dat:

• De percelen aangrenzend zijn
• De percelen binnen eenzelfde gemeentelijke grens liggen
• Er maximaal op één perceel één of meer gebouweenheden geregistreerd zijn.

De aansluiting tot het VIP voor Beernem is voorzien op 20 februari 2023.

Regelgeving

• artikel 173 van de Grondwet
• artikelen 5.2.1, 5.2.5, 5.2.6 en 5.2.7 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009

Argumentatie

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door schepen Jan Vanassche, bevoegd voor ruimtelijke ordening.

Verwijzingsdocumenten

Verwerkingsovereenkomst

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

JONG DOBS is de intergemeentelijke samenwerking tussen Beernem, Damme en Oostkamp. Deze intergemeentelijke verenging bestaat uit de tienerwerking T-rit en een inclusieve werking Dobbertje Dobs.

Het werkingsverslag 2022 werd reeds unaniem goedgekeurd door het beheerscomité. Vervolgens moet het dossier door de gemeenteraden van Beernem, Damme en Oostkamp worden goedgekeurd.

Het werkingsverslag 2022 wordt met gunstig advies van het college ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.

Feiten en voorgeschiedenis

JONG DOBS is de intergemeentelijke samenwerking tussen Beernem, Damme en Oostkamp. De intergemeentelijke verenging bestaat uit de tienerwerking T-rit en een inclusieve werking Dobbertje Dobs.

Regelgeving

Decreet over het Lokaal Bestuur

De oprichtingsovereenkomst en het huishoudelijk reglement van de intergemeentelijke vereniging JONG DOBS, goedgekeurd door de gemeenteraad van Beernem op 17 maart 2003, de gemeenteraad van Damme op 24 april 2003 en de gemeenteraad van Oostkamp op 20 maart 2003.

Argumentatie

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door schepen Ruben Strobbe, bevoegd voor jeugd.

Verwijzingsdocumenten

• werkingsverslag 2022

Tussenkomsten

Er zijn tussenkomsten door raadsleden Anja Coens en Branco François beantwoord door schepen Ruben Strobbe.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur m.b.t. de bevoegdheden van de gemeenteraad

Feiten en voorgeschiedenis

Op zondag 02 april 2023 passeert de Ronde van Vlaanderen in onze gemeente. In 2023 is Beernem Dorp van de Ronde waardoor het parcours een mooie lus maakt in Beernem. Deze wielerwedstrijd brengt traditioneel veel volk op de been. Bovendien worden er ook tal van commerciële activiteiten langsheen het parcours georganiseerd. Om alles in goede banen te kunnen leiden die dag is het wenselijk om een tijdelijke politieverordening goed te keuren om de openbare orde en veiligheid beter te kunnen beheersen.

Regelgeving

• Nieuwe Gemeentewet, meer bepaald de artikelen 119, 119bis en 135 § 2
• wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en koninklijke besluiten tot uitvoering van deze wet
• Algemeen politiereglement van 16 september 2021 dat de gemeentelijke administratieve sancties regelt
• Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg
• Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017
• Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer
• Koninklijk besluit van 28 juni 2019 tot reglementering van de wielerwedstrijden en van de alle-terreinwedstrijden en de omzendbrief OOP 45 van 5 november 2019 ter begeleiding van dit KB
• koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de noodplanning en het beheer van noodsituaties op het gemeentelijk en provinciaal niveau en betreffende de rol van de burgemeesters en de provinciegouverneurs in geval van crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of beheer op nationaal niveau vereisen
• koninklijk besluit van 28 juni 2019 tot reglementering van de wielerwedstrijden en van de alle-terreinwedstrijden
• Ministeriële omzendbrief NPU-1 van 26 oktober 2006 betreffende de nood- en interventieplannen
• Ministeriële omzendbrief NPU-4 van 30 maart 2009 betreffende de disciplines
• Ministeriële omzendbrief OOP 41 van 31 maart 2014 van de minister van Binnenlandse Zaken houdende gecoördineerde algemene onderrichtingen inzake ordehandhaving

Argumentatie

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door burgemeester Jos Sypré, bevoegd voor feestelijkheden.

