De voorzitter opent de vergadering.
Bij de opening van de zitting worden de volgende mededelingen gedaan:
Zijn verontschuldigd schepen Vicky Reynaert en raadslid Martine De Roo
De raadsleden worden uitgenodigd voor volgende zittingen :
Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur
Met een aangetekende brief die betekend werd op 22 november 2022 diende raadslid Marjan Lootens haar ontslag in als gemeenteraadslid. Dit ontslag als gemeenteraadslid wordt ter kennis gebracht van de gemeenteraad.
Artikelen 13, 14 en 15 van het decreet over het lokaal bestuur
Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door de voorzitter, dhr. Kris Vincke.
Er zijn geen tussenkomsten.
Artikel 1: Er wordt kennis genomen van het ontslag van mevr. Marjan Lootens als gemeenteraadslid van Beernem.
Artikel 2: Deze beslissing wordt ter kennis gebracht van dhr. provinciegouverneur zoals bepaald in artikel 330 e.v. van het decreet lokaal bestuur.
Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur m.b.t. de bevoegdheden van de gemeenteraad
Mevr. Marjan Lootens deelde als verkozen gemeenteraadslid van de CD&V-lijst met een brief van 22 november 2022 haar ontslag in.
De gemeenteraad heeft hiervan kennis genomen in de huidige zitting.
Dhr. Piet De Rycke is de eerste opvolger, mevr. Ellyn Cobbaert is de tweede opvolger, mevr. Martina Verstrynge is de derde opvolger en dhr. Arthur De Brabander is de vierde opvolger op de lijst nr. 0 (CD&V) waartoe het te vervangen raadslid behoort, die in aanmerking komen voor de opvolging. Dit blijkt uit het PV van de installatievergadering d.d. 02 januari 2019 - punt 1 "geldigverklaring van de resultaten van de verkiezingen".
Dhr. Piet De Rycke heeft zijn mandaat als gemeenteraadslid reeds opgenomen omdat dhr. Johan De Rycke afstand deed van zijn mandaat als gemeenteraadslid bij aanvang van deze legislatuur.
Mevr. Ellyn Cobbaert en mevr. Martina Verstrynge hebben laten weten dat ze wensen te verzaken aan hun mandaat.
Dhr. Arthur De Brabander heeft bevestigd zijn mandaat als gemeenteraadslid te willen opnemen.
De gemeenteraad dient de geloofsbrieven van dhr. Arthur De Brabander te onderzoeken en goed te keuren, akte te nemen van zijn eedaflegging als gemeenteraadslid en hem als raadslid aan te stellen.
Uit het onderzoek van de geloofsbrieven van dhr. Arthur De Brabander blijkt dat hij nog steeds voldoet aan alle gestelde vereisten van verkiesbaarheid en zich niet in een geval van onverenigbaarheid bevindt, hetzij wegens uitoefening van een bediening, hetzij wegens bloed- of aanverwantschap. Het bewijs is ook geleverd dat voornoemde opvolger Belg of EU-onderdaan is en voldoet aan de voorwaarden van leeftijd en woonst.
Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door de voorzitter, dhr. Kris Vincke.
Er zijn geen tussenkomsten.
Artikel 1: De geloofsbrieven van Arthur De Brabander waaruit blijkt dat hij voldoet aan de voorwaarden om als gemeenteraadslid te zetelen, worden goedgekeurd.
Artikel 2: Er wordt akte genomen van de eedaflegging door Arthur De Brabander die in handen van de voorzitter de voorgeschreven eed "Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen" aflegt.
Artikel 3: Dhr. Arthur De Brabander wordt als gemeenteraadslid aangesteld.
Artikel 4: Deze beslissing wordt ter kennis gebracht van dhr. provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur. De Vlaamse Regering wordt hiervan binnen de 20 dagen ook op de hoogte gebracht via een elektronische aangifte naar de mandatendatabank.
Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur
Tijdens de installatievergadering van de gemeenteraad van 02 januari 2019 werd de rangorde van de raadsleden vastgesteld. Dit werd vastgelegd in het PV van de installatievergadering onder punt 3 "Installatie van de gemeenteraadsleden en vaststelling van hun rangorde".
Na het ontslag van mevr. Marjan Lootens als gemeenteraadslid en de aanstelling van dhr. Arthur De Brabander als raadslid dient de rangorde van de raadsleden opnieuw vastgesteld te worden.
Omzendbrief KB/ABB 2018/3 betreffende de start van de lokale en provinciale bestuursperiode, punt 2.4
Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door de voorzitter, dhr. Kris Vincke.
Nieuwe rangorde van de raadsleden
Er zijn geen tussenkomsten.
Artikel 1: Er wordt overgegaan tot hervaststelling van de rangorde van de gemeenteraadsleden volgens de bijhorende bijlage.
Artikel 2: Deze beslissing wordt ter kennis gebracht van dhr. provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur.
De notulen van de zitting van de gemeenteraad van 17 november 2022 worden ter goedkeuring voorgelegd.
Artikelen 277 §1 en 278 §1 van het decreet lokaal bestuur
Ontwerpnotulen van de zitting van de gemeenteraad van 17 november 2022.
Er is een tussenkomst door raadslid Jef Vansteenhuyse beantwoord door schepen Patricia Waerniers.
De notulen van de zitting van de gemeenteraad van 17 november 2022 worden goedgekeurd.
Artikel 42 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur
In de gemeenteraadszitting van 19 december 2019 werd het gemeentelijk retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein voor de dienstjaren 2020 tot en met 2022 vastgesteld.
De gemeente en de burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied.
Deze nutsvoorzieningen vergen werkzaamheden langs de gemeentelijke wegen en hebben aldus een impact op het openbaar domein.
De gemeente Beernem heeft de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen goedgekeurd die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden.
Deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten.
Op het vlak van het onderhoud en de herstellingen moeten ook geregeld dringende werken worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en er zijn daarnaast een aantal werken zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein.
De code is geactualiseerd naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP, ...
Het is dan ook billijk om een retributie te blijven heffen op sleufwerken per dag en per lopende meter tenzij de werken samen uitgevoerd worden met werken uitgevoerd door de gemeente of het om werken gaat uitgevoerd op verzoek van de gemeente.
Er wordt voorgesteld om deze bestaande retributie te handhaven voor de dienstjaren 2023-2025.
Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door schepen Patricia Waerniers, bevoegd voor financiën.
Er zijn geen tussenkomsten.
Enig artikel – De Gemeenteraad stelt het gemeentelijk retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein voor de periode 2023-2025 als volgt vast:
Gemeentelijk retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein - aanslagjaren 2023 tot en met 2025
Artikel 1 - Algemeen
Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.
Permanente nutsvoorzieningen omvatten:
De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de stad/gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de stad/gemeente.
Deze retributie sluit elke andere heffing, semi-heffing, of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de gemeente uit zowel in hoofde van de distributienetbeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voorgenoemden deze werken uitvoeren in eigen naam, dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.
Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025.
Artikel 2 - Retributie naar aanleiding van sleufwerken
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt per meter sleuflengte voor werken in rijwegen € 10,24, voor werken in voetpaden € 7,88 en voor werken in aardewegen € 4,73.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Indexatie gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van 3 jaar.
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.
Artikel 3 - Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen
Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van € 1,00 per op het grondgebied van de stad/gemeente aanwezig aansluitingspunt.
Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als zijn werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,5 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de stad/gemeente.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast., naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de stad/gemeente.
Artikel 4 – Inning
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.
Artikelen 40 e.v. DLB
In de gemeenteraadszitting van 19 december 2019 werd het meerjarenplan 2020-2025 van Beernem vastgesteld.
De aanpassing 3 van het meerjarenplan 2020-2025 voor gemeente en OCMW werd vastgesteld en goedgekeurd in de zitting van 01 juli 2021.
De aanpassing 4 van het meerjarenplan 2020-2025 voor gemeente en OCMW werd vastgesteld en goedgekeurd in de zitting van 16 december 2021.
Het ontwerp van aanpassing 5 van het meerjarenplan 2020-2025 voor gemeente en OCMW Beernem wordt ter vaststelling voorgelegd aan resp. de gemeenteraad en aan de raad voor maatschappelijk welzijn in de zitting van 15 december 2022. Het geïntegreerde aangepast meerjarenplan wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Het meerjarenplan bestaat uit drie onderdelen:
1. de strategische nota;
2. de financiële nota, die bestaat uit:
a. het financiële doelstellingenplan (schema M1);
b. de staat van het financieel evenwicht (schema M2);
c. het overzicht van de kredieten (schema M3);
3. de toelichting.
De gemeenten en de OCMW’s hebben een geïntegreerd meerjarenplan, maar hebben hun eigen bevoegdheden voor de vaststelling ervan. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst zijn eigen deel van (de aanpassing van) het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad (de aanpassing van) het deel van het meerjarenplan dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor het (aangepaste) meerjarenplan definitief is vastgesteld.
De goedkeuring van de gemeenteraad is nodig omdat de gemeente de financiële gevolgen moet dragen van de keuzes die de raad voor maatschappelijk welzijn maakt.
Die besluitvorming kan het best als volgt verlopen:
• de raad voor maatschappelijk welzijn stelt eerst zijn deel van (de aanpassing van) het meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad stelt vervolgens zijn deel van (de aanpassing van) het meerjarenplan vast;
• de gemeenteraad keurt ten slotte het deel goed dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld.
