Artikelen 40 e.v. DLB
In de gemeenteraadszitting van 19 december 2019 werd het meerjarenplan 2020-2025 van Beernem vastgesteld.
De aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025 voor gemeente en OCMW werd vastgesteld en goedgekeurd in de zitting van 01 juli 2021.
De aanpassing 4 van het meerjarenplan 2020-2025 voor gemeente en OCMW werd vastgesteld en goedgekeurd in de zitting van 16 december 2021.
De aanpassing 5 van het meerjarenplan 2020-2025 voor gemeente en OCMW werd vastgesteld en goedgekeurd in de zitting van 15 december 2022.
Het ontwerp van aanpassing 6 van het meerjarenplan 2020-2025 voor gemeente en OCMW Beernem wordt ter vaststelling voorgelegd aan resp. de gemeenteraad en aan de raad voor maatschappelijk welzijn in de zitting van 14 december 2023. Het geïntegreerde aangepast meerjarenplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Het meerjarenplan bestaat uit drie onderdelen:
1. de strategische nota;
2. de financiële nota, die bestaat uit:
a. het financiële doelstellingenplan (schema M1);
b. de staat van het financieel evenwicht (schema M2);
c. het overzicht van de kredieten (schema M3);
3. de toelichting.
De gemeenten en de OCMW’s hebben een geïntegreerd meerjarenplan, maar hebben hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van (de aanpassing van) het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad (de aanpassing van) het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het (aangepaste) meerjarenplan definitief is vastgesteld.
De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt.
Die besluitvorming kan het best als volgt verlopen:
• de raad voor maatschappelijk welzijn stelt eerst zijn deel van (de aanpassing van) het meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad stelt vervolgens zijn deel van (de aanpassing van) het meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld.
Mondelinge toelichting wordt ter zitting gegeven door dhr. Tom Gevaert, financieel directeur.
Er zijn tussenkomsten door raadsleden Jef Vansteenhuyse en Gijs Degrande beantwoord door financieel directeur Tom Gevaert, burgemeester Jos Sypré en schepenen Claudio Saelens en Jan Vanassche.
N.a.v. de tussenkomsten door de N-VA fractie worden ter zitting een aantal aanpassingen aan het voorgelegde MJPA voorgesteld door de burgemeester in samenspraak met de financieel directeur. De aanpassingen die zullen gebeuren aan het document zijn de volgende:
De ontvangsten in de vorm van de subsidie voor de gemeenteschool die momenteel verkeerdelijk ingeschreven staan in 2024 worden verplaatst naar 2026. Het BBR zou door die verschuiving tijdelijk onder nul komen te staan. Dat zal worden opgelost door een deel van het bedrag voorzien voor het investeren in rioleringen Lijsterhoek /Den Doorn eveneens door te schuiven naar 2025 waardoor het BBR ook voor het jaar 2024 positief wordt.
De N-VA fractie kan zich hierin vinden.
Artikel 1: De aanpassing 6 van het meerjarenplan 2020-2025 voor de gemeente Beernem wordt vastgesteld. De gewijzigde kredieten voor 2023 en de kredieten voor 2024 worden vastgesteld.
Artikel 2: De aanpassing 6 van het meerjarenplan 2020-2025 inclusief de gewijzigde kredieten voor 2023 en de kredieten voor 2024, vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn voor het OCMW-Beernem in de zitting van 14 december 2023, wordt goedgekeurd.
Artikel 3: De aanpassing van het geïntegreerd meerjarenplan 2020-2025 bestaande uit de wettelijke rapporten en toelichting voor gemeente en OCMW Beernem in zijn geheel is derhalve vastgesteld.
Artikel 4: Deze beslissingen worden gemotiveerd door het principe van goed bestuur waarbij de nodige budgetten voorzien worden om de doelstellingen te realiseren die het bestuur voor ogen heeft.
Artikel 5: Het voorliggende geïntegreerd meerjarenplan 2020-2025 wordt voor goedkeuring aan de toezichthoudende overheid en in een digitaal bestand aan de Vlaamse Regering overgemaakt.
Artikel 6: Deze beslissing wordt ter kennis gebracht aan de heer provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 e.v. van het DLB.