Verwijzingsdocumenten

Tijdelijke politieverordening ter gelegenheid van de Ronde van Vlaanderen

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

De vaststelling van de inventaris bouwkundig erfgoed in de provincie West-Vlaanderen is voorzien in 2023-2024. Het agentschap Onroerend Erfgoed organiseert het openbaar onderzoek van 01 april 2023 tot en met 30 mei 2023.

Feiten en voorgeschiedenis

Het gewijzigde Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 geeft erkende onroerenderfgoedgemeenten vanaf 01 januari 2023 de mogelijkheid hun inventaris bouwkundig erfgoed zelf geheel of gedeeltelijk vast te stellen (Art. 4.1.1). Vlaanderen is op dat ogenblik niet meer bevoegd om in deze gemeenten de inventaris van bouwkundig erfgoed te gaan vaststellen. Het wijzigingsdecreet voorziet hierin wel een overgangsbepaling (artikel 59) die toelaat dat de Vlaamse overheid de inventaris van het bouwkundig erfgoed nog een laatste maal vaststelt zodat er een gelijke juridische vertrekbasis is voor alle Vlaamse gemeenten.

Regelgeving

Artikel 59 van het decreet van 10 juni 2022 tot wijziging van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, wat betreft de uitvoering van de visienota lokaal erfgoedbeleid en de toekenning van beboetingsbevoegdheid aan de gewestelijke beboetingsentiteit (toegevoegd in bijlage).

Argumentatie

Een onroerenderfgoedgemeente kan ervoor kiezen om de inventaris bouwkundig erfgoed op haar grondgebied mee te laten opnemen in de Vlaamse vaststellingsprocedure die start op 01 april 2023. Hiervoor geeft ze in een gemeenteraadsbesluit haar akkoord voor de vaststelling door de Vlaamse Regering van de inventaris bouwkundig erfgoed in haar gemeente ten laatste op 14 februari 2023. Als het agentschap geen akkoord heeft ontvangen zal het de onroerende goederen zoals opgenomen in de inventaris van de betreffende onroerenderfgoedgemeente niet mee opnemen in de vaststellingsprocedure die start op 01 april 2023. Het vaststellingsbesluit van 2014 blijft dan geldig voor de inventaris bouwkundig erfgoed van die gemeente.

Aangezien er sinds de laatste vaststellingsronde van 2014 al heel wat gewijzigd is aan de inventaris bouwkundig erfgoed is het opportuun om deel te nemen aan de nieuwe vaststellingsprocedure. Bovendien zorgt deelname aan deze vaststellingsprocedure voor een gelijke juridische vertrekbasis in alle Vlaamse gemeenten, aangezien de procedure al in alle andere provincies is afgerond en ook zeker al in alle gemeenten van West-Vlaanderen die geen onroerend erfgoedgemeente zijn, zal worden uitgevoerd.

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door schepen Patricia Waerniers, bevoegd voor erfgoedbeleid.

Verwijzingsdocumenten

• Info over de vaststelling: Vaststellingsprocedure | Eigenaars | Onroerend Erfgoed (koppeling openen door te klikken op rechtermuisknop en koppeling openen in nieuw tabblad).

• Document van de actualisatie van het onroerend erfgoed in de gemeente Beernem (opgemaakt door Raakvlak).
  Blad 1: de gegevens van elk gebouw met de info of ze al dan niet bewaard zijn.
  Blad 2: de grafiek geeft een overzicht van voor de erfgoedwaarderingsstudie en de startsituatie van de inventaris van Beernem. Zo waren er bij de opmaak 460 items vastgesteld en/of beschermd, waarvan 11% verdwenen is. Voor de opmaak van de Beernemse erfgoedwaarderingsstudie zijn 72 items gesloopt. Sinds de erfgoedwaarderingsstudie als werkinstrument wordt gebruikt, zijn er nog maar 7 items gesloopt en 2 deels bewaard gebleven.

Tussenkomsten

Er is een tussenkomst door raadslid Gijs Degrande beantwoord door schepen Patricia Waerniers. 

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur m.b.t. de bevoegdheid van de gemeenteraad.

Feiten en voorgeschiedenis

De gemeenteraad keurde in de zitting van 16 september 2021 het stratentracé en het wegenisontwerp goed voor de verkaveling gelegen Citroenstraat 14 waarbij de aanleg van een nieuwe straat noodzakelijk is.
Het is wenselijk dat aan deze nieuwe straat ook een straatnaam wordt toegekend.