Mondelinge toelichting wordt ter zitting gegeven door schepen Patricia Waerniers, bevoegd voor financiën.
Er zijn tussenkomsten door raadsleden Jef Vansteenhuyse en Gijs Degrande, beantwoord door schepenen Patricia Waerniers, Claudio Saelens en Jan Vanassche en burgemeester Jos Sypré.
De N-VA fractie voegt volgende verklaring toe aan hun stemgedrag :
De begroting blijft kwetsbaar en botst op elke limiet. De schuld wordt nog eens één jaar doorgeschoven en blijft bijzonder hoog op 30 miljoen. De gecorrigeerde autofinanciering bedraagt nog amper 2.072 euro. Noodgedwongen wordt bespaard op onderhoud en noodzakelijke investeringen patrimonium, infrastructuur, werkingskosten, enz. Kortom, op die kerntaken van het lokaal bestuur. De begroting wordt ‘gered’ door hogere inkomsten, de indexering KI en de gewijzigde personenbelasting. Er zijn maar liefst 8,6 miljoen extra inkomsten, waarvan bijna 7 miljoen extra belastingen. Elke Beernemnaar zal de komende drie jaar 537 euro extra betalen. Voor een modaal gezin loopt dat al snel op tot 1750 euro extra. En dat bovenop de forse belastingverhoging die het bestuur begin deze legislatuur heeft doorgevoerd. Daar tegenover staat dat er geen enkele voorzichtigheid of buffer wordt ingebouwd. En dat is een enorm risico. Als straks de inkomsten lager uitvallen dan de hoge ramingen, dan zitten we met een gigantisch probleem. Daarnaast is het ook de vraag hoe al de grote aangekondigde plannen zullen betaald worden. Denken we aan het DNA van het dorp, klimaatplan, kerkenplan, kinderopvang, jeugd, openbare toiletten enz. Kortom : zonder de grote, extra inspanning van de Beernemse belastingbetaler was er vandaag een gigantisch probleem. Deze begroting schuift dat probleem enkel voor zich uit. De N-VA-fractie roept op budgettaire nuchterheid en voorzichtigheid.
Artikel 1: De aanpassing 5 van het meerjarenplan 2020-2025 voor de gemeente Beernem wordt vastgesteld. De gewijzigde kredieten voor 2022 en de kredieten voor 2023 worden vastgesteld.
Artikel 2: De aanpassing 5 van het meerjarenplan 2020-2025 inclusief de gewijzigde kredieten voor 2022 en de kredieten voor 2023, vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn voor het OCMW-Beernem in de zitting van 15 december 2022, wordt goedgekeurd.
Artikel 3: De aanpassing van het geïntegreerd meerjarenplan 2020-2025 bestaande uit de wettelijke rapporten en toelichting voor gemeente en OCMW Beernem in zijn geheel is derhalve vastgesteld.
Artikel 4: Deze beslissingen worden gemotiveerd door het principe van goed bestuur waarbij de nodige budgetten voorzien worden om de doelstellingen te realiseren die het bestuur voor ogen heeft.
Artikel 5: Het voorliggende geïntegreerd meerjarenplan 2020-2025 wordt voor goedkeuring aan de toezichthoudende overheid en in een digitaal bestand aan de Vlaamse Regering overgemaakt.
Artikel 6: Deze beslissing wordt ter kennis gebracht aan de heer provinciegouverneur, zoals bepaald in art. 330 e.v. van het DLB.
Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur
De begroting dienstjaar 2023 van de Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen werd aan het gemeentebestuur overgemaakt.
Uitgaande van de autonomie van de gemeenten is het aangewezen dat elke gemeente zich akkoord verklaart met de werkingsbijdrage die in de begroting 2023 van de Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen ingeschreven is.
De gemeenteraad dient over te gaan tot het vaststellen van de werkingsbijdrage van de gemeente Beernem in de Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen voor het dienstjaar 2023 zoals blijkt uit de begroting 2023 van de Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen. De exploitatietoelage bedraagt € 641.728,00.
Verdeelsleutel 2022 | toelage 2022 | Verdeelsleutel 2023 | toelage 2023 | Verdeelsleutel 2024 | toelage 2024 | Verdeelsleutel 2025 | toelage 2025 |
2,0451% | € 603.212,00 | 2,092% | € 641.728,00 | 2,1389% | € 666.987,00 | 2,1389% | € 679.522,00 |
Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door de zonecommandant, Filiep Dekiere.
Begroting dienstjaar 2023 Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen
Dienst |
Financiën - gemeentelijke toelage Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen |
Omschrijving |
Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen - vaststellen bijdrage van gemeente Beernem dienstjaar 2023 |
Raming (incl. btw) |
De exploitatietoelage 2023 bedraagt € 641.728,00 |
Budgetcode |
0410-00/6494000 |
Beschikbaar krediet |
€ 603.212,00 |
Financieel advies:
Akkoord met voorgestelde dotatie voor 2023.
Het bedrag van € 641.728,00 is opgenomen in het ontwerp meerjarenplan dat voorgelegd wordt aan de gemeenteraad van 15 december 2021.
Er is een tussenkomst door burgemeester Jos Sypré.
Artikel 1: Het aandeel van de gemeente Beernem in de totale werkingsbijdrage voor de Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen wordt vastgesteld op € 641.728,00 op budgetsleutel 0410-00/6494000 van het exploitatiebudget 2023.
Artikel 2: Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de voorzitter van de Zoneraad van de Hulpverleningszone 1 West-Vlaanderen, Siemenslaan 8, 8020 Oostkamp, en aan de gemeentelijke dienst financiën.
Artikel 3: Deze beslissing wordt ter kennis gebracht van de heer provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 e.v. van het decreet lokaal bestuur.
De coronacrisis is nog maar net verteerd door de verenigingen en nu komt de energiecrisis op hen af. Deze crisis heeft een niet te onderschatten impact op de verenigingen. Verenigingen die gebruik maken van een vaste locatie betalen 1/3 van de energiekosten. Door de stijgende energieprijzen dreigen die kosten hoog op te lopen.
Door de coronacrisis kon de zwemclub hun gewoonlijke acties om hun kas te spijzen zoals benefiet, huis aan huis verkoop enz. niet organiseren. Daarnaast weegt de sluiting van het Bloemendale zwembad zwaar op de werking van de Beernemse zwemclub. Er is niet alleen een daling van de leden waardoor de inkomsten gedaald zijn, maar er is ook een grote meerkost aan huur zwemwater. De Beernemse zwemclub trekt hierdoor aan de alarmbel en vraagt aan de gemeente Beernem om hun club te ondersteunen zodat er bij de opening van het nieuwe zwembad nog een Beernemse zwemclub zal kunnen bestaan.
Energiekosten
In het jeugdhuis The Nooddle werden de meterstanden reeds ingegeven in functie van de eindafrekening. De afrekening bedraagt € 6.314,00. Dit is een veelvoud van voorgaande jaren:
voorschotten | (vermoedelijke) eindafrekening | totaal | |
2018-2019 | € 6.710,00 | € -3.948,00 | € 2.762,00 |
2019-2020 | € 3.638,00 | € 1.106,00 | € 4.744,00 |
2020-2021 | € 3.202,00 | € 44,00 | € 3.247,00 |
2021-2022 | € 4.114,00 | € 6.314,00 | € 10.428,00 |
*In 2020 brak corona uit, in wezen is het jaar 2018-2019 dus de enige referentie om te vergelijken.
De extreme verhoging van de factuur voor The Nooddle is deels ook te wijten aan de huisvesting zelf. De isolatiewaarde van het gebouw laat te wensen over. Dit geldt ook voor het gebouw in de Beekstraat in Oedelem waar de Stekkertjes en KLJ Oedelem gehuisvest zijn.
Huur zwemwater
Op het college van 08 juli 2022 (CBS/2022/702) werd beslist om extra ondersteuning voor de Beernemse zwemclub verder te onderzoeken.
Door de sluiting is het ledenaantal gedaald met 66% van 385 leden in 2020 naar 130 leden in 2021.
Hierdoor zijn de inkomsten uit lidgeld serieus gedaald. Ondanks een forse stijging van het lidgeld was er een daling van 40% uit inkomsten lidgeld. De Beernemse zwemclub wou het lidgeld niet verder verhogen omdat ze een open club voor iedereen willen blijven. De Vlaamse Zwemfederatie besliste echter om de lidgelden voor clubs en hun aangesloten leden te verhogen. Daardoor zal de Beernemse zwemclub voor komend seizoen nog eens het lidgeld moeten opslaan om zo de stijgende federatieonkosten te kunnen dragen.
Het boekjaar 2021 sloot de Beernemse zwemclub af met een verlies van € 12.612,68. De begroting voor 2022 komt neer op een negatief saldo van € 27.000,00. Hierdoor zal de buffer die de Beernemse zwemclub had, volledig weg zijn tegen het einde van 2022.
Artikelen 40 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur.
Energiekosten
Voor een extra toelage aan de verenigingen voor wat betreft hun energiekosten werd volgende berekening gemaakt door de diensten: Er werd vertrokken van de laatst gekende afrekening per vereniging (dus niet die van 2022 vermits deze nog niet gekend zijn). De gemeente betaalt 2/3 van de factuur, 1/3 is voor de vereniging (m.u.v. TC Smash, daar is de verdeelsleutel 50/50).
