Besluitenlijst  OCMW-raad

Overeenkomstig de bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, wordt het organisatiebeheerssysteem vastgesteld door de algemeen directeur, na overleg met het managementteam. Het algemene kader moet door de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn van de gemeente worden goedgekeurd.

De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan het college van burgemeester en schepenen, het vast bureau, de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn over de organisatiebeheersing. Die rapportering gebeurt jaarlijks uiterlijk op 30 juni van het daaropvolgende jaar.

Voor het OCMW van Beernem werd tot nog toe geen kader voor organisatiebeheersing vastgelegd.

Begin 2018 voerde Audit Vlaanderen een thema-audit budgetbeheer uit bij het OCMW. Het auditrapport bevatte enkele aanbevelingen, waaronder het vastleggen van een duidelijk kader voor organisatiebeheersing (eventueel in samenwerking met de gemeente) dat ook ter goedkeuring dient te worden voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.

In een schrijven van 08 juni 2020 m.b.t. de opvolging van de aanbevelingen n.a.v. de audit uit 2018 wees Audit Vlaanderen opnieuw op de decretale verplichting van het vaststellen van een algemeen kader.

Ondertussen werd een algemeen kader uitgewerkt. Het is gebaseerd op de "Leidraad Organisatiebeheersing voor lokale besturen", die in 2014 werd opgemaakt door Audit Vlaanderen en in 2018 werd geactualiseerd.
De leidraad fungeert voor Audit Vlaanderen als auditinstrument voor organisatie-audits bij lokale besturen.
Tegelijk is de leidraad voor organisaties een gids met doelstellingen rond organisatiebeheersing en met risico’s en beheersmaatregelen, die de organisatie ondersteunt bij het uitwerken van een kader voor organisatiebeheersing en het op punt stellen van haar organisatiebeheersingssysteem, alsook een zelfevaluatie-instrument om een beeld te krijgen over waar ze staat op het vlak van organisatiebeheersing.

Het kader heeft zowel betrekking op het OCMW als op de gemeente. Omwille van de sterke samenwerking tussen het OCMW en de gemeente, de vergaande eenmaking en centralisatie van de dienstverlening en de eenduidige operationele leiding, wordt geopteerd voor een uniform kader voor beide entiteiten.

Het algemeen kader voor organisatiebeheersing wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.

De Vlaamse regering heeft op 13 november 2020 de juridische contouren vastgelegd van de lokale bronopsporing en het lokale contactonderzoek in het kader van de coronacrisis. Ter ondersteuning van de centrale contactopsporing mobiliseert de Vlaamse regering de lokale besturen om bijkomend in te zetten op preventie, sensibilisering, bronopsporing, quarantainecoaching en contactonderzoek. De lokale besturen werken in al deze opdrachten ondersteunend en/of aanvullend op de centrale contactopsporing en de reeds bestaande initiatieven op het niveau van de eerstelijnszone. De initiatieven worden steeds genomen in overleg en samenwerking met het Agentschap Zorg en Gezondheid, het Consortium Contactopsporing, de lokale eerstelijnszorgraden (ELZ) en opgerichte COVID-19-teams. 

De keuze die Beernem als lid van de ELZ WE 40 maakte, nl. optie 1, werd bekrachtigd door de raad voor maatschappelijk welzijn in de zitting van 17 december 2020. Alle lokale besturen van de ELZ WE 40 (Beernem, Jabbeke, Oostkamp en Zedelgem) verenigden zich om optie 1 voor de regio op zich te nemen met Zedelgem als trekkende gemeente. De gemeente Zedelgem treedt in naam en voor rekening op van de lokale besturen Zedelgem, Beernem, Oostkamp en Jabbeke (= 'proeftuin Zedelgem'). Op basis van hun keuze engageren de lokale besturen zich om de verschillende taken op te nemen in hun gemeente en hiervoor zelf de nodige personeelscapaciteit en middelen te voorzien. 

De keuze voor optie 1 betekent concreet dat we ons als lokaal bestuur engageren tot sensibilisering, preventie, bronopsporing en quarantainecoaching. 

De taken moeten ondersteunend of aanvullend zijn op hetgeen in het werkveld reeds wordt gerealiseerd. De uitvoering ervan gebeurt ook steeds in samenwerking en overleg met de betrokken COVID19-team(s) binnen de zorgraden en het centraal contactcenter.
In beide opties wordt formeel afgestemd met het Agentschap Zorg en Gezondheid (AZG), het Consortium Contactopsporing en Smals door:
- het opstellen van een samenwerkingsovereenkomst die concreet de op te nemen engagementen beschrijft;
- de vereiste toegangen tot de controletoren en/of het script- en formsplatform (voor wat de eigen gemeente of regio betreft) toe te kennen (verwerkersovereenkomsten of indien nodig, protocollen).