Argumentatie

In de collegezitting van 20 mei 2022 besliste het college om een oproep te lanceren in Open Blad om suggesties voor een nieuwe straatnaam in te dienen.
Er werden door de bevolking 14 verschillende suggesties ingediend.

De straatnaam die meermaals genoemd werd, is Boldersstraat. Dit is een verwijzing naar de boltent die aanwezig was op de plaats van de verkaveling.
In de zitting van 20 oktober 2022 keurde de gemeenteraad deze nieuwe straatnaam principieel goed.

Er werd een openbaar onderzoek uitgevoerd dat liep van 21 november 2022 tot en met 21 december 2022 waarbij geen bezwaren werden ingediend.
In de vergadering van 11 oktober 2022 verleende de Cultuur- en Erfgoedraad positief advies voor de straatnaam Boldersstraat. 

Mondelinge toelichting wordt ter zitting gegeven door schepen Patricia Waerniers, bevoegd voor cultuur en erfgoedbeleid.

Verwijzingsdocumenten

• plan van de verkaveling
• suggesties bevolking
• advies Cultuur- en Erfgoedraad

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Aanleiding en/of bevoegdheid

Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur m.b.t. de bevoegdheid van de gemeenteraad.

Feiten en voorgeschiedenis

Identiteitskaarten, vreemdelingenkaarten, reispassen en rijbewijzen worden aangevraagd bij de gemeente, maar niet door de gemeente zelf aangemaakt. 
De aanmaakkosten worden gefactureerd aan de gemeenten. De gemeenten kunnen deze kost, verhoogd met een retributie, vervolgens doorrekenen aan de burger.

De laatste gemeenteraadsbeslissing over de tarieven op de afgifte van administratieve stukken dateert van 23 januari 2014.
Naar aanleiding van de jaarlijkse indexering en de nieuwe kaarten die er zijn bijgekomen voor vreemde onderdanen van derde landen, wordt het retributiereglement geactualiseerd.

Regelgeving

• Koninklijk Besluit van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar
• Ministerieel besluit van 28 oktober 2019 tot wijziging van het ministerieel besluit van 15 maart 2013, laatst gewijzigd door het ministerieel besluit van 5 juli 2022, tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten voor Belgen, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar, de elektronische kaarten en elektronische verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, en de biometrische kaarten en biometrische verblijfstitels, afgeleverd aan vreemde onderdanen van derde landen
• Consulair Wetboek van 21 december 2013 - artikelen 50-67
• Ministerieel besluit van 19 april 2014 aangaande de afgifte van paspoorten - artikel 2
• Omzendbrief van 15 september 2017 inzake de stopzetting van de afgifte van de paspoorten en reisdocumenten door de provinciale administraties
• Koninklijk besluit van 3 juli 2012 betreffende de invoering van het rijbewijs in kaartmodel

Argumentatie

Het reglement wordt opgemaakt volgens dezelfde principes van de gemeenteraadsbeslissing van 01 februari 2014:

• Voor de elektronische identiteitskaarten, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar en de kaarten en verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, wordt de kostprijs aangerekend die aangerekend wordt door het FOD Binnenlandse Zaken telkens afgerond naar een hogere eenheid. Dit is ook van toepassing voor de spoedprocedures.
• Op de afgifte van paspoorten aan Belgische burgers wordt een gemeentebelasting van € 5,00 geheven bovenop de kostprijs aangerekend door FOD Buitenlandse Zaken, telkens afgerond naar een hogere eenheid.
• Op de afgifte van rijbewijzen, voorlopige rijbewijzen en internationale rijbewijzen wordt een gemeentebelasting van € 4,00 geheven bovenop de kostprijs aangerekend door FOD mobiliteit en vervoer, telkens afgerond naar een hogere eenheid

Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door burgemeester Jos Sypré, bevoegd voor burgerzaken.

Verwijzingsdocumenten

• Retributiereglement op de afgifte van administratieve stukken

Tussenkomsten

Er zijn geen tussenkomsten.

Feiten en voorgeschiedenis

De vragen en suggesties, ingediend door de gemeenteraadsleden, worden besproken.