Het voorstel van de diensten is om 1-malig een extra tussenkomst te geven die gelijk staat aan de eigen kost van de vereniging. In totaal goed voor € 14.475,19. KLJ Beernem is hier niet in opgenomen daar zij slechts een forfait betalen van € 135,00 per jaar en zij dus niet gaan geconfronteerd worden met extra kosten.
bedrag laatst gekende afrekening | tussenkomst gemeente | eigen kost vereniging | opmerking | |
Rugby Beernem | € 1.100,09 | € 733,39 | € 366,70 | |
Hogerop Oedelem | € 5.581,78 | € 3.721,19 | € 1.860,59 | |
Voetbal Sint Joris | € 10.761,95 | € 7.174,63 | € 3.587,32 | |
VVC Beernem | € 10.575,00 | € 7.050,00 | € 3.525,00 | |
TC Bloemendale | € 517,92 | € 345,28 | € 172,64 | |
TC Smash | € 1.442,11 | € 721,06 | € 721,06 | |
The Nooddle | € 3.202,46 | € 2.134,97 | € 1.067,49 | |
Scouts Beernem | € 447,71 | € 298,47 | € 149,24 | |
KLJ Oedelem | € 3.311,47 | € 2.207,65 | € 1.103,82 | |
Stekkertjes | € 1.655,74 | € 1.103,82 | € 551,91 | |
Chiro Oostveld | € 1.924,93 | € 1.283,29 | € 641,64 | |
Chiro Oedelem | € 892,87 | € 595,25 | € 297,62 | |
Chiro Sint Joris | € 618,45 | € 412,30 | € 206,15 | |
KLJ Beernem | Jaarlijks forfait |
|||
Oranje | € 672,05 | € 448,03 | € 224,02 | |
TOTAAL | € 42.704,52 | € 28.229,33 | € 14.475,19 |
Huur zwemwater
De Beernemse zwemclub gaf inkijk in hun boekhouding. Hieruit bleek dat de Beernemse zwemclub een gezonde sportvereniging was die jaarlijks minstens break-even draaide of zelfs winstcijfers kon voorleggen. Vanaf 2021 kreeg de Beernemse zwemclub het financieel moeilijk door de sluiting van het zwembad Bloemendale (zie Financieel verslag 2016-2021 Beernemse zwemclub).
De Beernemse zwemclub beschikte op het einde van 2021 over onderstaande middelen:
Spaarrekening | € 20.432,98 |
Zichtrekening | € 25.633,54 |
Totaal | € 46.066,50 |
De reserves van de Beernemse zwemclub staan op de spaarrekening. De zichtrekening wordt gebruikt om de dagelijkse werking te kunnen betalen. Met de begroting van 2022 vreest de Beernemse zwemclub dat de reserves tegen het einde van 2022 volledig opgebruikt zullen zijn en dat ze hierdoor hun werking niet meer zullen kunnen verder zetten. Het nieuwe zwembad zal ten vroegste in het najaar van 2023 opengaan waardoor ze ook in 2023 nog grotendeels andere zwembaden zullen moeten huren.
De kostprijs om het zwembad van het KTA te huren als niet-Brugse vereniging bedraagt € 60,00/uur, terwijl Brugse verenigingen maar € 30,00/uur moeten betalen. De vraag om voor de Beernemse zwemvereniging hetzelfde tarief te hanteren als voor een Brugse vereniging werd negatief beantwoord.
Er werd door de zwemclub een overzicht gemaakt van de kost van de huur van het zwemwater (zie BZC Huur water). Voor het najaar 2023 werd een raming opgemaakt.
Als de huurkost van het Bloemendale zwembad tegenover het zwemwater in een extern zwembad geplaatst wordt dan worden onderstaande bedragen bekomen (in bijlage detail BZC Huur water):
|
2021 |
2022 |
2023 |
|
huur Bloemendale |
€ 3.400,00 |
€ 3.400,00 |
€ 3.400,00 |
|
|
€ 3.400,00 |
€ 3.400,00 |
€ 3.400,00 |
|
kost KTA |
€ 8.541,00 |
€ 13.588,00 |
€ 22.555,00 |
|
kost Maldegem/Lievegem |
€ 1.075,00 |
€ 1.828,00 |
€ 960,00 |
|
kost Lago |
€ 718,00 |
€ 2.936,00 |
€ 1.440,00 |
|
|
€ 10.334,00 |
€ 18.352,00 |
€ 24.955,00 |
|
€ 6.934 |
€ 14.952,00 |
€ 21.555,00 |
€ 43.441,00 |
Vanuit de dienst wordt voorgesteld om 2021 buiten beschouwing te laten, want daar hebben ze reeds een tegemoetkoming voor gekregen via het subsidiereglement zwemmen.
In 2022 en 2023 is de meerkost in totaal € 36.507,00. De meerkost voor 2023 is nog een raming, de meerkost voor 2022 ligt vast. Naar analogie met de energiefacturen voor de verenigingen wordt voorgesteld om 2/3 van de meerkost 2022 uit te keren via een nominatieve toelage. 2023 zouden we nog buiten beschouwing laten. De nominatieve toelage voor de Beernemse Zwemclub komt dan op € 9.968,00.
Extra KLJ Oedelem, Stekkertjes en The Nooddle
Voor de verenigingen die in gebouwen zitten die energetisch te wensen overlaten wordt een extra tussenkomst voorzien. Hiervoor zouden we het resterend saldo van het krediet pro rata verdelen volgens het aandeel in de energiefactuur. Als we van die 3 verenigingen de facturen samentellen, dan komen we tot volgend aandeel: KLJ Oedelem 40,50%, Stekkertjes 20,50% en The Nooddle 39%.
Berekening extra toelage:
beschikbaar krediet | € 25.966,00 |
1malige tussenkomst energie | € 14.475,00 |
2/3 meerkost zwemwater 2022 | € 9.968,00 |
saldo | € 1.522,00 |
KLJ Oedelem (40,50%) | € 617,00 |
Stekkertjes (20,50%) | € 309,00 |
The Nooddle (39%) | € 597,00 |
Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door schepen Patricia Waerniers, bevoegd voor sport.
Dienst |
klimaat en energie |
Omschrijving |
toelage energiekosten verenigingen en kosten zwemclub |
Raming (incl. btw) |
€ 25.966,00 |
Budgetcode |
0350-00/6493000 |
Beschikbaar krediet |
€ 25.966,00 |
Visumnummer + datum |
n.v.t. |
Er zijn tussenkomsten door raadslid Arthur Mortier beantwoord door schepenen Patricia Waerniers en Jan Vanassche.
Artikel 1: De Gemeenteraad keurt de volgende nominatieve toelagen goed:
nominatieve toelage | |
Rugby Beernem | € 367,00 |
Hogerop Oedelem | € 1.860,00 |
Voetbal Sint Joris | € 3.587,00 |
VVC Beernem | € 3.525,00 |
TC Bloemendale | € 173,00 |
TC Smash | € 721,00 |
The Nooddle | € 1.664,00 |
Scouts Beernem | € 149,00 |
KLJ Oedelem | € 1.721,00 |
Stekkertjes | € 861,00 |
Chiro Oostveld | € 642,00 |
Chiro Oedelem | € 298,00 |
Chiro Sint Joris | € 206,00 |
Oranje | € 224,00 |
Beernemse zwemclub | € 9.968,00 |
TOTAAL | € 25.966,00 |
Artikel 2: Deze beslissing wordt ter kennis gebracht van dhr. provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 en volgende van het decreet lokaal bestuur.
Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur
In de gemeenteraad van 16 september 2021 werd beslist om deel te nemen aan de UiTPAS regio Brugge mits het bij Publiq ingediende UiTPAS-dossier werd goedgekeurd. Het UiTPAS-dossier regio Brugge werd intussen goedgekeurd en via intergemeentelijk overleg werd het UiTPAS-dossier verder praktisch uitgewerkt. De UiTPAS regio Brugge wordt voor het publiek gelanceerd vanaf 16 januari 2023.
De UiTPAS is een vrijetijdspas voor elke burger waaraan een spaar- en voordelenprogramma wordt gekoppeld om zo het gemeentelijke vrijetijdsaanbod te promoten én om het voor iedereen toegankelijker te maken door kwetsbare doelgroepen aan een voordelig kansentarief te laten participeren aan vrijetijdsactiviteiten.
Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur
Om dit doel te bereiken wordt de kostprijs voor deelname aan een vrijetijdsactiviteit voor de kwetsbare doelgroepen regionaal bepaald en verdeeld tussen drie partijen, met name:
Om het vrijetijdsaanbod van de erkende lokale verenigingen te promoten en om drempelverlagend te werken voor de lokale vereniging om in het UiTPAS systeem te stappen stelt UiTPAS regio Brugge volgende aangepaste verdeling voor:
Op die manier kunnen mensen in armoede steeds aan een transparant en eenduidig kansentarief deelnemen aan vrijetijdsactiviteiten in hun regio met hun UiTPAS.
De gemeentelijke activiteiten die aan de UiTPAS regio Brugge worden verbonden hebben betrekking op volgende domeinen met een niet limitatieve opsomming van activiteiten per domein:
Houders van een UiTPAS met kansentarief van de regio Brugge kunnen in elke gemeente van de regio deelnemen aan activiteiten en genieten van het voordeeltarief. De tussenkomst van het gemeentebestuur van hun woonplaats, wordt via het UiTPAS regio Brugge platform gefactureerd aan dat gemeentebestuur. Voor eigen activiteiten gaat dit om een derving van inkomsten, voor activiteiten van verenigingen en private aanbieders gaat dit om het betalen van een factuur. Het voordeeltarief kan niet gebruikt worden in andere UiTPAS-regio's.