De samenwerkingsovereenkomst tussen de 'proeftuin Zedelgem' en het AZG werd ter kennisname voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn, het afsprakenkader en de verwerkersovereenkomst bronopsporing werden goedgekeurd door de raad voor maatschappelijk welzijn in de zitting van 28 januari 2021.
Het protocol voor verdere maatregelen, het aanvraagformulier voor de interne controletoren en het aanvraagformulier voor het uitbraakvolgsysteem werden ter kennisname voorgelegd tijdens dezelfde zitting. 

Op 19 maart 2021 werd een nieuw Besluit Vlaamse Regering genomen om de subsidiëring voor de lokale besturen die zich engageerden tot de contact- en bronopsporing ter bestrijding van de COVID-19-pandemie te verlengen van 01 april 2021 tot en met 30 juni 2021.

Met de ELZ WE40 werd afgesproken om de overeenkomst voor optie 1 te verlengen en een addendum ter goedkeuring aan de  raad voor maatschappelijk welzijn voor te leggen.

De verlenging wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.

Naar aanleiding van de samenwerking met Logo Brugge - Oostende rond gezondheid in de gemeente werd er een jaarschema uitgewerkt met acties.
Bij de opmaak van het jaarschema werd rekening gehouden met de opgelegde thema's vanuit het LOGO, alsook met de opmerkingen en/of suggesties van de verschillende partners waarmee wordt samengewerkt (zorginstellingen, scholen, politie,...).

Het thema voor de maand mei is "tabak". In deze maand zal Beernem als "Gezonde Gemeente" inzetten op "Generatie Rookvrij".

Een op de vijf Belgen rookt. Daarvan sterven per dag bijna 40 mensen door het gevolg van tabak. Ook beginnen elke week in België honderden kinderen en jongeren te roken. Aan de basis hiervan ligt een simpele logica: zien roken, doet roken. Een rookvrije omgeving moet de nieuwe norm worden!

Generatie Rookvrij is een brede beweging van burgers en organisaties die streven naar een samenleving waar niemand nog (over)lijdt aan de gevolgen van roken en meeroken.
Generatie Rookvrij wil ieder kind, geboren vanaf 2019, in elke fase van het opgroeien beschermen tegen tabaksrook, zodat rookvrij opgroeien vanzelfsprekend wordt en niet-roken de norm. Door niet meer te roken in het zicht van kinderen en kinderen een andere norm rond roken te leren, worden ze weerbaarder gemaakt om later zelf niet te gaan roken.

Het vast bureau besliste in de zitting van 02 april 2021 om het charter "Generatie Rookvrij" te ondertekenen.
Door het ondertekenen van het charter "Generatie Rookvrij" onderschrijft Beernem de missie, de visie, de doelstellingen en de aanpak van de Alliantie voor een Rookvrije Samenleving. Beernem wordt partner van de Alliantie en engageert zich om samen werk te maken van een eerste Generatie Rookvrij.

De beslissing tot ondertekening van het charter wordt ter bekrachtiging aan de raad voor maatschappelijk welzijn voorgelegd.

In toepassing van artikel 21 en 74 van het decreet lokaal bestuur en artikel 4 §1 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn heeft de N-VA-fractie een extra agendapunt ingediend om te behandelen door de raad voor maatschappelijk welzijn in de zitting van 22 april 2021.

Het agendapunt handelt over het ondersteunen van het uitvoeren van onderzoek naar buitenlands onroerend bezit van sociale huurders.

Sociale huurwoningen moeten worden voorbehouden voor de doelgroep die er effectief recht op heeft. Wie een sociale woning huurt, mag niet tegelijkertijd een eigen woning bezitten. De controle op binnenlands onroerend bezit kan door de sociale verhuurder eenvoudig via de Kruispuntbank Sociale Zekerheid gecontroleerd worden. Voor buitenlandse eigendommen is dat niet zo eenvoudig omdat de FOD Financiën vaak niet over de nodige gegevens beschikt. Hierdoor is het noodzakelijk om ter plaatse in het buitenland na te gaan of iemand dergelijk bezit al dan niet heeft. Dat vereist niet enkel de effectieve controle in het buitenland, maar ook de kennis van de praktijken en de regelgeving van al die verschillende landen.

Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele, stelt een raamovereenkomst ter beschikking van sociale verhuurders die onderzoek voeren naar buitenlands bezit. Daarnaast worden sociale verhuurders, die onderzoek laten doen naar buitenlands onroerend bezit van sociale huurders, financieel ondersteund door tussenkomsten in de kosten van dat onderzoek.

Er wordt voorgesteld om aan de vertegenwoordigers van de gemeente Beernem in de raad van bestuur van de sociale huisvestingsmaatschappij Vivendo en het sociaal verhuurkantoor Sovekans de opdracht te geven om de mogelijkheid te onderzoeken in te tekenen op de raamovereenkomst van de Vlaamse Regering om het onderzoek van sociale verhuurders naar buitenlandse eigendommen van sociale huurders te ondersteunen.

Dit voorstel wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.

De vragen en suggesties, ingediend door de raadsleden, worden besproken:
Er werden noch vragen, noch suggesties ingediend.