Daarnaast wordt gewerkt met welkomst- en omruilvoordelen voor alle personen in het bezit van een UiTPAS. Welkomstvoordelen zijn éénmalige voordelen die bij de aankoop van de UiTPAS toegekend worden aan de pashouders. Bij omruilvoordelen worden gespaarde punten ingeruild voor een korting, een cadeau of een ander voordeel. Deze kunnen tijdelijk of permanent van aard zijn. De gespaarde UiTPAS-punten kunnen in elke UiTPAS-regio omgeruild worden.
Het voordeel in punten is gebaseerd op de gepercipieerde belevingswaarde:
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de bevoegdheid te delegeren om binnen het kader van de welkomst– en omruilvoordelen de welkomst- en omruilvoordelen te bepalen.
Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door schepen Patricia Waerniers, bevoegd voor cultuur en sport.
Dienst |
Cultuur |
Omschrijving |
werkingskosten UiTPAS |
Raming (incl. btw) |
€ 5.000,00 (incl. btw) |
Budgetcode |
0709-04/6159999 |
Beschikbaar krediet |
€ 5.000,00 (jaarlijks) |
Er zijn tussenkomsten door raadslid Lode Vanneste beantwoord door schepen Patricia Waerniers.
Artikel 1: De gemeenteraad stelt de gemeentelijke bijdrage op de gemeentelijke vrijetijdsactiviteiten voor mensen in armoede (Uitpas met kansantarief) – pashouders UiTPAS regio Brugge als volgt vast:
Artikel 2: De gemeenteraad stelt de gemeentelijke bijdrage op de vrijetijdsactiviteiten, georganiseerd door de erkende gemeentelijke verenigingen voor mensen in armoede (Uitpas met kansentarief) – pashouders UiTPAS regio Brugge als volgt vast:
Artikel 3: De gemeentelijke activiteiten die aan de UiTPAS regio Brugge worden verbonden hebben betrekking op volgende domeinen met een niet limitatieve opsomming van activiteiten per domein:
Artikel 4: De gemeenteraad keurt het kader van de welkomst– en omruilvoordelen goed waarbij het voordeel in punten is gebaseerd op de gepercipieerde belevingswaarde in drie categorieën, met name omruilvoordeel bij minder dan 10 punten, omruilvoordeel vanaf 15 punten en omruilvoordeel boven de 15 punten.
Artikel 5: De gemeenteraad delegeert aan het college van burgemeester en schepenen de bevoegdheid om binnen het kader van de welkomst – en omruilvoordelen de welkomst- en omruilvoordelen te bepalen.
Artikel 6: Deze beslissing wordt ter kennis gebracht van de heer provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 e.v. van het decreet lokaal bestuur.
Met de intercommunale werking streeft men door samenwerking over de gemeentegrenzen heen naar synergiën die kaderen binnen een effectief afvalbeleid en meer efficiëntie.
Met deze gemeentelijke legislatuur (2019-2025) en de verlenging van de intercommunale IVBO in 2021 in het vooruitzicht werd in 2018 een onderzoek gevoerd naar een middellangetermijn-strategie voor het afvalbeleid in de regio en de meerwaarde van IVBO in deze strategie.
In een verder onderzoek kwam ondermeer de opportuniteit van het intergemeentelijk beheer van de recylageparken door IVBO aan bod. Er werd een concreet stappenplan in 4 fasen voorgelegd aan de vennoten. In de zitting van 28 januari 2021 gaf de gemeenteraad goedkeuring tot de overdracht aan IVBO fase 1 en 2.
Op 08 november 2022 vond bij IVBO een overlegvergadering plaats - samen met de omliggende gemeentes Oostkamp en Zedelgem - over de verdere stappen in de mogelijke overdracht van de recyclageparken aan IVBO. Brugge deed reeds de overdracht. Blankenberge heeft ook bevestigd te zullen overdragen.
Met de intercommunale werking door samenwerking over de gemeentegrenzen heen wil men belangrijke synergiën en winsten zoeken. Er wordt naar gestreefd de werking te optimaliseren met een efficiënte inzet van personeel en middelen op een modern recyclagepark (waarvoor ook een aantal basisinvesteringen nodig zijn). De uitbating van een recyclagepark brengt altijd een kost met zich mee. Het onder controle houden van deze kost, samen met de ontzorging, is de meerwaarde die IVBO kan bieden. Er is ook een evenwicht gezocht tussen inspraak van de vennoten en de autonomie van IVBO.
Het college verleende in de zitting van 02 december 2022 gunstig advies op het voorstel om het beheer van het recyclagepark Beernem over te dragen aan afvalintercommunale IVBO. Dit voorstel wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
De beheersovereenkomst wordt op een later tijdstip aan de gemeenteraad voorgelegd.
De overname van het beheer van het recylagepark door IVBO houdt in dat IVBO de exploitatie in handen neemt alsook dat de onroerende goederen worden overgedragen en het personeel overstapt.
De overdracht van de onroerende goederen zal gebeuren via een bruikleenovereenkomst die op een later tijdstip aan de gemeenteraad zal worden voorgelegd.
Op (middel)lange termijn is het de bedoeling om tarieven te uniformiseren onder de verschillende recylageparken en om reglementen op elkaar af te stemmen. In een eerste periode blijven de gemeentelijke retributiereglementen gehandhaafd.
Met het intergemeentelijk beheer van de recyclageparken door IVBO worden volgende inhoudelijke en financiële meerwaardes vooropgesteld:
Zowel Oostkamp, Beernem als Zedelgem waren overtuigd van de voordelen van een dergelijke intercommunale aanpak. Gemeenten zijn immers dienstverlenende organisaties die verplicht zijn om de middelen efficiënt te beheren. Intercommunaal beheer is hierbij een logische keuze.
Naast Oostkamp, Beernem en Zedelgem, zijn ook De Haan en Blankenberge op termijn geïnteresseerd om in te stappen in het systeem van het intercommunaal beheer van de recyclageparken.
De drie gemeenten ondersteunen de vraag om een degelijk personeelsstatuut uit te werken en om de personeelsleden, die de overstap zullen moeten maken, op een correcte manier te begeleiden.
De beslissingen genomen worden m.b.t. de recyclageparken worden opgesplitst in twee categorieën:
Elke vennoot die instapt in het intercommunaal beheer, sluit met IVBO een beheersovereenkomst af. De beheersovereenkomst legt de modaliteiten van de overdracht vast en maakt ook duidelijk dat IVBO de gemeente volledig wil ontzorgen (personeel, administratie, boekhouding, etc.). IVBO engageert zich om jaarlijks een gedetailleerd rapport over de werking van het voorbije jaar voor te stellen aan de gemeente. Ook het werkings- en investeringsbudget voor het komende jaar zal ieder jaar in oktober aan de gemeente voorgelegd worden.
Elke vennoot heeft 1 vaste vertegenwoordiger in de Raad van Bestuur en alle vertegenwoordigers hebben een evenwaardige stem. De stem van Beernem weegt dus evenveel mee in de beslissingen van IVBO als de stem van de andere vennoten. Hetzelfde geldt voor het ambtelijk overleg, waar elke vennoot ook haar vertegenwoordigers afvaardigt om de uitbating van de recyclageparken te bespreken.
De volgende timing wordt vooropgesteld:
Advies MAT: Het MAT staat gunstig t.o.v. de overdracht van personeel en RP aan IVBO - werken met grotere poule van parkwachters maakt het RP minder kwetsbaar (vervangingen verloven, ziektes, zoektocht personeel, ... ). De loonvoorwaarden IVBO zijn beter dan de voorwaarden van het bestuur. Personeelsdienst, milieudienst en technische buitendienst worden gedeeltelijk ontzorgd. Voor Beernem gaat het momenteel over 4 medewerkers nl. 2,5 statutair medewerkers en 1 contractuele medewerker. Van de statutaire medewerkers maakt 1 op eigen vraag vanaf januari 2023 de overstap naar de groendienst, 0,5 statutair medewerker gaat met pensioen in de maand november 2023 dus rest nog 1 statutair en 1 contractueel medewerker. In de planning stond de vervanging/aanwerving van 1 medewerker. Er wordt voorgesteld om deze procedure nu via IVBO te laten verlopen of toch IVBO hieromtrent te contacteren.
Advies milieudienst: De milieudienst staat gunstig tegenover de overdracht van het beheer van het recyclagepark. Door de schaalvergroting en het centraal beheer van het recyclagepark zijn er diverse schaalvoordelen /synergiën: transport- en verwerkingskosten, rapportage aan de hogere overheid, uitvoeren van verplichte onderzoeken, toepassen wettelijke bepalingen, opmaak gunning voor het ophalen en verwerken van de fracties, flexibel omgaan met aanvoer van bijzondere afvalstoffen zoals asbest, gemeenschappelijke communicatie, uniforme en eenduidige werkwijze voor inwoners en zelfstandigen, ... Wanneer de diverse vennoten op termijn ook nog overstappen op een uniforme tarifering biedt dit de mogelijkheid dat inwoners naar om het even welk recyclagepark binnen het werkingsgebied van IVBO gaan. Dit verhoogt de flexibiliteit voor de inwoners. Het beheer van de gegevens moet dan de uitfiltering van de kosten per gemeente en de ingezamelde hoeveelheden afval per gemeente mogelijk maken. De overdracht van het personeel geeft de mogelijkheid tot poolen onder de recyclageparken en dit neemt de druk op de andere technische ploegen weg die moeten inspringen ingeval van ziekte of verlof.
Mondelinge toelichting wordt gegeven door schepen Ruben Strobbe, bevoegd voor afvalbeleid.
Powerpoint IVBO van 08 november 2022 waarbij o.m. het proces dat in stad Brugge voor de overdracht doorlopen werd toegelicht is
Er zijn tussenkomsten door raadsleden Jef Vansteenhuyse en Gijs Degrande beantwoord door schepenen Ruben Strobbe en Jan Vanassche.
De N-VA fractie voegt volgende verklaring toe aan hun stemgedrag :
De N-VA is voorstander van efficiëntiewinsten en een versterking van de bestuurskracht. Wat de overdracht van het recyclagepark betreft, zijn er op dit moment op dat vlak nog te veel vragen. Een beslissing moet gebeuren op basis van een duidelijke, onderhandelde beheersovereenkomst met klare modaliteiten en afspraken. Voor de N-VA-fractie zijn er daarbij duidelijke criteria :
Artikel 1: De gemeenteraad gaat principieel akkoord met het voorstel van intercommunaal beheer van het recyclagepark door de afvalintercommunale IVBO onder de volgende voorwaarden nl.
Artikel 2: De gemeenteraad stemt in met volgende timing voor de overstap naar het intercommunaal beheer van het recyclagepark:
Artikel 3: De verdere uitwerking en modaliteiten worden toevertrouwd aan het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 4: Deze beslissing wordt ter kennis gebracht van de dhr. provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 e.v. van het decreet lokaal bestuur.
Decreet over het Lokaal Bestuur
Op 01 januari 2010 werd voor het contractueel personeel een aanvullend pensioenstelsel, de tweede pensioenpijler, ingevoerd. De (verplichte minimum) bijdrage bedroeg 1% van het pensioengevend jaarloon. In het meerjarenplan 2020-2025 is onder actie 27.1.12 opgenomen dat de verhoging van de 2de pensioenpijler voor contractueel personeel zal gerealiseerd worden. De bijdrage werd op 01 januari 2020 verhoogd tot het nieuwe wettelijke minimum van 2,5%. In het BOC van 23 november 2022 werd het voorstel van verhoging tot 3% vanaf 01 januari 2023 besproken en goedgekeurd.
Er is een groot verschil in pensioenbedrag tussen statutair en contractueel personeel. Het merendeel van tewerkstelling bij ons lokaal bestuur is contractueel.
Bij de invoering van de tweede pensioenpijler op 01 januari 2010 werd de bijdrage vastgesteld op (wettelijk verplichte) 1% van het pensioengevend jaarloon.
Op 01 januari 2020 werd de pensioenbijdrage verhoogd van 1% naar 2,5%. Om de kloof tussen de pensioenen van contractueel en statutair personeel te verkleinen, is het gerechtvaardigd om de aanvullende pensioenbijdrage voor contractueel personeel verder te verhogen.
In de naburige steden en gemeenten (bv. Brugge, Oostkamp, Zedelgem) is de bijdragevoet minstens 3%. Door gelijke loon- en arbeidsvoorwaarden, blijven we een financieel interessante werkgever en vergroten we de kans om sollicitanten uit de regio aan te trekken.
De vakbondsafvaardigingen agendeerden in het verleden al een paar keer de verhoging van de tweede pensioenpijler.
Door de tweede pensioenpijler vast te leggen op 3 % voldoen we aan de voorwaarden om recht te hebben op een korting op de responsabiliseringsbijdrage.
De responsabiliseringsbijdrage is een bedrag dat een lokaal bestuur dient te betalen indien de pensioenlast van de gewezen statutaire personeelsleden en/of hun rechthebbenden van gemeente Beernem, méér bedraagt dan de wettelijke basispensioenbijdragen van het in dienst zijnde statutair personeel van gemeente Beernem.
We zijn volgens simulaties van Federale pensioendienst tot 2025 géén responsabiliseringsbijdrage verschuldigd. We hebben voldoende statutaire personeelsleden in dienst om de pensioenlast van onze gepensioneerde statutairen te dragen.
Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door burgemeester Jos Sypré, bevoegd voor personeelsbeleid.
Dienst |
personeel |
Omschrijving |
verhoging met 0,5 % aanvullende pensioenbijdrage contractueel personeel met ingang van 01 januari 2023 |
Raming |
budget voor aanvullende pensioenbijdrage van 0,5% wordt voorzien in wijziging MJP |
Er zijn geen tussenkomsten.
Artikel 1: De gemeenteraad gaat akkoord met het voorstel om de bijdrage van tweede pensioenpijler voor contractueel personeel met ingang van 01 januari 2023 te verhogen met 0,5% tot een totale premie van 3%.
Artikel 2: Deze beslissing wordt ter kennis gebracht van de heer provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur.
In het meerjarenplan 2020-2025 (actie 321) is vermeld dat er binnen de wettelijke mogelijkheden werk wordt gemaakt van eenzelfde verlofregeling voor statutair en contractueel personeel. In de huidige regeling genieten statutaire personeelsleden een andere verlofregeling dan contractueel personeel.
In het meerjarenplan 2020-2025 (actie 321) is vermeld dat er binnen de wettelijke mogelijkheden werk wordt gemaakt van eenzelfde verlofregeling voor statutair en contractueel personeel. In de huidige regeling genieten statutaire personeelsleden een andere verlofregeling dan contractueel personeel.
Voor het contractueel personeel is de vakantieregeling van de private sector van toepassing, d.w.z dat de vakantiedagen berekend worden op de prestaties in het vakantiedienstjaar (= het voorgaande jaar).
Voor het statutair personeel is de vakantieregeling publieke sector van toepassing en worden de vakantiedagen berekend op basis van de prestaties in het lopende jaar.
Het toepassen van 2 verschillende verlofstelsels voor personeelsleden die vaak hetzelfde werk doen, past niet in het streven naar eenzelfde regeling berekening van verlofdagen.
Vandaar het voorstel om voor alle personeelsleden hetzelfde verlofstelsel toe te passen nl. verlofstelsel van de publieke sector.
Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door burgemeester Jos Sypré, bevoegd voor personeelsbeleid.
In plaats van 30,95% bedraagt de patronale RSZ bijdrage van de vakantieregeling publieke sector 28,86%. De 2,09% is een besparing van € 54.000,00 op jaarbasis.
Bij de omschakeling van vakantieregeling private sector naar publieke sector zal er vakantiegeld uitbetaald worden aan alle contractuele medewerkers nl. het loon voor de verlofdagen van 2023, die ze opgebouwd hebben door hun prestaties in 2022 (= enkelvoudig vakantiegeld). Dit is een - éénmalige - geschatte uitgave van € 264.000,00.
Deze uitgave zal terugverdiend zijn na het 5de jaar nl. 5 jaar x besparing RSZ € 54.000,00/jaar = +/- € 270.000,00.
Er zijn geen tussenkomsten.
Artikel 1: De gemeenteraad beslist om vanaf 01 januari 2023 voor het contractueel personeel het vakantiestelsel van de publieke sector toe te passen.
Artikel 2: art. 181, 182 en 183 en art. 225bis in de rechtspositieregeling worden als volgt aangepast;
"Afdeling II. Het vakantiegeld
art. 181: In deze afdeling wordt verstaan onder.
1° referentiejaar: het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin vakantie wordt toegekend.
2° jaarsalaris: het salaris op jaarbasis of in voorkomend geval het wachtgeld of de uitkering uitbetaald in de plaats van een salaris, aangevuld met de eventuele haardtoelage of standplaatstoelage.
3° variabel salaris: de toelagen, toegekend op grond van deze rechtspositieregeling, met uitzondering van de haardtoelage, standplaatstoelage
Art. 182: Het statutair, op proef benoemd en contractueel personeelslid ontvangt jaarlijks een vakantiegeld krachtens het decreet van 8 mei 2002 houdende wijziging van verschillende bepalingen betreffende de haard- en standplaatstoelage en het vakantiegeld van het gemeente- en provinciepersoneel en het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2002 betreffende de toekenning en de vaststelling van het vakantiegeld van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel.
Art. 183: Het vakantiegeld van het personeelslid bedraagt voor volle prestaties die gedurende het hele referentiejaar werden verricht 92% van een twaalfde van het jaarsalaris, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand maart van het vakantiejaar.
Als het personeelslid in de maand maart van het vakantiejaar géén of slechts een gedeeltelijk salaris ontvangen heeft, dan wordt het percentage vermeld in het eerste lid, berekend op basis van het salaris dat voor diezelfde maand betaald zou zijn geweest als het personeelslid zijn ambt wel volledig had uitgeoefend.
Aan het contractueel personeelslid wordt in geval van een variabel salaris in het referentiejaar een bijkomende vergoeding als aanvullend vakantiegeld toegekend. Deze bijkomende vergoeding wordt als volgt vastgesteld: 15,67% van het totaal bedrag aan bruto variabel salaris in de referentieperiode. "
Art. 225bis:
"§1. Elke periode met recht op salaris geeft recht op jaarlijkse vakantiedagen. Een erkende stakingsdag wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit.
Voor alle personeelsleden worden de vakantiedagen berekend op basis van de prestaties in het vakantiejaar (d.i. het lopende jaar).
Volgende periodes worden gelijkgesteld en geven verhoudingsgewijs recht op jaarlijkse vakantie
Volgende periodes zonder recht op salaris, geven geen recht op jaarlijkse vakantie
Als een personeelslid in de loop van het jaar in dienst treedt of zijn functie definitief neerlegt, worden zijn vakantiedagen in evenredige mate verminderd. Dit is eveneens het geval bij afwezigheden zonder recht op salaris of bij het verrichten van deeltijdse prestaties.
Als deze berekening leidt tot een niet geheel getal wordt het aantal vakantiedagen waarop het personeelslid recht heeft afgerond naar boven, tot het eerstvolgende gehele getal. Het bekomen aantal dagen wordt omgerekend in uren volgens de formule ‘aantal vakantiedagen x 7,6
§2. Als een personeelslid in de loop van eenzelfde jaar meerdere periodes van niet-gelijkgestelde afwezigheden zonder recht op salaris bekomt of één of meerdere wijzigingen van het aantal uren wekelijkse prestaties, dan wordt bij de berekening van het aantal vakantiedagen telkens rekening gehouden met de bedoelde afwezigheden of de deeltijdse prestaties alsof ze één geheel vormden.
§3. Als het personeelslid ziek wordt voor de aanvang van een vakantiedag of een periode van vakantiedagen, dan wordt de vakantie opgeschort. Voor statutaire personeelsleden worden de ziektedagen aangerekend op het beschikbare ziektekrediet.
Als het personeelslid ziek wordt tijdens zijn vakantie, dan wordt de vakantie niet opgeschort. Als een personeelslid tijdens zijn vakantie in het ziekenhuis opgenomen wordt, dan wordt de vakantie opgeschort vanaf de eerste dag van de ziekenhuisopname.
§4. Elk personeelslid kan één werkweek overdragen naar het volgende kalenderjaar. De teller van over te dragen verlof wordt bepaald op basis van de prestatiebreuk die van toepassing is op 1 november van het lopende jaar. Het verlof dat overgedragen wordt naar volgend jaar moet opgenomen worden uiterlijk op 30 april van dat jaar. Indien een personeelslid op het einde van het kalenderjaar arbeidsongeschikt is, wordt er één werkweek overgedragen naar het volgende kalenderjaar. Indien de overgedragen verlofdagen niet tegen eind april kunnen opgenomen worden, vervallen deze dagen in principe op 1 mei. De algemeen directeur kan op verzoek van het personeelslid beslissen om deze verlofdagen alsnog over te dragen"
Artikel 3: Deze beslissing wordt ter kennis gebracht van de heer provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur.
Artikelen 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur.
Karel De Goede vzw uit Brugge wenst de vrije basisschool Sint-Joris, Kerkstraat 11 te verbouwen waarbij bijkomende noodzakelijke parkeerplaatsen voorzien worden. De parking wordt aangelegd zowel in functie van de school (tijdens de schooluren) als van de kerk, het kerkhof en de omgeving (buiten de schooluren). Er worden 10 parkeerplaatsen voorzien waarvan 1 parkeerplaats voorbehouden voor personen met een beperking.
Bij de voorbespreking, in zitting van 07 augustus 2020, heeft het college beslist om de parking als een openbare parking aan te leggen. In ruil hiervan geeft de eigenaar, Schoolgebouwen Decanaat Brugge-Zuid met maatschappelijke zetel Pastorieplein 1 te Oostkamp, de grond nodig voor de aanleg van de parking in erfpacht aan de gemeente.
De grond betreft lot A van het opmetingsplan van 25 oktober 2021, opgemaakt door landmeter-expert Luc Vanpoucke. Het perceel heeft een oppervlakte van 348 m² en is een deel van het perceel dat kadastraal gekend onder Beernem 3e afdeling, sectie B, nummer 89 L.
De parking zal aangelegd worden nadat de bouwwerken van de school zijn uitgevoerd, zodoende gaat de erfpacht pas in op 01 januari 2025 en wordt die verleend voor een periode van 50 jaar.
De commissaris van de Vlaamse overheid Vastgoedtransacties heeft hiervoor een ontwerpakte gemaakt.
Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door schepen Claudio Saelens, bevoegd voor openbare werken en grondbeleid.
Er zijn geen tussenkomsten.
Artikel 1: De vestiging van een erfpachtrecht op een deel van het schooldomein, Kerkstraat 11, 8730 Beernem (St.-Joris), meer bepaald lot A van het opmetingsplan van 25 oktober 2021, opgemaakt door landmeter-expert Luc Vanpoucke uit Beernem en kadastraal gekend onder Beernem, 3e afdeling, sectie B, deel van nummer 89 L, met een oppervlakte van 348 m², wordt goedgekeurd.
Artikel 2: De ontwerpakte tot vestiging erfpacht, die daartoe werd opgemaakt door de Vlaamse commissaris van de Afdeling Vastgoedtransacties, wordt goedgekeurd.
Artikel 3: De erfpacht is bestemd voor openbaar nut.
Artikel 4: De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie wordt ervan ontslagen om ambtshalve inschrijving te nemen.
Artikel 5: Dit besluit zal worden overgemaakt aan de Afdeling Vastgoedtransacties voor het verlijden van de akten.
Artikel 6: Deze beslissing wordt ter kennis gebracht van de heer provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 e.v. van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur.
In de zitting van 15 september 2016 keurde de gemeenteraad het trage wegen plan Oostveld goed. Hierin werd de verbinding Tinhoutstraat/Steenoven opgenomen als te realiseren.
In uitwerking van dit besluit heeft landmeter-expert Christoffel Vanden Bussche op 19 oktober 2018 een opmetingsplan opgemaakt en werd een onderhandelaar aangesteld van de Trage Wegen vzw om tot een minnelijke aankoop over te gaan. Voor de innames 5 en 8 van het opmetingsplan werd een overeenkomst afgesloten met de eigenaars.
Vastgoedtransacties heeft volgens deze overeenkomsten de ontwerpakten opgemaakt.
De totale vergoeding voor deze ontwerpakten bedraagt € 4.655,78 en wordt geboekt op artikel 0200-00/2202000.
Voor de verwerving van de overige innames worden de onderhandelingen/onteigeningsprocedure verdergezet.
Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door burgemeester Jos Sypré, bevoegd voor mobiliteit.
Dienst |
Grondbeleid en patrimonium |
Omschrijving |
kleine grondaankopen wegen |
Raming (incl. btw) |
€ 4.655,78 |
Budgetcode |
0200-00/2202000 |
Beschikbaar krediet |
€ 58.618,05 |
Er zijn tussenkomsten door raadslid Jef Vansteenhuyse beantwoord door burgemeester Jos Sypré.
Artikel 1: De aankoop van grond voor de realisatie van de trage weg Oostveld, Steenoven, wordt goedgekeurd.
Artikel 2: De 2 ontwerpakten voor innames 5 en 8 volgens het opmetingsplan van 19 oktober 2018 van landmeter-expert Christoffel Vanden Bussche, die daartoe werden opgemaakt door Vastgoedtransacties, voor een totale vergoeding van € 4.655,78 worden goedgekeurd.
Artikel 3: De aankopen, zijn bestemd voor openbaar nut.
Artikel 4: De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie wordt ervan ontslagen om ambtshalve inschrijving te nemen.
Artikel 5: Dit besluit zal worden overgemaakt aan de Afdeling Vastgoedtransacties voor het verlijden van de akten.
Artikel 6: Deze beslissing wordt ter kennis gebracht van de heer provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 e.v. van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 40 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur.
Tijdens de gemeenteraad van 25 februari 2021 (GR/2021/011) werd een principebeslissing genomen om een ontwerpopdracht uit te schrijven voor de bouw van een gemeenteschool op de site van de Beernemstraat.
Tijdens het schepencollege van 09 juni 2021 (CBS/2021/1318) werd de opdracht toegewezen aan architectenbureau Vandecasteele en Vanhooren.
Op 01 juli 2022 werd het subsidiedossier bij AGION (Agentschap voor infrastructuur in het onderwijs) ingediend.
Op 17 november 2022 werd het principeakkoord voor de subsidies van AGION (€ 2.150.244,04) ontvangen.
Het bestek en lastenboek zijn opgemaakt door architectenbureau Luum bv & Ariës Brugge bv. De totale kostprijs van de werken wordt geraamd op € 5.141.903,27.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het bestek, raming en lastenvoorwaarden voor de opdracht "Aanstellen van een aannemer voor de bouw van de gemeentelijke basisschool De Notelaar te Beernem" opgesteld door architectenbureau Luum bv & Ariës Brugge bv goed te keuren.
Artikelen 40 e.v. van het decreet lokaal bestuur
Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door schepen Ruben Strobbe, bevoegd voor onderwijs.
*** Omwille van de meer dan 100 bijlagen en het feit dat de totale grote van de bestanden de maximum upload capaciteit in e-notulen overstijgt werden de bijlagen ter inzage toegevoegd aan extranet.
Dienst |
Gemeenteschool |
Omschrijving |
Renovatie en nieuwbouw gemeenteschool |
Raming |
€ 5.141.903,27 (excl. 6%) |
Budgetcode |
0800-00/2210207 |
Beschikbaar krediet |
€ 6.118.091,80 |
Advies financieel directeur: Akkoord met agendering op gemeenteraad, de nodige budgetten zijn ingeschreven in het aangepaste meerjarenplan dat voorgelegd wordt aan de gemeenteraad van 15 december 2022.
Er zijn tussenkomsten door raadsleden Gijs Degrande en Jef Vansteenhuyse beantwoord door schepen Ruben Strobbe en burgemeester Jos Sypré.
De N-VA fractie voegt volgende verklaring toe aan hun stemgedrag :
“Goede nieuws dat de Vlaamse overheid 2,15 miljoen euro subsidies heeft voorzien. Hopelijk kan de schop nu ook snel in de grond. De N-VA blijft aandacht vragen voor de kostprijs, voor een goede, veilige ontsluiting, voor een echte brede school en voor bijkomende groene omgeving.”
Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bestek en de raming voor de opdracht "Aanstellen van een aannemer voor de bouw van de gemeentelijke basisschool De Notelaar te Beernem" opgesteld door architectenbureau Luum bv & Ariës Brugge bv. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare procedure.
Artikel 3: De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.
Artikel 4: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025, op budgetcode 0800-00/2210207
Artikel 5: Deze beslissing wordt ter kennis gebracht van de heer provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 e.v. van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 40 e.v. van het decreet lokaal bestuur
Vivendo vraagt in een schrijven van 09 november 2022 advies omtrent de lokale netwerkvorming, lokale inbedding en verankering van Vivendo bv als de unieke woonmaatschappij in het werkingsgebied Brugge-regio.
In de zitting van 15 september 2022 heeft de gemeenteraad kennis genomen van de aanvraag tot verlenging van de erkenning van SHM Vivendo tot en met 30 juni 2023 en heeft het stappenplan om de SHM om te vormen tot woonmaatschappij gunstig geadviseerd. Volgens art. 4.98 §1 2°, punt k van het BVCW van 2021 dienen zij in het aanvraagdossier gegevens betreffende de lokale netwerkvorming, de lokale inbedding en verankering toe te voegen, gestaafd met een advies van de lokale besturen in het werkingsgebied.
Vivendo heeft een nota lokale verankering specifiek voor Beernem opgemaakt waarin Vivendo verschillende acties opsomt. Deze nota werd voorgelegd en besproken in het lokaal woonoverleg (LWO) op 28 oktober 2022. Het LWO heeft deze nota gunstig geadviseerd.
Mondelinge toelichting ter zitting wordt gegeven door schepen Jan Vanassche, bevoegd voor woonbeleid.
Er zijn geen tussenkomsten.
Artikel 1: De gemeenteraad stelt in het kader van de procedure vermeld in artikel 4.98 § 1 tweede lid, 2°, punt k van BVCW vast dat de aldus te vormen woonmaatschappij zal zorgen voor een voldoende lokale netwerkvorming, lokale inbedding en verankering. De nota wordt gunstig geadviseerd.
Artikel 2: Deze beslissing wordt aan de aanvrager bezorgd en ter kennis gebracht van de heer provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur.
Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur
De gemeenteschool 'De Notelaar' maakt deel uit van de intergemeentelijke samenwerking scholengemeenschap 'De Oostkant'. De overeenkomst voor de intergemeentelijke samenwerking scholengemeenschap 'De Oostkant' werd door de gemeenteraad in de zitting van 23 mei 2005 goedgekeurd voor de periode van 01 september 2005 tot 31 augustus 2011. Voornoemde intergemeentelijke samenwerking en overeenkomst werden bij gemeenteraadsbeslissing van 24 mei 2011 verlengd tot 31 augustus 2014, bij gemeenteraadsbeslissing van 22 mei 2014 verlengd tot 31 augustus 2020 en bij gemeenteraadsbeslissing van 02 juli 2020 verlengd tot 31 augustus 2026.
In artikel 9, §3 van deze overeenkomst staat vermeld dat het beheerscomité een begroting en een rekening opmaakt, die ter goedkeuring voorgelegd worden aan de betrokken gemeenteraden. Volgens artikel 10, §3 van het reglement van orde van het beheerscomité loopt het boekjaar van 01 september tot 31 augustus.
Het budget boekjaar 2022-2023 van scholengemeenschap 'De Oostkant' wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Mondelinge toelichting wordt ter zitting gegeven door schepen Ruben Strobbe, bevoegd voor onderwijs.
Begroting boekjaar 2022-2023
Er zijn geen tussenkomsten.
Artikel 1: Het voorgelegde budget van het boekjaar 2022-2023, opgemaakt door het beheerscomité van de scholengemeenschap 'De Oostkant’, wordt goedgekeurd.
Artikel 2: Een afschrift van deze beslissing zal samen met een exemplaar van de goedgekeurde rekening opgestuurd worden naar het secretariaat van de scholengemeenschap 'De Oostkant’, Kragendijk 182 te 8300 Knokke-Heist.
Artikel 3: Deze beslissing wordt ter kennis gebracht van de heer provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur.
Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur
De gemeenteschool 'De Notelaar' maakt deel uit van de intergemeentelijke samenwerking scholengemeenschap 'De Oostkant'. De overeenkomst voor de intergemeentelijke samenwerking scholengemeenschap 'De Oostkant' werd door de gemeenteraad in de zitting van 23 mei 2005 goedgekeurd voor de periode van 01 september 2005 tot 31 augustus 2011. Voornoemde intergemeentelijke samenwerking en overeenkomst werden bij gemeenteraadsbeslissing van 24 mei 2011 verlengd tot 31 augustus 2014, bij gemeenteraadsbeslissing van 22 mei 2014 verlengd tot 31 augustus 2020 en bij gemeenteraadsbeslissing van 02 juli 2020 verlengd tot 31 augustus 2026.
In de overeenkomst voor de intergemeentelijke samenwerking ‘Scholengemeenschap De Oostkant’ staat in artikel 9 §3 dat de begroting en de rekening, opgemaakt door het beheerscomité, samen met het jaarverslag worden voorgelegd aan de betrokken gemeenteraden. Het jaarverslag is een instrument om de werking van de scholengemeenschap te evalueren (artikel 9 §4).
Het jaarverslag met daarin opgenomen de rekening van het schooljaar 2021-2022 en een opsomming van feiten en gebeurtenissen van het voorbije schooljaar met betrekking tot de werking van de scholengemeenschap 'De Oostkant' waarvan de gemeenteschool De Notelaar deel uitmaakt wordt ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd.
Mondelinge toelichting wordt ter zitting gegeven door schepen Ruben Strobbe, bevoegd voor onderwijs.
Jaarverslag scholengemeenschap De Oostkant 2021-2022
Er zijn geen tussenkomsten.
Artikel 1: Het jaarverslag met daarin opgenomen de rekening van het schooljaar 2021-2022 van de scholengemeenschap 'De Oostkant' waarvan De Notelaar deel uitmaakt, wordt goedgekeurd.
Artikel 2: Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan het secretariaat van de scholengemeenschap 'De Oostkant', Kragendijk 182, 8300 Knokke-Heist.
Artikel 3: Deze beslissing wordt ter kennis gebracht van dhr. provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 en volgende van het decreet lokaal bestuur.
Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur
In uitvoering van het Besluit van de Vlaamse Regering van januari 2018 van een pilootproject 'lerarenplatform' betreffende het bieden van werkzekerheid en een opdracht die voldoende substantieel is aan tijdelijke leerkrachten werd een protocol afgesloten tussen de scholengemeenschap 'De Oostkant' en de representatieve vakorganisatie(s) ACOD, COV en VSOA.
De deelnemende samenwerkingsplatformen uit het basis- en secundair onderwijs krijgen hierdoor de mogelijkheid om een aantal leerkrachten een aanstelling te geven van 01 september tot en met 30 juni van het lopend schooljaar.
Het pilootproject lerarenplatform startte op 01 oktober 2018. Via onderwijsdecreet XXIX werd het verlengd. De financiering van de verlenging van het lerarenplatform in het basisonderwijs voor het schooljaar 2022-2023 is opgenomen in de Vlaamse begroting 2022.
Dit protocol is noodzakelijk om binnen de scholengemeenschap een eigen beleid te kunnen voeren betreffende reguliere vervangingen van korter dan een schooljaar van personeelsleden aangesteld in een wervingsambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel en dit in functie van eigen lokale noden en prioriteiten. Dit heeft tot doel de werkdruk van leerkrachten te verminderen en het comfort van de leerlingen te verhogen. Het samenleggen van de middelen op het niveau van de scholengemeenschap maakt het zo mogelijk een geresponsabiliseerd en flexibel beleid te voeren betreffende deze vervangingen, op maat en in functie van de eigen lokale noden en prioriteiten.
Mondelinge toelichting wordt ter zitting gegeven door schepen Ruben Strobbe, bevoegd voor onderwijs.
Protocol lerarenplatform scholengemeenschap De Oostkant 2022-2023
Er zijn geen tussenkomsten.
Artikel 1: Het protocol, afgesloten tussen de scholengemeenschap 'De Oostkant' en de representatieve vakorganisaties, in uitvoering van het Besluit van de Vlaamse Regering van januari 2018 betreffende een pilootproject 'lerarenplatform', wordt goedgekeurd.
Artikel 2: Een afschrift van deze beslissing zal opgestuurd worden naar het secretariaat van de scholengemeenschap 'De Oostkant', Kragendijk 182, 8300 Knokke-Heist.
Artikel 3: Deze beslissing wordt ter kennis gebracht van de heer provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 e.v. van het decreet lokaal bestuur.
Artikelen 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur
Sinds het schooljaar 2008-2009 dienen de scholen in het basisonderwijs, in een samenwerkingsplatform, een eigen beleid te kunnen voeren betreffende vervangingen van korte afwezigheden van personeelsleden, aangesteld in een wervingsambt van het bestuurs - en onderwijzend personeel in functie van eigen lokale noden en prioriteiten. De vervangingseenheden kunnen enkel worden aangewend indien ze worden samen gelegd in een samenwerkingsverband, meer bepaald en bijvoorbeeld een scholengemeenschap. De vervangingseenheden worden toegekend en kunnen worden aangewend op voorwaarde dat een convenant werd afgesloten tussen de betrokken schoolbesturen en minstens een vakorganisatie. De gemeenteschool ‘De Notelaar’ maakt deel uit van de scholengemeenschap 'De Oostkant'.
Alle basisscholen kunnen ook in het schooljaar 2022-2023 deelnemen aan het project betreffende de vervanging van korte afwezigheden, zoals ingevoerd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2006.
Mondelinge toelichting wordt ter zitting gegeven door schepen Ruben Strobbe, bevoegd voor onderwijs.
Convenant - scholengemeenschap 'De Oostkant'
Er zijn geen tussenkomsten.
Artikel 1: Het nieuw convenant, afgesloten tussen de scholengemeenschap 'De Oostkant' en de representatieve vakorganisaties in uitvoering van het Besluit van de Vlaamse regering tot invoering van een tijdelijk project betreffende vervangingen van korte afwezigheden gedurende het schooljaar 2022-2023, wordt goedgekeurd.
Artikel 2: Een afschrift van deze beslissing zal opgestuurd worden naar het secretariaat van de scholengemeenschap 'De Oostkant', Kragendijk 182, 8300 Knokke-Heist.
Artikel 3: Deze beslissing wordt ter kennis gebracht van de heer provinciegouverneur, zoals bepaald in artikel 330 e.v. van het decreet lokaal bestuur.
De vragen en suggesties, ingediend door de gemeenteraadsleden, worden besproken.
De volgende vragen en suggesties worden behandeld:
Raadslid Rolle De Bruyne
Bomen aanplanten langs/ op weiden als schaduwplaats voor de dieren
In de voorbije lange en hete zomer merkten we nog vaak dat dieren in de weide zich nauwelijks konden beschermen tegen de brandende zon door een gebrek aan bomen die schaduw geven. Bomen of grote struiken langs of op de weide, hebben daarnaast ook nog andere voordelen: ze bieden beschutting tegen wind, regen, sneeuw, hagel,... Uit wetenschappelijke studies blijkt bovendien dat het oordeelkundig aanplanten van bepaalde bomen ook een bron vormt van eiwitten, mineralen en sporenelementen en dat veel bomen secundaire plantenstoffen bevatten die een positief effect kunnen hebben op de vertering en de gezondheid van herkauwers. Dat staat bv. zo te lezen op de website van Agroforestry Vlaanderen, een consortium van onder andere Inagro, BOS +, Boerennatuur, Wervel, UGent.
Zou het daarom niet goed zijn dat de gemeente, in samenwerking met Regionaal landschap Houtland, een oproep doet naar en hulp in een of andere vorm aanbiedt aan landbouwers om bomen aan te planten in of langs hun weide?
Raadslid Roos Lambrecht
Groeidagen en Groeistraten
Tijdens zo'n Groeidag kunnen bewoners zelf geveltuintjes aanleggen, samen hun straat vergroenen of alles grondig poetsen. Nieuw binnen dat verhaal zijn de Groeistraten. En die kennen een groeiend succes. Om extra in te zetten op aangename buurten met meer groen en water, organiseert de gemeente telkens in oktober en april Groeidagen. Tijdens die dagen kunnen bewoners zelf de handen uit de mouwen steken om hun straat te vergroenen of een flinke poetsbeurt te
geven. Relatief nieuw tijdens deze dagen, zijn de Groeistraten. Bij een Groeistraat slaan verschillende straatbewoners de handen in elkaar om samen zo veel mogelijk geveltuinen aan te leggen, buurtbomen te adopteren, groenslingers en klimhulpen aan te vragen en regentonnen te installeren. De gemeente staat hen bij met teelaarde, plantjes en ervaren helpers. Niet alleen zorgen bewoners voor aangename en groene straten, ook vinden ze verbinding met elkaar. Zo kunnen ze na hun inspanningen een straatfeest organiseren (met ondersteuning van de gemeente).
Raadslid Christine Stroobandt
Kampioenschap Tegelwippen 2023
293 van de 300 Vlaamse steden en gemeenten vormen verharde ruimten zoals parkings en brede steenwegen om en creëren zo meer plaats voor bomen, bloemen, gras, een vijver, een beek of een wadi. Om nog meer lokale besturen enthousiast te maken slaat minister Demir de handen in elkaar met vzw Breekijzer, die het sensibiliserende Vlaams Kampioenschap Tegelwippen organiseert van maart tot oktober 2023.
De gemeente waarvan de inwoners de grootste oppervlakte ontharden, wint het kampioenschap. Dat kan het makkelijkst door tegels uit te doen, maar ook beton, kiezel of andere verharding telt mee. Zolang ze plaats maken voor groen.
Zal Beernem deelnemen aan het kampioenschap en zo de inwoners stimuleren om meer oppervlakte te ontharden ?
Raadslid Gijs Degrande
Expo wielercultuur in Beernem
Wielrennen is niet alleen een sport, maar een deel van onze cultuur. In heel Vlaanderen, en zeker ook in Beernem. In 2017 hebben we met een unieke expo onze Beernemse wielrenners, veldrijders en wedstrijden in het spotlicht gezet. In 2023 is Beernem Dorp van de Ronde. Graag stel ik voor om in aanloop naar Vlaanderens Mooiste deze unieke expo over Beernemse wielercultuur opnieuw te tonen. Met daarbij uiteraard ook aandacht voor de voorbije vijf jaar.
Raadslid Els Vyncke (=> deze vraag wordt uitgesteld naar de gemeenteraad van 26 januari 2023)
Subsidie “De Komkommer
De gemeente Beernem kreeg € 100.000,00 subsidie voor het opstarten van de mobiele kruidenier - De Komkommer. Looptijd van dit project is van 1 maart 2022 tot 29 februari 2024.
Raadslid Lode Vanneste
Organisatie Workshop ‘Veilig elektrisch en economisch fietsen’
Steeds meer Vlamingen maken gebruik van een elektrische fiets. Het stijgend gebruik van dit type van tweewieler brengt ook meer ongevallen met zich mee. Uit cijfers van Okra Sport + blijkt dat de slachtoffers van ongevallen met elektrische fietsen gemiddeld ouder zijn (64% is ouder dan 50 jaar en 30% is 65+) dan de slachtoffers die zich met een gewone fiets verplaatsten (36% is ouder dan 50 jaar en 14% is 65+). Bij het aantal verkeersdoden die zich met een elektrische fiets verplaatsten, dan zien we dat 80% ouder is dan 55 jaar. Nog opvallend is ook dat bijna de helft van de fietsdoden zich in de klasse 70+ bevindt.
Op de site van Testaankoop staat dan weer te lezen dat ouderen in principe niet vaker een ongeval hebben met een e-bike dan jongeren, maar de gevolgen zijn dikwijls veel ernstiger. Dat valt te verklaren doordat 65-plussers verminderde fysieke en cognitieve vaardigheden hebben op hun leeftijd. Een ongeval met de e-bike kan voor een senior een gebroken arm betekenen, terwijl een jonger iemand na hetzelfde ongeluk wegfietst met een schrammetje.
Om het aantal ongevallen met elektrische fietsen en speedpedelecs te verminderen bij senioren, zijn er verschillende organisaties die workshops organiseren rond ‘Veilig elektrisch en economisch fietsen’. Daarbij gaat men diverse aspecten van elektrisch fietsen onder de aandacht brengen en aanleren in theorie en praktijk. Het theoretisch gedeelte behandelt aspecten zoals de wegcode, de juiste fietsattitude (wat is er goed voor mij en mijn fiets), de controle van de fiets en veiligheid. In het praktisch gedeelte worden oefeningen voorzien op een afgesloten parcours (met tips en tricks bij het remmen, stoppen, schakelen…) en op de openbare weg met aandacht voor rotondes, kruispunten met/zonder doorlopend fietspad, fietssuggestiestrook, oversteekplaats voor fietsers, lichte helling…
Hierbij doet onze fractie de suggestie aan het gemeentebestuur om een dergelijke workshop via onze sportdienst en/of mobiliteitsdienst te organiseren en kosteloos aan te bieden aan de geïnteresseerde senioren in onze gemeente.
Raadslid Jef Vansteenhuyse
Rioleringswerken Sijselestraat
Eerder dit jaar bij bespreking van de rioleringswerken in de Sijselestraat vroeg ik om de problematiek van de wateroverlast te bestuderen en een oplossing te voorzien. De wateroverlast wordt veroorzaakt door het dempen van een hoger gelegen gracht en het inbuizen van de gracht aan de oostzijde van de straat. Het oppervlaktewater kan niet anders dan over de straat heen vloeien. Bijkomend een problematiek met de afvoer naar de Poulagiebeek.
Buurtbewoners klagen nu ook over de groenstrook tussen rijweg en fietspad. De heraanleg laat te wensen over en blijkt ook de waterafvoer te belemmeren. Daar enkel de nieuw aangelegde parkeervakken in grasdallen zijn uitgevoerd, resultaat dit in kapotrijden van de niet aangelegde graskanten. Vraag naar oplossingen.
De voorzitter sluit de vergadering.
Namens gemeenteraad,
Els Declerck
algemeen directeur
Kris Vincke
voorzitter